WIE
Robbe Deflo
WAT
Stafmedewerker lokale economie HOELANG Robbe is ondertussen al meer dan drie jaar aan de slag bij het gemeentebestuur van Wevelgem. Hij ging er in dienst in de zomer van 2017.
HOE
Zijn werkzaamheden voert hij hoofdzakelijk alleen uit, maar hij kan op drukke momenten rekenen op de administratieve en praktische ondersteuning van onder anderen zijn diensthoofd en de plaatsmeester die de wekelijkse markt mee in goede banen leidt.
Het zijn drukke tijden in het gemeenteloket nu het jaareinde dichterbij kruipt en dat wordt ook Robbe gewaar. Midden december moet de vernieuwde lokale handelsbon operationeel zijn en die lancering wordt voorafgegaan door digitale informatiesessies om de verbeterde versie toe te lichten bij de lokale handelaars. ‘Het was voor ons belangrijk om nóg meer in te zetten op die digitalisering. De nieuwe bon heeft de vorm van een bankkaart, waar je een bedrag naar keuze op kunt laden om te besteden bij meer dan 200 handelszaken.
Door slim te innoveren willen we ook de last bij ondernemers wegnemen, aangezien zij de betalingen nu binnen een week automatisch op hun rekening krijgen. Dat de lancering van de nieuwe bon er komt op een moment dat we extra moeten inzetten op lokaal kopen is een mooie samenloop van omstandigheden.’ Dergelijke projecten komen boven op het reguliere takenpakket. Dat loopt uiteen van het afhandelen van vergunningen voor terrassen, stoepborden en kleinhandel tot het administratieve luik bij de organisatie van de wekelijkse markt – denk daarbij aan de abonnementen van marktkramers of het uittekenen van het marktplan – en het verstrekken van relevante informatie.
Robbe kan bij het uitoefenen van zijn functie terugvallen op een mooie theoretische en praktische basis door zijn studies KMO-management aan de HOGENT en de ervaring die hij heeft opgedaan in het ondernemingsloket van Zenito. Hij maakte de overstap naar het lokale niveau om dichter bij huis te werken – hij woont al heel zijn leven in Wevelgem – en zo ook de figuurlijke afstand met zijn werkzaamheden te verkleinen. Een mes dat aan twee kanten snijdt: ‘Het voordeel is natuurlijk dat je een zichtbaar aanspreekpunt bent voor de lokale ondernemers en dat je hun problemen en behoeften makkelijker opmerkt, maar het maakt het soms ook wel moeilijker om het werk los te laten.
Tijdens een dagje vrij of in het weekend durf ik al eens mijn laptop open te klappen wanneer er belangrijke beslissingen worden genomen door de centrale overheden of bots ik op een vraag van een ondernemer in een van de Facebookgroepen die ik volg.’ Een andere uitdaging bij het uitoefenen van zijn functie zijn de twee verschillende petten die je moet opzetten als economieambtenaar. Enerzijds ben je de grootste supporter en kompaan van de lokale handelaars, industrieterreinen en ondernemers, maar anderzijds moet je erop toezien dat zij de regels volgen. ‘Natuurlijk zijn die terechtwijzingen ook wel in hun voordeel, want je vermijdt er imagoschade en kwade inwoners mee, maar het is soms wel lastig wanneer men je kent als klant en je een minder fijne boodschap moet overmaken. Gelukkig kennen veel ondernemers me ondertussen en beseffen ze ook dat ik hier niet ben om hun het leven zuur te maken, integendeel.’
Dat je meteen de vruchten van je harde werk met je eigen ogen kunt aanschouwen is voor Robbe de grote plus. Zo wijst hij vanuit zijn kantoor naar de overkant. Daar prijkte vroeger een chocoladezaak die dankzij de toekenning van een bouw- en renovatiepremie verder kon gedijen en sinds enkele weken zelfs verhuisde naar een nieuw pand door de grote populariteit. ‘Het is fijn dat je zulke ontwikkelingen van nabij kunt volgen,’ klinkt het. ‘Ook het voormalige stationsgebouw en tal van andere handelspanden groeiden uit tot prachtige zaken dankzij deze bouw- en renovatiepremie.’
Robbe Deflo bouwt ook mee aan de langetermijnstrategie voor de lokale economie in Wevelgem. Het doel is om het economisch plan in de loop van 2021 weer op de sporen te krijgen. Zodra de impact van de pandemie beter in kaart gebracht kan worden, kan er een duidelijk raamwerk komen om beslissingen te nemen over beleidskeuzes en specifieke ondersteuning. Dat het bestuur al vooruitblikt, wil natuurlijk niet zeggen dat de lokale handelaars en industriezones nu aan hun lot worden overgelaten. ‘Tijdens de eerste golf hebben we meteen een werkgroep opgericht met vertegenwoordiging van elke fractie om te kijken hoe we de subsidies zouden toekennen, zodat we zeker zijn dat de meest prangende noden weggewerkt worden. Ook in het coronaherstelplan vind je een duidelijk luik voor de lokale economie. Natuurlijk is geen enkele oplossing perfect en zijn de middelen niet onbeperkt, maar al bij al denk ik wel dat we weloverwogen keuzes hebben gemaakt.’
Wanneer het beleid van de centrale overheden aan bod komt, toont Robbe begrip voor de moeilijke knopen die er zijn doorgehakt, maar denkt hij wel dat de communicatie efficiënter kan: ‘Een lokale dienst economie kan lokale ondernemers vlot bereiken en omgekeerd. Wij zijn graag bereid de beleidskeuzes tot bij de verschillende doelgroepen te brengen, maar dan moeten we wel tijdig weten wat er beslist is en wat de concrete details zijn. Zo kunnen wij deze beslissingen niet alleen duidelijk overbrengen aan de ondernemers, maar zullen er ongetwijfeld ook veel minder frustraties zijn bij de ondernemers die nu zeer lang moeten wachten op een duidelijk antwoord over wat wel en niet kan. Het is trouwens altijd een goed idee om het lokale niveau bij dergelijke beslissingen te betrekken, want het is en blijft een unieke context die soms een verschillende handelwijze vraagt.’ •
Tomas Coppens is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 01 | 2021