2021Lokaal01 - nieuwe infra kennisnetwerk.png
Provider image

Voor de Beringse burgemeester Thomas Vints maakten de vele kandidaturen voor de duurzame helden in Beringen opnieuw duidelijk dat een stad of gemeente de Agenda 2030 alleen maar samen met de bevolking kan realiseren. ‘Als stad moeten we de trekker zijn en de mensen mogelijkheden bieden om de duurzameontwikkelingsdoelstellingen te realiseren. We kunnen dat niet alleen.’ Beringen staat dan ook voor veel uitdagingen.

Beringen ligt open. In het centrum wordt overal aan de weg gewerkt, de Markt wordt heraangelegd. Drie grote onderwijsinstellingen zijn de voorbije jaren uit hun schoolgebouwen in het stadscentrum naar de rand getrokken waar ze de ruimte vonden op een nieuwe campus, gerealiseerd met middelen van Scholen voor Morgen. Een van de drie is de Sinte-Lutgartschool waarvan de klassen over een paar jaar worden afgebroken.

In afwachting van de sloop is Lutgart een creatieve broedplaats geworden waar het deze zomer zonder corona nog veel meer gebruist zou hebben met toffe zomerbars en hippe restaurants in de oude klassen. De dienst cultuur huurt en verhuurt er lokalen aan verenigingen maar ook aan een kunstenaarscollectief. Deze legislatuur moet het Beringse stadsbestuur een langetermijnvisie voor deze site ontwikkelen. Hier fotografeert Lokaal-fotograaf Stefan Dewickere de burgemeester vóór de posters van de duurzame helden die aan de popupbibliotheek hangen.

Daarna rijden we naar de oude mijnbouwschool waar het stadhuis sinds de mijnsluiting een stek vond. Nu is het gebouw niet meer aangepast aan wat vandaag nodig is, bovendien wil Beringen door het samengaan van stad en OCMW de diensten op een plaats centraliseren en dat lukt niet in dit gebouw. Het oude college aan de Markt waar Thomas Vints zelf nog niet zo lang geleden school liep, wordt in oktober 2021 het nieuwe duurzame en energiezuinige stadhuis, aangepast aan het nieuwe klant- en dienstverleningsconcept.

Bovendien kan het stadhuis in het hart van de stad het handelscentrum meer dynamiek geven. En dan zullen ook nog de bruggen over het Albertkanaal worden verhoogd. Beringen is een van de snelst groeiende steden van het land met een zeer jonge en diverse bevolking. Een op de zeven kinderen hier groeit op in een kansarm gezin. Over de vraag welke van de zeventien duurzameontwikkelingsdoelstellingen voor Beringen het belangrijkste is, hoeft burgemeester Thomas Vints dan ook niet lang na te denken. ‘Als bestuur willen we geen armoede meer in Beringen, we willen de armoede echt uit de wereld bannen, die beleidsprioriteit zit als bevoegdheid dan ook bij de burgemeester.

Al moet je er in alle beleidsdomeinen aan werken, armoede is geen zaak van de dienst welzijn of samenleven alleen, maar ook van de dienst gebouwen of wonen. In het begin van de legislatuur hebben we daarom met het college afgesproken de armoedetoets in te voeren, zodat we zelf het goede voorbeeld geven. De eerste stappen in de ontwikkeling van de armoedetoets werden al gezet.’

 

In 2020 nam Beringen voor het eerst deel aan de Week van de Duurzame Gemeente. Waarom?

‘Als schepen van Welzijn, Zorg en Samenleven heb ik in 2017 en 2018 al een aantal keren vanuit de dienst Samenleven geprobeerd om met de zeventien doelstellingen aan de slag gaan. Ze zijn op een heel hoog niveau bepaald, niet zo concreet en je moet ze dus vertalen voor de bevolking en de adviesraden. In het beleid zelf hebben we sinds de verkiezingen al vanaf de ontwerpfase de zeventien ontwikkelingsdoelstellingen aan onze beleidskeuzes gekoppeld. In de omgevingsanalyse van oktober 2018 voor het huidige meerjarenplan werden ze als onderlegger gebruikt voor onze acht beleidsdoelstellingen volgens mens, planeet, welvaart, vrede en partnerschap, al klinkt dat in het Engels beter met de vijf p’s: people, planet, prosperity, peace en partnership.

In principe kunnen de prioritaire acties gefilterd worden volgens deze bril maar ons softwarepakket laat het niet toe. Daarnaast hebben we nu in 2020 een nulmeting gedaan. Jammer genoeg scoren we laag op SDG 4, 5, 10 en 16, vooral door vroegtijdig schoolverlaten, onveiligheidsgevoel, intrafamiliaal geweld en houding tegenover andere culturen. Toch doet Beringen het niet over de hele lijn slecht, integendeel, voor meer dan de helft van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen scoren we beter dan het Vlaamse gemiddelde. Daarnaast hebben we ook het burgemeestersconvenant ondertekend met het voltallige schepencollege.

 

Hoe zijn jullie aan de campagne van de duurzame helden begonnen?

‘Ik vond dat als we aan de campagne meededen, we een goede vertaalslag moesten maken. In 2018 hebben we een expert uitgenodigd om de duurzameontwikkelingsdoelstellingen toe te lichten aan de verenigingen. Deze uitleg bleef behoorlijk academisch, waardoor er weinig aan de slag werd gegaan met de doelstellingen. Met die duurzame helden voelden we meteen aan dat we het wel concreet konden maken. We wilden het niet alleen over het verminderen van de afvalberg hebben of over andere milieuthema’s maar ook over lokale producten en dat was veel dankbaarder om mee aan de slag te gaan tussen de twee coronagolven door. Het was ook een goed initiatief om de verenigingen erbij te betrekken.

Met een open oproep hebben we hen als eerste gevraagd of ze duurzame helden kenden. We hebben het toen bewust vaag en ruim gehouden zodat ze veel mensen zouden voordragen. Denk maar aan de stadsimker, die werkt duurzaam en heel lokaal.’ ‘Zo werd iemand voorgedragen van Open Hart, dat is een organisatie die kleding en huisraad verzamelt voor mensen die het moeilijk hebben. Of iemand van de Sint-Vincentiusvereniging die zich tot de armen richt. Dat we voor elke duurzameontwikkelingsdoelstelling helden vonden die heel concrete dingen doen, maakte de boodschap veel laagdrempeliger voor de Beringenaren.’

 

De duurzame helden maakten de doelstellingen in Beringen als het ware tastbaar?

‘Juist. Zo kregen die duurzameontwikkelingsdoelstellingen een gezicht. We hebben de helden dan ook gefotografeerd en hun gezichten op posters opgehangen op de plakpalen en de stadsgebouwen. Zelf kregen de helden ook een poster mee om op te hangen, als een duidelijke uiting van waardering omdat ze zich inzetten voor hun omgeving.’ ‘Het is een van de uitdagingen waarvoor je je als lokaal bestuur gesteld ziet: de overheid kan het niet alleen, het moet een gezamenlijk verhaal worden. Dat geldt ook voor het burgemeestersconvenant. We staan achter de ambitie om veertig procent minder uit te stoten. Dat is alleen haalbaar als we het samen met de inwoners doen, wij kunnen als stadsbestuur alleen maar een voortrekkersrol opnemen en het goede voorbeeld geven.’

 

Is dat de manier waarop lokale besturen de Agenda 2030 kunnen realiseren?

‘Als lokaal bestuur heb je die voortrekkersrol op te nemen, maar het is geen verhaal van het lokale bestuur alleen. We moeten dat vertalen naar de inwoners. Daarom is die campagne een goed instrument. Walk the talk, geef zelf het signaal en hoop dat je iedereen meekrijgt. Het lokale bestuur staat het dichtst bij de mensen. Zie maar hoe krachtig de lokale besturen tijdens de coronacrisis zijn opgetreden. Zo moeten wij er ook voor zorgen dat de duurzameontwikkelingsdoelstellingen geen holle begrippen blijven, we moeten duidelijk maken dat ze met alle beleidsdomeinen te maken hebben. Dat is de rol van het lokale bestuur.’

 

Wat gebeurt er nu met de helden, vormen ze een soort netwerk?

‘Dat is de bedoeling maar ook hier heeft corona roet in het eten gegooid. In elk geval hebben we de mensen aan het woord gelaten en ook gezegd dat ze nog andere helden mochten voordragen. Zo kan er de volgende jaren een netwerk groeien. Ik zie dit als de start, we gaan hier nog verder mee aan de slag.’ ‘Bovendien ging het verder dan we zelf tevoren hadden bedacht. Zo zagen we de korte keten voor onze ogen ontstaan, toen een restauranthouder begin dit jaar er voor het eerst voor koos om in zijn gerechten Beringse producten zoals kaas en aardappelen van de boeren hier te gebruiken. “Fier op hier”, dat noem ik pas lokaal ambassadeurschap! Toeristisch kun je daar mooi mee uitpakken.

Dat hebben we dan ook gedaan in ons B-magazine, we hebben er een nummer aan opgehangen. Zo maak je dat concreet en bied je kapstokken aan. Die filosofie hebben we aldoor doorgetrokken zonder te theoretisch te worden.’ ‘Dan zie je het netwerk groeien. Er kwamen veel meer reacties dan verwacht. Het was een dankbaar instrument om te zorgen voor connectie tussen de bewoners. Ze overstegen hun kokers en er was veel wisselwerking, mensen zagen dat ze banden hadden met anderen. Zo had de ouderenvereniging van het Blauwe Huis moeite om tijdens de lockdown de doelgroep te bereiken, terwijl er een dame was die voor iedereen kaartjes maakte en in de bus ging steken.

Zo gauw ze met elkaar in contact kwamen, ontstond er een wisselwerking.’ ‘Het lokale bestuur fungeert dan als facilitator, je schept een kader waarin dingen mogelijk worden. Idealiter ontstaan er dan nog nieuwe dingen en groeit het verder. Wat eruit groeit en vloeit hoef je als lokaal bestuur niet bij het handje te nemen. Je bent de motor om dingen in gang te trekken of te duwen.’ ‘Er zaten mensen van allerlei slag en achtergrond bij, leerkrachten met een migratieachtergrond, jong en oud, ook de zorgsector was vertegenwoordigd.

Dit heeft het tastbaar gemaakt voor de mensen. Duurzaamheid gaat zoveel verder dan hernieuwbare energie. We leerden zelf ook veel nieuwe dingen. Zo zagen we een restaurant vluchtelingen inschakelen en voor hun overschotten TooGoodToGo gebruiken tegen voedselverspilling. Het leuke is dat we door het concreet te maken veel nieuwe concrete suggesties kregen. Er zit echt muziek in om er verder mee aan de slag te gaan.’

 

Wat zou de burgemeester realiseren als hij niet naar het budget hoefde te kijken?

‘Het hoeft niet eens zo veel geld te kosten. Een loket of een duurzaamheidsadviseur in het leven roepen die een aanbod ontwikkelt voor individuen, bedrijven en verenigingen, zodat processen verduurzamen, zou al een sterk idee zijn. En daar koppel je dan een subsidie aan. Het zit in elk beleidsdomein, je zou er je hele organisatie van moeten kunnen doordrenken. Ook de armoedetoets zou in een ideale wereld niet nodig zijn, in een ideale wereld heeft iedereen die reflex.

Dat zou ook zo moeten zijn met duurzaamheid, duurzaamheid moet een steentje in je schoen zijn, waardoor je er altijd aan denkt.’ ‘Het hoeven niet eens gekke dingen te zijn. Als lokaal bestuur is het de uitdaging om te zien wie wat doet, dat is je functie ook. Bij de opmaak van het bestuursakkoord voor onze 47.000 inwoners hebben we ingezet op veel facetten, maar we krijgen niet de middelen van bijvoorbeeld centrumsteden of regionale steden.

Bovendien stopt de wereld niet aan de gemeentegrens en liggen vele uitdagingen op het internationale niveau, dat geldt ook voor de zeventien ontwikkelingsdoelstellingen.’ ‘Net zoals de andere overheden spelen we als lokaal bestuur een rol, net als de inwoners, daar moeten wij hen van bewust maken. En dat doe je niet alleen door hele grote projecten maar wel vaak door de kleine initiatieven die iets kunnen bijdragen. Vele kleintjes maken een groot.’ •

 

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Voor Lokaal 01 | 2021


Verhalen van de duurzame Beringenaren