Coördinerende rol niet verduidelijkt
Op welke manier de gemeente de regie van het lokaal woonbeleid vorm moet geven, verduidelijkt de Vlaamse Wooncode niet of nauwelijks. Gemeenten kunnen die ruimte dus gebruiken om de coördinerende rol zodanig in te vullen dat ze beantwoordt aan de lokale noden, mogelijkheden en prioriteiten. De afstemming gebeurt natuurlijk het best op basis van een visie, zodat de lokale woonactoren weten welke kant de gemeente op wil met het lokaal woonbeleid.
Een concreet en belangrijk instrument om die coördinerende rol op te nemen en om de visie samen met partners op te bouwen is het lokaal woonoverleg, dat een gemeente minstens tweemaal per jaar moet organiseren. De gemeentelijke visie op wonen kan ook gevoed worden door een woonraad, waarin verschillende lokale actoren vertegenwoordigd zijn. Die lange termijn visie kan bijvoorbeeld worden verwoord via een lokaal woonplan, waarop zowel de gemeente als de andere actoren kunnen terugvallen om projecten en acties in te kaderen. In een woonplan kunnen ook delen uit andere gemeentelijke plannen aan bod komen.
Een gemeente kan er ook voor kiezen om het lokaal woonbeleid intergemeentelijk vorm te geven. Sinds 2007 voorziet de Vlaamse overheid financiële ondersteuning voor gemeenten die samenwerken in het lokaal woonbeleid en een aantal opdrachten op zich nemen.
De coördinerende rol van een gemeente blijkt ook uit een actieve afvaardiging van de gemeente in de sociale huisvestingsmaatschappij, een regelmatige terugkoppeling tussen de gemeentelijke vertegenwoordigers in de sociale huisvestingsmaatschappij en het sociale verhuurkantoor met het college en/of de gemeenteraad en de advisering door de gemeente van concrete sociale woningbouwprojecten door een sociale huisvestingsmaatschappij.