Overzicht vragen
1. Voor welk type vormingen kan het LDC het vormingskrediet gebruiken?
- Het LDC kan het vormingskrediet gebruiken voor alle fysieke en digitale vormingen, infosessies, workshops, lezingen… of alle andere activiteiten van informatieve of vormende aard (bv. winkeloefening, toneel Logo’s…).
- Vormingen bestaande uit meerdere delen komen ook in aanmerking.
- Het thema van de vorming moet wel voorkomen in de voorgestelde lijst van thema’s.
2. Kan een LDC een vorming op maat boeken?
Ja, het LDC kan een vorming op maat boeken. Het LDC maakt hiervoor zelf de praktische en inhoudelijke afspraken met de vormingsaanbieder.
3. Kan een LDC het vormingskrediet gebruiken voor vormingen voor de eigen vrijwilligers?
UPDATE 17/02:
Net zoals personeelsleden van het LDC kunnen vrijwilligers van het LDC:
- aansluiten bij een vorming in het eigen LDC (inhouse)
- deelnemen aan externe vormingen op locatie (in open aanbod)
4. Is het LDC verplicht om vormingsaanbieders uit de inspiratiegidsen te kiezen?
Neen, de inspiratiegidsen op de website dienen louter ter inspiratie. Elk LDC is vrij om een vormingsaanbieder te kiezen. Het thema van de vorming moet wel voorkomen in de voorgestelde lijst van thema’s.
5. Kan het LDC het vormingskrediet gebruiken voor een vorming georganiseerd door een medewerker van een gemeente (bv. ambtenaar gelijke kansen, communicatieambtenaar…)?
Ja, het LDC kan het vormingskrediet gebruiken voor een vorming georganiseerd door een medewerker van een gemeente op voorwaarde dat:
- de vorming wordt gefactureerd aan het LDC. Het LDC kan deze factuur vervolgens indienen voor terugbetaling.
- het thema van de vorming komt voor in de voorgestelde lijst van thema’s.
6. Kan het LDC het vormingskrediet gebruiken voor de vergoeding van een vrijwillige lesgever (bv. een gepensioneerde arts, een kinesist…)?
Ja, het LDC kan het vormingskrediet gebruiken voor de vergoeding van een vrijwillige lesgever. In dat geval bezorgt het LDC de vrijwilligersvergoeding om een terugbetaling te krijgen.
7. Kan een vorming die werd uitgesteld door overmacht ook na 30 juni 2023 plaatsvinden?
Neen, alle vormingen moeten plaatsvinden vanaf januari 2023 t.e.m. juni 2023 om in aanmerking te komen voor een terugbetaling van het vormingskrediet.
8. Welke gemaakte kosten komen in aanmerking voor terugbetaling?
De kosten die in aanmerking komen voor terugbetaling zijn:
- de kostprijs van de vorming zelf,
- een eventuele kilometervergoeding voor de lesgever(s) van de vorming.
Alle andere kosten komen niet in aanmerking voor terugbetaling, bv. een kilometervergoeding voor de medewerker, kosten verbonden aan drank en lunch…
9. Wat moet een LDC doen om de terugbetaling van het vormingskrediet te krijgen?
Het LDC bezorgt de facturen of de bestelbonnen (of andere bewijzen) van de vormingen.aan de VVSG. Andere bewijzen kunnen zijn: een inschrijvingsbewijs voor een vorming, een betaling van vrijwilligersvergoeding, een mail met een bestelbevestiging…
Het LDC bezorgt:
- één aanvraag tot terugbetaling (met alle documenten gebundeld)
- aan de VVSG via het invullen van dit formulier
- vóór 1 juni 2023
- Het LDC voegt hierbij alle gegevens nodig voor de terugbetaling (naam van de organisatie, rekeningnummer…).
UPDATE 17/02: Wanneer meerdere LDC samen een vorming hebben geboekt: zie vraag 11.
10. Hoe verloopt de terugbetaling van vormingen die medewerkers extern (in open aanbod) hebben gevolgd?
De terugbetaling verloopt op dezelfde manier als de terugbetaling van vormingen die inhouse plaatsvinden bij het LDC (zie vraag 9). Het LDC bezorgt de facturen van de deelname aan de vorming of de bestelbonnen (of andere bewijzen bv. inschrijvingsbewijzen) van de deelname aan de vorming aan de VVSG.
11. Hoe verloopt de terugbetaling wanneer meerdere LDC samen een vorming hebben geboekt voor hun gebruikers of medewerkers?
UPDATE 17/02:
Meerdere LDC kunnen hun vormingskredieten samenleggen voor een vorming voor hun gebruikers of medewerkers. Indien meerdere LDC samen een vorming organiseren, dan bezorgt het trekkende LDC de factuur of bestelbon (of ander bewijs) van deze vorming aan de VVSG (zie vraag 9). Het trekkende LDC vermeldt daarnaast welke LDC gezamenlijk de vorming hebben georganiseerd. De VVSG betaalt het bedrag van de vorming aan het trekkende LDC (met een maximum van €200 x het aantal LDC dat samen de vorming organiseert).
12. Wanneer starten de terugbetalingen van het vormingskrediet vanuit de VVSG?
De terugbetalingen van het vormingskrediet vanuit de VVSG starten in de loop van juni 2023.
13. Wat moet het LDC doen wanneer het LDC nog geen factuur van de vormingsaanbieder heeft ontvangen vóór 1 juni 2023?
Wanneer het LDC nog geen factuur heeft ontvangen vóór 1 juni 2023 (van een vorming die al heeft plaatsgevonden of van een vorming die nog gepland staat in de loop van juni 2023), dan bezorgt het LDC een bestelbon of ander bewijs dat deze vorming effectief heeft plaatsgevonden of nog zal plaatsvinden in juni 2023. De VVSG start met de terugbetaling van de vormingskredieten in de loop van juni 2023.
Vervolgens bezorgt het LDC de factuur van de vorming uiterlijk vóór 1 september 2023 aan de VVSG. Wanneer het LDC deze factuur niet tijdig aan de VVSG bezorgt, dan wordt er contact opgenomen met het LDC met de vraag om het reeds door de VVSG uitbetaalde bedrag terug te betalen tenzij de vormingsaanbieder kan bevestigen dat de vorming effectief heeft plaatsgevonden (en de factuur alsnog volgt). In dat geval is er geen terugbetaling door het LDC nodig.
14. Kan enkel een erkend LDC gebruikmaken van het vormingskrediet?
Ja, enkel een LDC met een erkenning op 01-01-2023 kan gebruikmaken van het vormingskrediet. Een LDC met een erkenning later dan 1.1.2023 dat gebruik wil maken van het vormingskrediet, voegt het erkenningsbesluit bij de aanvraag tot terugbetaling. Deze aanvraag moet worden ingediend vóór 1 juni 2023.
15. Mag het LDC een terugbetaling vragen voor meerdere vormingen?
Ja, het LDC mag een terugbetaling vragen voor meerdere vormingen. Het LDC dient hiervoor één aanvraag in tot terugbetaling (met alle documenten gebundeld). Het LDC ontvangt een terugbetaling met een maximumbedrag van €200.
16. Wat als de totale kosten van de vormingen hoger zijn dan het vormingskrediet van €200?
De VVSG betaalt maximum het vormingskrediet ter waarde van €200 en dit voor alle vormingen samen (dus niet per vorming). Het restbedrag blijft voor rekening van het LDC.
17. Wat als de totale kosten van de vormingen lager zijn dan het vormingskrediet van €200?
Als het totaalbedrag van de vormingen lager is dan het krediet van €200 dan betaalt de VVSG enkel het totaalbedrag van de vormingen.