In 2011 maakte de gemeente Willebroek als eerste in Vlaanderen een accommodatiebeleidsplan op. Daarmee creëerde ze een visie op vrijetijdsinfrastructuur voor de volgende 35 jaar. Uit dit onderzoek bleek dat het vrijetijdspatrimonium enerzijds verouderd was en dat er anderzijds een tekort aan binnensportruimte was. Elk vrijetijdsgebouw werd beoordeeld op drie criteria: staat, functionaliteit en belevingswaarde. Op basis van deze beoordeling en van de langetermijnvisie werd in 2012 een implementatieplan opgesteld voor de volgende vijftien jaar. Na de studie over het accommodatiebeleid werd in 2017 de beleidsvisie op het vlak van vrijetijdsinfrastructuur aangepast. De klemtonen daarbij liggen op polyvalente binnenruimtes die centraal of bovenlokaal geclusterd zijn; een decentrale inplanting van buurtaccommodaties voor vrijetijdsactiviteiten en tot slot een goede technische staat, functionaliteit en belevingswaarde van alle vrijetijdsaccommodatie.
Huis van de Vrije Tijd
De realisatie van het Huis van de Vrije Tijd op de site van het voormalige voetbalstadion De Schalk past perfect in deze beleidsvisie. Bovendien wil de gemeente ook meegaan in de nieuwe trend in het vrijetijdslandschap om meer geïntegreerd te werken. Naast de sportsite is ook een site voor buitenschoolse kinderopvang, een kinderdagverblijf en de zomer- en jeugdhuiswerking.
De nieuwe bebouwing en parkinrichting werden afgestemd op bestaande entiteiten als de sporthal, de atletiekpiste en de Bosbeek. De herontwikkeling concentreert zich op drie clusters van activiteiten: balsport, omnisport en kinderopvang. Door de wijze van inplanting is er een natuurlijke nabijheid tussen de activiteiten en is er een vlotte uitwisseling mogelijk tussen de gebouwen en hun directe omgeving. Het grootste gebouw omvat een omnisporthal, fuifzaal, jeugdhuis, brasserie, danszaal en gevechtssportenzaal. Het andere gebouw is een volledig nieuwe site voor de allerkleinsten van de buitenschoolse kinderopvang en een kinderdagverblijf.
Van sporten tot fuiven
De omnisportcluster huisvest op de begane grond een turnzaal waarvan bijvoorbeeld ter gelegenheid van een turngala de capaciteit kan worden vergroot door de feestzaal mee in te schakelen. Het jeugdhuis komt op een afstand van de woonwijk, gebufferd door een parkaanleg. De feestzaal kan ook worden gebruikt voor occasionele fuiven. Een ruime berging voor de speelpleinwerking is rechtstreeks toegankelijk vanuit het park. Rechts vooraan in het gebouw bevindt zich een brasserie met ruim terras. Samen met de centrale speeltuin verlevendigen deze functies de site. Er is ook vanzelf een zekere sociale controle, ook wanneer er geen sportactiviteiten plaatsvinden.
Vanuit de centrale hal is er via een brede trap in de vide een directe en visuele link met de verdieping. Rondom de vide is er ruimte voor informele ontmoetingen. Je vindt er twee polyvalente lokalen voor flexwerken en verenigingsleven, kleedruimten, sanitair en bergingen. De VIP-foyer en tribune bieden zicht op en toegang tot de sportzaal. Boven de feestzaal van de benedenverdieping bevindt zich de danszaal, en op de oostelijke kop van het gebouw de zaal voor gevechtssporten (dojo). Vanuit alle ruimten is er een weids uitzicht over het park. De passerelle eromheen, een elegante betonstructuur, geeft het grote gebouw een menselijke schaal en biedt naast zonwering, ook ruimte voor een overdekte entree en de integratie van voorzieningen voor afvalberging en een overdekte fietsenstalling.
Een site voor de allerkleinsten
Het was de uitdrukkelijke vraag van de diensten buitenschoolse kinderopvang (BKO) ’t Appelboompje en kinderdagverblijf ’t Bengelhuisje om samen gehuisvest te worden, zodat ze de ruimten samen kunnen gebruiken. Ook de integratie in het nieuwe sportpark is een grote vooruitgang. Het gebouw heeft zijn toegang van op het centrale plein met speeltuin. Via het onthaal betreed je een ruime hal die fungeert als polyvalente ontmoetingsruimte. De lokalen van de BKO situeren zich ten noorden van het onthaal, die van het kinderdagverblijf ten zuiden. De gangen in het gebouw zijn ruim gedimensioneerd, zodat ze desgewenst ook kunnen dienen als extra speelruimte, bijvoorbeeld bij regenweer.
Het gebouw heeft door de U-vormige plattegrond een eigen, veilige buitenspeelruimte op maat van de kinderen. Een luifel die beschermt tegen zon en regen, met ook nog eens buitenbergingen, bakent de patio af.
No-nonsense
Het hele ontwerp is gestoeld op een no-nonsense aanpak volgens het principe van ‘ruwbouw is afbouw’. Zo wordt de omnisportcluster opgevat als een industrieel gebouw met een dragende basisstructuur van betonnen kolommen en balken met predallen (geprefabriceerde betonnen vloerplaten), overwegend polybetonvloeren, metselwerk in betonsteen, technieken grotendeels in het zicht en binnenschrijnwerk in hout om het geheel te verzachten. De rationele structuur van de planopbouw vertaalt zich ook in de gevels. Horizontale en verticale betonnen banden, ingevuld met baksteenmetselwerk – de typische klassieke ‘boerkens’– verwijzend naar de ligging in de Rupelse kleistreek, markeren de vloerlagen en kadreren de raamopeningen. De ramen zijn telkens zo goed als verdiepinghoog en traveebreed, waardoor je in alle verblijfsruimten geniet van royale lichtinval en uitzicht op het park. —
TECHNISCHE FICHE
- Opdrachtgevend bestuur: gemeente Willebroek
- Architectenbureau: Stramien CV
- Projectmanagement: Belfius
- Hoofdaannemer: NV Stadsbader
- Totale budget: € 11.141.416 excl. btw € 13.481.113 incl. btw
- Subsidie Vlaamse regering: € 666.778
- Projectleider: Michel Glorie afdelingshoofd
- Informatie: Michel Glorie projectleider
Katrien Gordts is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 04 | 2022