Lokale besturen beschikken over beleidsruimte om het eigen ruimtelijk beleid vorm te geven. Of een gemeente dat op een kwaliteitsvolle wijze doet, hangt onder meer af van een aantal randvoorwaarden:
- De gemeentelijke omgevingsambtenaar (GOA) bereidt de beoordeling door het college voor van de aanvragen voor de aanvragen voor een omgevingsvergunning. Bovendien begeleidt hij of zij veelal de opmaak van ruimtelijke plannen. Dat maakt de omgevingsambtenaar tot dé spilfiguur op het vlak van ruimtelijke ordening.
Lees hier meer over de rol van de omgevingsambtenaar.
-
De gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (GECORO) is een adviesorgaan dat het college en de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd adviezen verleent over allerlei onderwerpen rond ruimtelijke ordening.
De VVSG is overigens tevens vertegenwoordigd in Strategische Adviesraad Ruimtelijke ordening (SARO) . De SARO adviseert de Vlaamse regering over (wijzigingen van) decreten en uitvoeringsbesluiten of geeft adviezen over ruimtelijke ordening uit eigen beweging of op vraag.
-
Openbaarheid van bestuur
De stukken ter voorbereiding van een plan of ter beoordeling van een vergunningen (bezwaren, aanvraag) zijn stedenbouwkundige bestuursdocumenten. Ze worden vaak als 'gevoelige' informatie beschouwd. Toch geldt ook hier: openbaarheid is de regel, niet-openbaarheid de uitzondering. Op de VVSG-website is er meer informatie te over openbaarheid van bestuur.
-
Risico van belangenvermenging
Een collegelid of ambtenaar ruimtelijke ordening werkt in een beleidsveld dat gevoelig is voor het vermengen van belangen. Door de opmaak van plannen worden gronden immers meer of minder waard. Door het verlenen of weigeren van vergunningen worden investeringen mogelijk of juist verhinderd. Er kunnen dan ook grote sommen geld mee zijn gemoeid met de beslisingen die het college neemt en de ambtenaar voorbereidt. Ambtenaren en college- en gemeenteraadsleden hebben ook al vroeg kennis van mogelijke toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Als aannemelijk kan worden gemaakt dat het algemeen belang niet voor gaat op het persoonlijk belang, blijf je als ambtenaar of bestuurder beter weg. Gelukkig houdt de overgrote meerderheid zich aan dat principe. Ook transparantie helpt om belangenvermenging te voorkomen: zorg dat iedereen weet welke eigendommen je waar hebt. Bovendien zijn alle gemeentelijke personeelsleden en mandatarissen gebonden aan een deontologische code en biedt de regelgeving instrumenten om belangenvermenging tegen te gaan (college beslist collegiaal, er kijken dus meerdere mensen mee, onverenigbaarheden bij familiale band, onafhankelijk advies van de omgevingsambtenaar en de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen een beslissing van het college). Lees hier meer over deontologie en integriteit.
-
Stedenbouwkundige informatie
Burgers, notarissen of immokantoren komen aan het gemeentelijk loket met talrijke vragen rond verkavelen, bouwen en verbouwen. Veel lokale besturen steken veel energie in het verstrekken van informatie en het begeleiden van de burger met bepaalde plannen.
Een burger kan op verschillende manieren stedenbouwkundige informatie vragen aan de gemeente, afhankelijk van de vraag of een gemeente al over een goedgekeurd plannen- en vergunningenregister beschikt of niet. Het gaat om het 'stedenbouwkundige inlichtingen' (gemeenten die géén plannen- en vergunningenregister klaar hebben), 'het stedenbouwkundig uittreksel' (in gemeenten die wél al een plannen- en vergunningenregister hebben) en het 'stedenbouwkundig attest' (om in te schatten of concrete bouwplannen later een kans hebben om vergund te worden).
Daarnaast bestaat er de goede praktijk van het inlichtingenformulier vastgoedinformatie. Dit model wordt door de VVSG, in samenwerking met de KFBN (de federatie van notarissen) samengesteld als hulpmiddel voor gemeenten en aanvragers van vastgoedinformatie.
Je vindt hieronder de teksten:
Overigens zal de papieren notarisbrief vanaf 2023 worden vervangen door een digitale inlichtingenfiche via het Vlaams Vastgoedinformatieplatform. Lees hier meer info erover.