Zo vanzelfsprekend is dat ondertussen. ‘Decreet ter versterking van de lokale partijpolitiek’: dat lijkt mij een veel geschiktere titel. In De Panne en Blankenberge bleek de zittende coalitie meteen los zand te zijn. Benieuwd voor hoeveel coalitiewissels we nog een geschikte woordspeling kunnen vinden. Ik dien bij dezen graag een constructieve motie van wantrouwen in tegen het decreet.
Ik maak me al langer zorgen over de toenemende spanning tussen het partijpolitieke deel van onze lokale besturen en het ambtelijke deel. Er is nu al een tekort aan groeikansen voor ambtenaren in onze overwegend te kleine lokale besturen (zie het artikel over de voorgenomen fusie van Bilzen en Hoeselt, p. 18). Er is een structureel probleem, in veel lokale besturen, met de beleidsvormende capaciteit, zoals het voorbeeld van de omgevingsdiensten in dit nummer aantoont (zie p. 51). Op veel plaatsen zijn ambtenaren overvraagd door de dagelijkse dienstverlening en ontbreekt de tijd of de ruimte voor visievorming. Boven op die dagelijkse frustraties komt dan de grillige en onvoorspelbare partijpolitiek die botst met de verwachtingen, competenties en ambities van nieuwe generaties ambtenaren.
Het partijpolitieke landschap is steeds meer versnipperd. Er zijn steeds meer (kleine) partijen nodig voor een werkbare meerderheid, maar dat leidt niet automatisch tot een werkbare gemeente. Ingewikkelde coalities lenen zich voor politieke spelletjes. De partijpolitieke concurrentieslag is op een ongezonde manier verhard en verscherpt, ook door de doorwerking van de zure verhoudingen op het nationale niveau. Ze maakt standvastig en slagkrachtig lokaal beleid moeilijker. De druk op de korte termijn is groot. Interventies van politici in het dagelijkse beheer zijn schering en inslag. De versoepelde mandaatwisselingen tijdens de bestuursperiode versterken de ongezonde ambitiekoorts, terwijl alle grote problemen een volgehouden perspectief op lange termijn vereisen. Boven op die problematische kenmerken van de lokale partijpolitisering komt nu het gecombineerde effect van de semidirecte verkiezing van de burgemeester en de afschaffing van de opkomstplicht.
We betreden in de aanloop naar de lokale verkiezingen van 2024 volkomen onbekend terrein. Hier zijn we nog nooit geweest. Ik verbaas me en ben ongerust over het gebrek aan debat over deze cesuur in de lokale politiek. Persoonlijk electoraal succes zal nog meer de drijfveer van politici moeten zijn. De grootste willen zijn is vanaf nu de mantra, om eerst aan zet te zijn bij de formatie en de burgemeester te mogen leveren. Dat kan niet anders dan grote impact hebben op de electorale strategie. Lokale verkiezingscampagnes blonken al niet uit door de grote strijd om de ideeën. Ik vrees dat het gevecht voor populariteit en persoonlijk succes in 2024 nog meer zal domineren, zeker nu het nieuwe decreet ervoor zorgt dat de naamstemmen de enige electorale maatstaf zijn. Het is vooral de combinatie van al deze factoren in dit decreet die mij zorgen baart. Het brengt ons bij een onvoorspelbare lokale klimaatverandering.
Waar liggen de ‘tipping points’ van de lokale democratie? We mogen bijvoorbeeld verwachten dat de sociale media in 2024 een nog veel sterkere rol zullen spelen. Algoritmes gericht op specifieke doelgroepen zullen hun opwachting maken. Nieuwe consultantbedrijfjes in politieke marketing lopen zich nu warm en prijzen hun waren al aan. Zij hebben het in hun aanbod niet over beleid, niet over maatschappelijke kwesties. Zij hebben het over beïnvloeding, over ‘framing’, over imago, over marketingtechnieken om ‘doelgroepen’ te bereiken. Verkiezingsgedrag beïnvloeden wordt een vak apart en dat heeft niets te maken met de organisatie van een democratisch debat. Als populariteit domineert, loert populisme om de hoek en komen we dicht bij een vertrumpisering van de lokale politiek. Make Ninove Great Again, dat soort pervers effect bedoel ik.
De verbeterde professionalisering van het ambtelijke deel van onze lokale besturen brengt een cultuur en verwachtingen bij de medewerkers mee die botsen met de trends in het partijpolitieke deel van onze lokale besturen. Die spanning leidt tot burn-outs, tot het mentaal afhaken of tot het helemaal afhaken ook van leidende ambtenaren, van steeds meer leidende ambtenaren, is mijn inschatting. Het is een onderhuidse evolutie die mij grote zorgen baart. Ik vrees de effecten van de nieuwe partijpolitieke hervormingen die hier bovenop zullen komen. Toenemend populisme in lokale besturen en partijpolitieke strijd op de vierkante centimeter: het dreigt tot organisaties te leiden waar jonge mensen met ambitie liever niet meer voor werken. Nog maar zelden heb ik zo sterk gehoopt dat alles wat ik schrijf totaal fout blijkt te zijn. •
Filip De Rynck is columnist van Lokaal
Voor Lokaal 09 | 2021