Sinds 1 september 2009 is de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van kracht. Deze Codex is een gecöordineerde (= logisch genummerde) versie van het Decreet Ruimtelijke Ordening, die op zijn beurt een grondige herwerking is van het Plannings- en Coördinatiedecreet van halverwege jaren negentig, dat op dan weer grotendeels een coördinatie was van de Stedenbouwwet van 23 maart 1962. De VCRO bepaalt dus de regels over het ruimtelijk beleid; maar opgelet: sinds 2018 is de procedure die vastlegt hoe over vergunningsaanvragen wordt beslist, verplaatst naar het Omgevingsvergunningsdecreet.
De Vlaamse Codex bepaalt dat de ruimtelijke ordening gericht is op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling, waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang worden gebracht. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op die manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit (art. 1.1.4 VCRO).
De zorg voor een duurzame ruimtelijke ordening is een gezamenlijke opdracht van drie overheidsniveaus: het gewest, de provincies en de gemeenten. De federale rol speelt géén rol meer op het vlak van ruimtelijke ordening.
De gemeentelijke taken rond ruimtelijke ordening kunnen worden verdeeld in drie grote groepen van activiteiten:
-
planning
De gemeente maakt verschillende plannen waarop zij haar ruimtelijk beleid en vergunningverlening baseert. Zij stelt onder meer een ruimtelijk structuurplan of ruimtelijk beleidsplan op voor het hele grondgebied en ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP) of stedenbouwkundige verordeningen voor delen van de gemeente.
-
omgevingsvergunning
De gemeente is het overheidsniveau dat in veruit de meeste gevallen de omgevingsvergunning verleent (vroeger: "stedenbouwkundige vergunning/verkavelingsvergunning" of ook wel: 'bouwvergunning'). Dat maakt de lokale besturen tot spil in de ruimtelijke ordening en eerste aanspreekpunt voor burgers en bedrijven bij (ver)bouwplannen. De gemeente behandelt de aanvraag altijd digitaal en beslist ook altijd digitaal. De meeste aanvragen moeten digitaal via het Omgevingsloket worden ingediend. Om vergunningsaanvragen vlot te kunnen behandelen is een goed samengesteld dossier én een goede werkorganisatie. Lees hier meer over hoe de gemeente en architecten met elkaar erover het gesprek kunnen aangaan.
-
handhaving
Het optreden tegen stedenbouwkundige overtredingen vormt het sluitstuk van de ruimtelijke ordening. Ook hier heeft de gemeente een rol te spelen.
Om het ruimtelijk beleid terdege vorm te kunnen geven dient het gemeentelijk ruimtelijk beleid aan verschillende randvoorwaarden te voldoen. Zo heeft een gemeente verschillende informatieverplichtingen naar de burger.