lokaal_20230501_22_gent.png
Provider image

Eén keer per jaar organiseert de Gentse gemeenteraad een themacommissie op locatie. De raadsleden gaan er in dialoog met inwoners, belanghebbenden en experts, het is de bedoeling dat ze vooral luisteren. Zo’n commissie moet altijd een concreet advies of standpunt door de gemeenteraad opleveren. Enkele maanden geleden had de eerste themacommissie op locatie plaats, over studentenhuisvesting.

In 2021 keurde de gemeenteraad unaniem de nota ‘politieke besluitvorming dichter bij de Gentenaar brengen’ goed, met verschillende voorstellen om de kloof met de burger te dichten. Het initiatief ging uit van het voorzitterschap van de gemeenteraad, gevormd door ondervoorzitter Zeneb Bensafia en voorzitter Christophe Peeters (gedurende de eerste drie jaar van de legislatuur was de rolverdeling omgekeerd). Een van de acties in de nota is minstens jaarlijks een themacommissie op locatie organiseren. Maar corona leidde tot vertraging en zo kon de eerste editie pas op 8 november vorig jaar doorgaan, over het thema studentenhuisvesting. We legden Christophe Peeters (Open VLD), Zeneb Bensafia (Groen), Joris Vandenbroucke (Vooruit), Stijn De Roo (CD&V) en Anneleen Van Bossuyt (N-VA) enkele vragen voor.

 

Hoe wordt het thema van de commissie bepaald?

Zeneb Bensafia: ‘Zowel de raadsleden, het college als de burgers kunnen een voorstel indienen bij de voorzitter van de raad. Het Bureau van de gemeenteraad, bestaande uit de voorzitter en de fractievoorzitters, en het uitgebreid Bureau waar ook de commissievoorzitters deel van uitmaken, beslissen uiteindelijk.’

Anneleen Van Bossuyt: ‘Zowel het thema als de concrete invulling van de commissie op locatie werd besproken op het Bureau en het uitgebreid Bureau.’

Stijn De Roo: ‘Er was een breed draagvlak voor het thema studentenhuisvesting.’

Christophe Peeters: ‘Het leefde al langer in de gemeenteraad. Voldoende studentenhuisvesting aanbieden en die inpassen in de stad is een grote uitdaging waarover we graag met alle belanghebbenden van gedachten wilden wisselen.’

Zeneb Bensafia: ‘In twee jaar tijd is het aantal studenten toegenomen van 70.000 naar 80.000. Er is een tekort aan koten. Daardoor huren nogal wat studenten gezinswoningen op de private markt, waardoor andere mensen dan weer minder kansen krijgen op de woningmarkt. Het is nodig dat daarover een breed debat wordt gevoerd, en dat is net de bedoeling van een themacommissie op locatie.

 

Hoe zag de avond eruit?

Christophe Peeters: ‘In het voortraject was er een heel nauwe samenwerking met onder meer de stedelijke diensten wonen, bestuursondersteuning en beleidsparticipatie.’

Joris Vandenbroucke: ‘De themacommissie had plaats in de Arteveldehogeschool. Na de verwelkoming was er een korte toelichting van het stedelijke beleid door schepen Tine Heyse, bevoegd voor wonen. Dan volgde een plenair panelgesprek met vertegenwoordigers van studenten, buurtbewoners, eigenaars van studentenkoten, projectontwikkelaars en onderwijsinstellingen. Vervolgens schoven die verschillende betrokkenen aan kleinere gesprektafels aan, met telkens ook enkele gemeenteraadsleden. Dat gesprek werd professioneel geleid door medewerkers van de dienst beleidsparticipatie. Pas in een laatste ronde werd de politici gevraagd om kort te reflecteren op wat aan die gesprekstafels gezegd werd.’

Stijn De Roo: ‘De gesprekken in die kleinere groepen verliepen zeer constructief en respectvol. Er was een grote openheid.’

 

Wat was de rol van de gemeenteraadsleden?

Anneleen Van Bossuyt: ‘Luisteren. Daar waren op voorhand goede afspraken over gemaakt en dat is goed gelopen.’

Stijn De Roo: ‘We gaan regelmatig met onze fractie op het terrein, maar tijdens de themacommissie hadden we de verschillende visies tegelijkertijd aan de tafel.’

 

Is dat de grote meerwaarde van deze aanpak?

Joris Vandenbroucke: ‘Het was bijzonder leerrijk dat alle rechtstreeks betrokkenen met elkaar in dialoog gingen op basis van goed voorbereide en geleide gesprekstafels, zodat de verschillende perspectieven aan bod kwamen.’

Zeneb Bensafia: ‘Wij zien vaak mensen die verenigd zijn, de drempel van de themacommissie was zeer laag en de meeste deelnemers waren niet verenigd. Gewone burgers en buurtbewoners hebben de stap gezet.’

Christophe Peeters: ‘Politici krijgen heel veel mensen over de vloer die komen lobbyen voor hun zaak. Maar niet iedereen is daar even sterk in. De themacommissie laat meerdere stemmen horen en dat leidt tot meer nuance in het debat. En door met elkaar aan de tafel te zitten hebben de verschillende partijen ook ingezien dat er vele kanten zijn aan een probleem.’

Anneleen Van Bossuyt: ‘De onderlinge dialoog tussen de deelnemers was zeer belangrijk. Voor elke buurtbewoner met slechte ervaringen met studenten is er ook een die goede ervaringen heeft. Wat ikzelf heb geleerd is dat er jongeren zijn die geen hogere studies aanvatten omdat ze geen kot vinden. Ik wist niet dat het soms zo ver ging.’

 

Was ‘iedereen’ aanwezig?

Stijn De Roo: ‘Ondanks de lage drempel bereik je toch vooral de al geëngageerde en mondige burger.’

Anneleen Van Bossuyt: ‘De commissie is goed en ruim aangekondigd en de drempel om deel te nemen was inderdaad laag, maar je spreekt maar een kleine groep mensen aan die tijd en moeite willen doen om deel te nemen en die zich durven uit te spreken.’

Zeneb Bensafia: ‘Toch hebben we een zeer diverse groep mensen bereikt.’

Christophe Peeters: ‘Er was een groot verschil met de traditionele inspraakvergaderingen en hoorzittingen. Die worden vaak aangestuurd door een beperkt aantal zeer mondige deelnemers en de luidste roepers. Zij vertegenwoordigen dan zogenaamd de burger, maar de meerderheid van de aanwezigen zwijgt. Dat hebben we met dit format kunnen vermijden.’

Joris Vandenbroucke: ‘Dankzij de professionele werkwijze met de gesprekstafels werden deelnemers expliciet aangesproken en aangespoord om hun ideeën te vertolken en hun vragen voor te leggen.’

 

Wat doet de gemeenteraad nu met de input van de themacommissie op locatie?

Zeneb Bensafia: ‘Het reglement zegt dat de gemeenteraad altijd tot een advies, een aanbeveling of standpunt moet komen. Intussen is er begin dit jaar een eerste debat geweest tussen de fracties in de bevoegde algemene commissie. Voor de zomer zullen we tot een concreet advies of een standpuntbepaling komen.’

Christophe Peeters: ‘Er zijn bijvoorbeeld enkele zeer concrete obstakels in onze regelgeving, zoals het bouwreglement, die het uitbreiden van studentenkoten bemoeilijken. Die wegwerken zal ongetwijfeld een onderdeel zijn van het advies.’

Stijn De Roo: ‘De vervolgstappen van deze themacommissie zullen de komende maanden en zelfs nog jaren voorwerp zijn van debat in de gemeenteraad.’

 

In het najaar is er een tweede themacommissie. Is het thema al gekozen?

Zeneb Bensafia: ‘Nee, we zitten nog in de fase van het opvragen van ideeën en voorstellen. Via de website, sociale media en het stadsmagazine hebben we een oproep gedaan aan de inwoners. En ook de raadsleden kunnen voorstellen doen.’ 

 

Aan welke voorwaarden moet een goed thema voldoen?

Anneleen Van Bossuyt: ‘Het moet leven bij de bevolking. Er moeten verschillende belangengroepen zijn, het mag geen verhaal zijn van voor of tegen.’

Christophe Peeters: ‘Een goed thema is niet te specifiek of wijkgebonden. De heraanleg van een straat komt niet in aanmerking, net zoals één project van studentenhuisvesting niet geschikt is. Het moet dus breed gaan, over de stad en over verschillende bevolkingsgroepen, en tegelijkertijd concreet genoeg zijn. Een themacommissie op locatie mag ook niet in de weg lopen van de reguliere inspraakkanalen zoals wijkvergaderingen of hoorzittingen. Uiteraard moet het thema binnen de bevoegdheden van de stad vallen. De gemeenteraad moet het debat in de commissie op locatie achteraf kunnen vertalen in beleid of beleidswijzigingen.’

Joris Vandenbroucke: ‘Met de eerste themacommissie is in ieder geval een zeer sterke start genomen. Dit instrument kan uitgroeien tot een vast onderdeel van het beleidsproces in onze stad.’ —

 

Bart Van Moerkerke is redacteur Lokaal | Beeld Michiel Devijver
Voor Lokaal 05 | 2023