lokaal_20221201_55_kmi.png
Provider image

In de nacht van 14 op 15 juli 2021 werden de gemeenten in de Vesdervallei getroffen door een overstroming zoals er in de recente geschiedenis van ons land nooit een gezien was. 41 mensen lieten het leven. ‘We hadden cijfers over de verwachte regenval en het debiet van de Vesder en de Helle, maar wat betekenden die? We hadden geen idee,’ zegt burgemeester Claudia Niessen van Eupen.

Het KMI, de hydrologische diensten en de nationale en gewestelijke crisiscentra willen die impactinformatie in de toekomst wel ter beschikking stellen van de lokale beleidsmensen. ‘We zijn steeds beter in staat om lokale regenval te voorspellen, lokale impactinformatie is de volgende stap,’ verduidelijkt professor David Dehenauw (KMI).

In de Vesderregio kwamen in de fatale julidagen van 2021 een winterfenomeen – een regenperiode die enkele dagen duurt – en een zomerfenomeen – hevige onweders – bij elkaar. En dat op een van de hoogste plekken van België. De Vesder is bovendien een smalle rivier met een groot verval. Dat alles resulteerde in een enorme massa snelstromend water dat alles op zijn weg meesleurde. Zo verklaart David Dehenauw, weerman en hoofd van het departement voorspellingen van het KMI, de grote overstromingen. ‘Ook de klimaatverandering speelt een rol. Hoe warmer het is, hoe langer het duurt voordat wolken verzadigd zijn.

Als het dan gaat regenen, doet het dat harder en langer dan vroeger. Maar in de Vesdervallei speelde meer dan de klimaatverandering alleen. Ik weet niet of ik in mijn leven nog een soortgelijke catastrofe zal meemaken, maar het staat vast dat er nog zware overstromingen zullen zijn. Ook in Vlaanderen zou het kunnen dat er zeer grote hoeveelheden regen vallen op enkele dagen tijd. Door de veel geringere hoogteverschillen zullen we hier niet de kolkende rivieren krijgen die alles meesleuren, maar het water zal ook veel langzamer wegtrekken.

 

Millimeter en kubieke meter

Wie er de voorspellingen van het KMI over de verwachte hoeveelheid regen op naslaat, ziet dat die vrij accuraat waren in de dagen vóór de overstromingen in de Vesdervallei. Op maandag werd in een eerste waarschuwing gesproken over een neerslaghoeveelheid van plaatselijk 150 mm of meer. Dinsdag ging dat naar 200 mm en werd code oranje afgekondigd voor de provincie Luik, woensdag code rood. Uiteindelijk viel er op de meeste plaatsen in de regio ongeveer 200 mm, met lokale uitschieters tot 270 mm. Voor de gemeentebesturen in de regio boden die cijfers weinig houvast.

Claudia Niessen, burgemeester van Eupen: ‘Wat wil 200 mm neerslag concreet zeggen? We kregen van de hydrologische diensten ook cijfers over het aantal kubieke meter water dat aan de Vesderstuwdam zou worden gelost. Maar we hadden geen idee van wat dat zou betekenen voor onze stad. Zou de Vesder met een halve meter stijgen, een meter, twee meter? En wat met de zijrivier de Helle, waar er helemaal geen dam is die het water nog enigszins kon tegenhouden? We hebben op woensdagnamiddag al besloten om de mensen uit de benedenstad te evacueren. Niet omdat we vreesden dat ze fysiek gevaar liepen, maar omdat we ervan uitgingen dat hun huizen onder water zouden komen te staan en we ze nog moeilijk zouden kunnen bereiken. Veel mensen hebben overigens geweigerd om hun woning te verlaten.’

 

Impactverwachting

Na de overstromingen in de Vesdervallei is David Dehenauw langsgegaan bij alle Belgische gouverneurs, bij de nationale, Waalse en Vlaamse crisiscentra, de hydrologische diensten en ook bij de VVSG. Om te weten wat zij verwachten van het KMI, hoe er het best wordt gecommuniceerd, hoe gegevens het best worden gedeeld enzovoort. Hij begrijpt de reactie van de gemeentebesturen over het gebrek aan concrete houvast om hun beleid op te baseren. ‘In Wallonië is intussen een systeem opgezet, zodat bij een neerslagwaarschuwing van het KMI automatisch een videovergadering wordt georganiseerd met de hydrologische dienst. Wij lichten de voorspellingen toe, met het meest waarschijnlijke, het meest optimistische en het meest pessimistische scenario. Dan is het aan de hydrologen om te berekenen hoe de rivieren zullen reageren. Voor Vlaanderen willen we hetzelfde doen. De derde stap, waar we samen met de gewesten werk van maken maar die tijd vraagt, is het formuleren van de impactverwachting.’

 

Lokale weersvoorspelling

Om de lokale impact van hevige regenval correct en met een grote mate van zekerheid te kunnen voorspellen, moet je zeer lokaal goede weersvoorspellingen kunnen doen. Tot voor kort beschikte het KMI daarvoor niet over de nodige technologie, maar die evolueert snel. Sinds enkele jaren biedt het KMI een gratis applicatie en een website met gemeentelijke voorspellingen aan. Via de app kan iedereen tien, twintig minuten op voorhand een tekstbericht krijgen over bijvoorbeeld een zwaar onweer dat op komst is in zijn gemeente. Die termijn wil het KMI de komende jaren oprekken tot twee uur, zodat ook de hulpdiensten zich kunnen voorbereiden.

En het wil nog verfijnder voorspellen tot op het niveau van een deel van de gemeente. David Dehenauw: ‘Alles begint bij goede lokale, gedetailleerde voorspellingen van het KMI. Wij kunnen code oranje of rood afkondigen. Wat wij niet kunnen, is zeggen dat er overstromingen zullen zijn. Het is de taak van de hydrologische diensten op gewestelijk niveau om, op basis van onze gedetailleerde weersvoorspellingen, te kijken wat de lokale gevolgen zullen zijn, rekening houdend met allerlei factoren zoals de toestand van de bodem, de geografie, de lokale waterhuishouding. Die impactverwachting moet dan vervolgens de minister van Binnenlandse Zaken, de gouverneurs en de burgemeesters helpen om beslissingen te nemen. Daar willen we naartoe, die flow zullen we de eerstkomende jaren vormgeven.’

 

Herbeginnen op dezelfde plaats

Intussen is in Eupen het puin geruimd, veel inwoners zijn bezig met de heropbouw van hun woning, op exact dezelfde plaats. Dat baart burgemeester Claudia Niessen grote zorgen. ‘Wij hebben beslist om sommige gemeentelijke gebouwen niet te reconstrueren, omdat ze slecht gelegen zijn als er weer een overstroming komt. Daarnaast proberen we in de benedenstad ruimte te creëren voor het water op gronden die we in eigendom hebben. In het grote park in de benedenstad hebben we de gebouwen afgebroken om de Schleiberplatz indien nodig aan het water te laten. Dat kan helpen bij watersnood van een beperkte omvang.

Komt er weer regenval van dezelfde grootteorde als vorig jaar, dan zou alleen een zeer grote dam in de richting van de Hoge Venen grote overstromingen kunnen voorkomen. Om de menselijke en materiële gevolgen te beperken zou het natuurlijk ook helpen als mensen die vorig jaar zwaar getroffen werden, niet weer vlak naast de Vesder of de Helle gingen wonen. We proberen hen te overtuigen om te verhuizen, maar we kunnen hen niet verplichten. Ik stel vast dat velen herbeginnen met hun leven, op dezelfde plaats. Een bedrijf met 800 werknemers is op dezelfde plek weer opgestart, we hadden nochtans gevraagd om te herlokaliseren. Mensen wijzen als verklaring voor de catastrofe van vorig jaar naar het beheer van de dam op de Vesder en ze gaan ervan uit dat het niet nog een keer fout zal lopen. Ze begrijpen niet dat het klimaat verandert en dat we in de toekomst met meer overstromingen te maken zullen krijgen. Wat kunnen we doen? Ik weet het niet.’ —

 

Bart Van Moerkerke is redacteur Lokaal
Voor Lokaal 12 | 2022