IN CONTACT MET Jan Van Dooren
WAT Teamverantwoordelijke natuur en milieu
HOE Als teamverantwoordelijke stuurt Jan twee voltijdse medewerkers en een milieuploeg van vier arbeiders aan. Het team werkt beleid en projecten uit voor diverse thema’s – van natuur tot water en riolen – maar gaat evengoed op pad om de openbare plekken proper te houden, invasieve exoten terug te dringen of ongedierte te bestrijden.
HOELANG Na een half jaar van archeologische opgravingen op de site van de Boudelo-abdij in Klein-Sinaai maakte hij de overstap naar het gemeentebestuur van Stekene, waar hij ondertussen al 36 jaar lang zijn expertise inzet voor een groene en milieuvriendelijke leefomgeving.
Toen Jan zijn intrede maakte in het gemeentebestuur van Stekene in 1984, was er nog helemaal geen sprake van een milieudienst. Jan startte er als diensthoofd van de groendienst, maar ook die was nog in volle ontwikkeling. Er was wel een wagenpark met een groep werkmannen, verantwoordelijk voor allerhande zaken, maar voor de rest mocht hij eigenlijk van de grond af beginnen. ‘Met de komst van het VLAREM kwam milieu in 1991 dan ook op mijn lijstje van verantwoordelijkheden te staan. Omdat milieu steeds meer begon door te wegen en groen langzaam maar zeker in een vergeethoek belandde, kwamen we dan op een bepaald moment voor een keuze te staan: nemen we extra personeel aan of splitsen we de diensten op?
Uiteindelijk werd voor het tweede gekozen – vooral uit politieke overwegingen – en werd ik de teamverantwoordelijke van de milieudienst,’ legt Jan uit. Zijn takenpakket wijzigde door deze ontwikkeling, maar het bleef een flinke boterham, omdat naast milieu in brede zin, van afval tot klimaat en energie, ook het beleid in verband met water en landbouw bij hem terechtkwam. ‘Landbouw heeft nog een lange tijd bij ons gezeten en nu merk je dat natuur ook weer meer en meer op de voorgrond komt. Van stilstand is hier geen sprake en dat is maar goed ook. Het motto van Stekene is niet voor niets “van nature actief”.’
Mens en werk zijn niet altijd makkelijk los te koppelen van elkaar en dat gaat in zekere mate ook op voor Jan. Van jongs af aan was hij al bezig met natuur en groen. Door op eigen houtje de bossen te verkennen met een kritisch en leergierig oog, maar evengoed door deel te nemen aan de activiteiten en kampen van De Wielewaal, een van de vzw’s die later zouden fuseren tot het alom gekende Natuurpunt. Op de brievenbus aan zijn woning prijkt het toepasselijke plakkaat ‘Ik tuinier met respect voor plant en dier’. ‘Je moet daarin consequent zijn,’ vindt hij. ‘Je kunt moeilijk professioneel inzetten op een groene leefomgeving, en dan in je eigen tuin pesticiden gebruiken of niet grondig sorteren.
Wat ik op het werk doe – van composteren tot het waken over biodiversiteit – doe ik ook thuis. Mijn werk is mijn hobby en omgekeerd.’ Voor zijn werkzaamheden kan hij ook terugvallen op een andere passie: die voor geschiedenis. Bij het maken van beleidsafwegingen gaat hij immers steeds uit van het historische landschap. ‘Want hoe je het ook draait of keert, hoe de omgeving er zoveel jaren geleden uitzag is een belangrijk fundament om op voort te bouwen. Als je daar geen respect voor kunt opbrengen, gaat het karakter van je gemeente verloren en moet je altijd van nul beginnen,’ klinkt het.
Maar het is niet alleen een verhaal van passies, ook stijl en persoonlijkheid spelen een belangrijke rol in het werk van Jan. Zo tracht hij zichzelf steeds op te stellen als een bemiddelaar die weet hoe te geven en te nemen. Wanneer bedrijven zaken ondernemen die buiten hun vergunning vallen, is het dan ook niet zijn gewoonte om de politie er meteen op af te sturen: ‘Mensen weten niet altijd dat ze iets fout doen en uiteindelijk krijgt wie zich agressief opstelt agressie terug.’ Diezelfde mentaliteit hanteert hij ook voor de inwoners. Is er een burenruzie over een stuk groen in de tuin? Dan moet een positieve dialoog altijd de eerste stap zijn en niet een trip naar het vredegerecht.
‘In de toekomst zou ik in het rijk beboste Stekene graag weg willen van de weinig diverse, zieke sparrenbossen om te evolueren naar gemengd loofbos. Dankzij mijn jaren ervaring weet ik nu dat ik boseigenaars niet meekrijg door met de vinger te wijzen. Wél door een positief verhaal te schrijven.’ In de loop van zijn tijd bij het gemeentebestuur van Stekene heeft Jan al een mooi traject afgelegd, maar van ophouden wil hij nog niet weten. Wanneer hij 67 kaarsjes uitblaast, zal hij zonder morren aan zijn nieuwe levensfase beginnen, maar voor het zover is wil hij nog wat dingen in gang zetten. Waar hij zich hiervoor vroeger van hot naar her moest begeven, coördineert hij zijn projecten nu vooral vanuit het gemeentehuis.
Jan gaat nog steeds graag op het terrein, maar vaak is daar geen tijd voor: ‘Gelukkig woon ik ondertussen al zolang in Stekene dat ik na een snelle scan van Google Streetview het probleem meestal kan beoordelen zonder langs te gaan.’ Voor sommige controles gaat hij wel nog ter plaatse en voor bepaalde projecten die hem na aan het hart liggen, zoals de uitkijktoren van 20 meter in samenwerking met de gemeente Hulst, trekt hij ook met plezier op pad. ‘Het mooie aan wat ik doe is dat ik ook na mijn pensioen elke dag nog in aanraking zal komen met de realisaties en projecten die mijn team en ik op poten hebben gezet. Bij een wandeling langs de bermen of tijdens een uitstap in de natuur.’
Tomas Coppens is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 10 | 2020