2021Lokaal01 de toekomst kennisnetwerk.png
Provider image

Bij digitalisering en platforms denken we aan globalisering en giganten als Uber of Airbnb, misschien aan Wikipedia. Maar volgens economiefilosoof Rogier De Langhe kan de netwerkrevolutie net zorgen voor een versterking van het lokale, als we de grote bron van onbenutte waarde van het lokale weefsel weten te activeren.

Rogier De Langhe is filosoof en econoom, en geïntrigeerd door de manier waarop het economisch denken de maatschappij vormgeeft. Als economiefilosoof is hij vooral bezig met de digitale revolutie en digitale platforms. Hij was gedurende vijftien jaar onderzoeker aan de UGent en is nu betrokken bij de opstart van de nieuwe opleiding Netwerkeconomie aan Howest, de Hogeschool West-Vlaanderen. Hij publiceert regelmatig opiniebijdragen in De Tijd.

‘De digitalisering verlaagt zeer drastisch de transactiekosten op communicatie. Iedereen kan met alles en iedereen communiceren, iedereen kan netwerken tussen mensen bouwen. De opkomst van die netwerken veroorzaakt chaos en is zeer disruptief. Zelfs betrouwbare informatie is niet meer te beschermen. Het antwoord op die chaos is de opkomst van platformorganisaties die de kracht van nieuwe netwerken sturen. Een platform schept orde in de complexe wereld, het overkoepelt bestaande netwerken en voert een vorm van regulering in. Het klinkt paradoxaal, maar precies door de vrijheid van de netwerken in te perken en orde te scheppen in de chaos wordt er veel meer mogelijk. Vergelijk het met het verkeersreglement. Dat beperkt onze vrijheid als weggebruiker, maar het zorgt er wel voor dat we met veel meer mensen relatief veilig de weg op kunnen.’

‘Economie werd tot nu toe gemaakt door producenten: een basisproduct wordt in de loop van de waardeketen telkens verrijkt, bij elke tussenstap wordt een marge genomen en uiteindelijk wordt het eindproduct naar de klant geduwd. Door de digitalisering komen de mogelijkheden aan de vraagzijde te liggen, bij de gebruikers of de consumenten. De klant die normaal een passieve afnemer is, krijgt een productieve rol in de economie. Hij kan mee een encyclopedie maken zoals Wikipedia of een netwerk van overnachtingsplaatsen zoals Airbnb. Heel veel grote bedrijven in de wereld maken gebruik van de kracht van de gebruikers. Maar een platform hoeft niet groot te zijn, het kan ook heel klein zijn, het gaat van planetair tot lokaal, profit of non-profit.’

‘De grote spelers lopen natuurlijk in de kijker, maar ik ben ervan overtuigd dat de netwerkrevolutie net kan zorgen voor een versterking van het lokale. We komen uit een periode van industrialisering en centralisering, de digitalisering kan daar een einde aan maken. Het lokale weefsel is een grote bron van onbenutte waarde. Stel dat je een platform maakt van mensen uit je buurt. Terwijl je bij de bakker op je beurt wacht, zie je dat iemand uit je straat ook boterkoeken wil. Als de onderlinge afrekening ook digitaal gebeurt, eventueel met een kleine vergoeding, dan is de enige extra prijs eigenlijk de vijftig meter die je moet stappen om de boterkoeken af te geven.

Thuislevering van boterkoeken op zondagochtend, wat niet economisch is als je het door een professional of een bakker laat doen, wordt plots wel mogelijk dankzij een peer-to-peernetwerk. En de lokale bakker krijgt er met de “thuisleveringsdienst” een troef bij die hem misschien de mogelijkheid biedt te concurreren met grote spelers. Bovendien is de thuislevering een goede manier om de buren weer te leren kennen en kan er vertrekkend van een economisch gegeven allerlei moois groeien dat bijdraagt aan het algemene welbevinden.

Zo’n lokaal netwerk kan met de katalysator van de digitalisering even krachtig worden als een supermarkt, omdat een grote bron van waarde wordt ontsloten, namelijk de gebruiker. Een supermarkt of een grote Amerikaanse keten kan nooit iemand verleiden om gratis boterkoeken thuis te brengen. Spelers die ingebed zijn in lokale gemeenschappen, zoals lokale overheden en kleine zelfstandigen, kunnen dat wel.’

‘Lokale besturen moeten zich bewust zijn van het feit dat er in de lokale netwerken een groot reservoir van economische en maatschappelijke waarde ligt die kan worden geactiveerd. Ze moeten nadenken over het creëren van een omgeving waarin de onbenutte capaciteit en de onbeantwoorde vraag kunnen worden samengebracht. Ze moeten ook nadenken in hoeverre ze hun eigen dienstverlening kunnen laten produceren door hun burgers. Of hoe ze dankzij het inschakelen van netwerken dienstverlening kunnen aanbieden die ze momenteel niet hebben wegens een tekort aan capaciteit.

Door het activeren van inwoners kunnen plots dingen mogelijk worden die onmogelijk leken. Gebruikers kunnen zeer contextgevoelig en snel werken, terwijl overheidsstructuren net vrij statisch zijn, wat hun dynamiek beperkt. Buurtinformatienetwerken zijn een voorbeeld van een netwerkwerking om op een gereguleerde manier meer veiligheid te creëren. Ook voedsel biedt veel potentieel. Iedereen heeft het nodig en de manier waarop de productie en de distributie georganiseerd worden heeft een grote weerslag op onze directe leefruimte. Community Supported Agriculture of CSA is een mooi voorbeeld van een niet-technologisch platform voor voedsel, dat per definitie zeer lokaal en kleinschalig is. Gebruikers oogsten zelf hun groenten. Voor de gebruiker voelt het als een luxe, de boer besteedt dertig procent van zijn productietijd en kosten uit. In een klassiek landbouwmodel zal nooit iemand dertig procent van het werk van de boer doen, gratis.’

‘Technologie is niet waardenvrij, verschillende culturen doen er verschillende dingen mee. De Chinezen gebruikten buskruit en kompassen voor feestjes, de Europeanen hebben er de wereld mee gekoloniseerd. Wat je doet met nieuwe technologie is zeer cultuurafhankelijk. Het is logisch dat de platformeconomie, die uit de VS komt, de exponent is van een geïndividualiseerde manier van denken. Als we die nieuwe technologie in Europa beter leren begrijpen en ons eigen maken – op het vlak van platformdenken lopen we nog wat achter –, dan kunnen we er iets anders mee doen, aangepast aan de kracht in onze maatschappij. Die kracht is het sterke middenveld.

De platformgedachte kan een enorme opkikker zijn voor het middenveld. Je ziet spontaan een nieuw middenveld ontstaan, van de gele hesjes tot de klimaatjongeren. Als je de snelheid en wendbaarheid van dat nieuwe middenveld kunt combineren met de kracht en de gerichtheid van het klassieke middenveld, dan heb je iets waarmee je onze maatschappij op allerlei manieren kunt verrijken. Europa zou een voorloper kunnen zijn. Ik denk dat de Europese digitale revolutie nog moet komen.’ •

 

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 01 | 2021