lokaal_20230101_30_detoekomst.png
Provider image

‘We moeten het landschap holistisch benaderen,’ zegt de Engelse professor Maggie Roe die landschapswetenschappen doceert aan de universiteit van Newcastle. ‘Dan kan het landschap weerstand bieden aan de klimaatverandering en ons meer voedsel leveren.’ De geografie maar ook de geschiedenis van het landschap en de bewoners kunnen hierbij helpen.

Maggie Roe is landschapsprofessor aan de Universiteit van Newcastle in het Verenigd Koninkrijk. Ze is een internationale autoriteit op het gebied van landschapsstudies en daarin ook actief als beleidsadviseur voor de Britse regering. Haar onderzoek, haar lessen en haar expertise spitsen zich toe op duurzame landschapsontwikkeling en landschapsontwerp, en de ontwikkeling van creatieve en participatieve methodes om daartoe te komen.

‘Het landschap staat onder druk. Kies je voor meer huisvesting of voor een dam? Voor deze toekomstscenario’s maken we gebruik van data die de voorbije jaren in een GIS-toepassing werden verzameld. We beschikken al over veel gegevens, maar over veel ook niet. Gebouwen kun je tellen, zelfs alle soorten planten of dieren, maar de bewegingen van het water of de effecten van de klimaatverandering zoals de bodemuitdroging zijn moeilijk in kaart te brengen. Met het vastleggen van die processen staan we nog maar aan het begin, maar ze kunnen aldoor geüpdatet worden. Bovendien liggen de ontwikkelingsprincipes sinds 2000 vast in de Europese Landschapsconventie, hierdoor kun je de ingrepen in de verschillende landen vergelijken.’

‘Een van die principes is het landschap als een geheel, holistisch, te benaderen, ook de mensen en alle systemen. Als je één element wijzigt, heeft dat een effect op alle andere elementen. Om te voorkomen dat je de gevolgen niet kunt overzien, helpt het om eerst te proberen om alles te begrijpen, hoe moeilijk dat ook is.’

‘Engeland telt veel snelwegen maar ook fietsen voetpaden, zelfs olifantenpaadjes, sommige van die paadjes zijn niet wettelijk gedefinieerd, ze zijn historisch gegroeid, soms onzichtbaar geworden en versmolten met het landschap. In heel Europa verdwijnen die oude kuddepaden, zoals de muilezelpaadjes in Spanje of Griekenland, ze staan niet eens meer op een kaart, of ze worden niet als wegen of routes beschouwd, terwijl ze precies een prachtige manier zijn om van het landschap te kunnen genieten. Ook niet meer gebruikte spoorwegen gaan op in akkers. Hierdoor verliezen we het potentieel van een directe verbinding tussen mens en landschap. Daarom moeten we de geschiedenis, de traditie begrijpen en doorzien hoe de buurtschappen gegroeid zijn. Het is interessant om dat te weten. Trage wegen geven immers kansen aan welzijn. Mensen in armere gebieden hebben dikwijls minder toegang tot het landschap, fiets- en voetpaden kunnen hen helpen. Ook kun je de rustige streken verbinden. Met tranquility mapping zetten we de kalmte en stilte op kaart.’

‘In mijn werk probeer ik alle mogelijkheden te identificeren. Ik ben geboeid door nieuw onderzoek dat verloren of spooklandschappen weer op de kaart zet, zoals de gedraineerde moerasgebieden. In die bodems zitten nog oude zaadbanken, bronnen van biodiversiteit. Het idee van deze spookpoelen willen we uitbreiden naar andere elementen. Denk ook aan alle vakkennis die we als gemeenschap snel aan het verliezen zijn. Wij identificeren als onderzoekers wat het landschap kan verrijken en we doen dat samen met burgers en scholen om die kennis door te geven.’

‘Denk hierbij ook aan de verschillende soorten commons. Naast die gronden dicht bij de dorpen waarvoor de dorpelingen van oudsher specifieke rechten hebben, kun je ook bekijken hoe we andere landschappen kunnen ontsluiten als commons waarop een recht van toegang geldt. Er zit potentieel in de groene gebieden rondom steden en gemeenten, maar iedereen zou ook toegang moeten hebben tot de kust. Dat is nu nog maar voor bepaalde delen het geval, zoals het gebied tussen hoog- en laagtij, dat altijd al een common is geweest. Gelukkig zijn veel stukken kust in eigendom van een gemeente of van een trust, van semipublieke instanties. Het is een manier van denken. Wat is een common en wat betekent dat? Het betekent dat je samen voor dit gebied zorgt. Omwille van de klimaatverandering moeten we samen vooruit denken. Dat er in het Verenigd Koninkrijk een groene strook rondom veel steden ligt, is goed, hiermee kunnen we de impact van de overstromingen opvangen. Grenzen in het landschap verdienen onze bijzondere aandacht, want wat in één deel van een landschap gebeurt, heeft een impact op vele plaatsen buiten dat landschap.’

‘Het landschap heeft waarde, maar een andere voor iemand die economisch denkt dan voor iemand die de rijkdom van biodiversiteit ziet, de schoonheid of de mogelijkheid om te wandelen. Het landschap kan bovendien een voedselschap zijn. Hier in het noordoosten van Engeland, het vissersgebied tussen de rivieren Tyne en Tees, hebben we een project in opdracht van de National Lottery Heritage Fund. We zijn geïnteresseerd in de tradities van de vissers en iedereen die schelpdieren zocht in de schorren, hun verhalen en liederen. In Engeland is voedsel, en dan vooral obesitas, een hot topic. Vroeger kochten de kustbewoners hun vis bij de visser, nu in de supermarkt. Daar hebben we het dan in de dorpen over. Pottenbakkers maken schalen om voedsel op te dienen, we proberen oude recepten of vermengen ze met nieuwe. Zo help je mensen na te denken over wat ze eten en wat dat betekent.’

‘Elk landschap kan voedsel produceren, ook de stad, maar vooral de bossen zijn een rijk voedselschap. Vroeger zochten mensen er paddenstoelen, noten en bessen. Dat gebeurt ook nu nog wel. In de toekomst ontstaat er door goed gecontroleerde bosbouw een nieuw voedselschap met bomen en vee, maar ook fruit en bessen. Nu we met ons allen minder vlees eten, moeten we ook nadenken over andere manieren om voedsel te produceren en over wat dit voor het landschap betekent. Wat met de koolstof? Wie plant de bomen? Worden landbouwers dan bosbouwers? En wie ondersteunt hen daarin? Dat zijn gecompliceerde kwesties!’

‘Als je het landschap wilt veranderen, moet je de gemeenschap mee hebben, maar ook de beleidsmakers. Het landschap bezoeken is als eten, mensen gaan graag mee uit, vooral als er lokale producten op het menu staan. Een maaltijd is het Maggie Roe is landschapsprofessor aan de Universiteit van Newcastle in het Verenigd Koninkrijk. Ze is een internationale autoriteit op het gebied van landschapsstudies en daarin ook actief als beleidsadviseur voor de Britse regering. Haar onderzoek, haar lessen en haar expertise spitsen zich toe op duurzame landschapsontwikkeling en landschapsontwerp, en de ontwikkeling van creatieve en participatieve methodes om daartoe te komen. GF geschikte moment om ideeën over het landschap uit te wisselen, ook met de beleidsmakers en de politici. Zij beslissen te dikwijls over het landschap vanuit donkere kamers zonder ramen. Het maakt zo’n verschil als je hen mee naar buiten krijgt en hen laat praten met wie er woont en er belangen heeft. Zo krijgt de politicus verbeelding. Dat is ons gelukt met de Northern Heartlands. Ook voor het dichtbevolkte België is een samenwerkingsbenadering zeer interessant. Door alle sectoren erbij te betrekken, de lokale autoriteiten, de politici, de boeren, de milieumensen, allemaal groepen met andere belangen en gezichtspunten, kun je gezamenlijk de principes veranderen en samen doelen uitzetten.’ —

 

Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal
Beelden GF
Voor Lokaal 01 | 2023

Marlies van Bouwel is redacteur Lokaal
Beeld GF
Voor Lokaal 01 | 2023