De eerste steen voor de modernistische Sint-Jozefkerk werd in 1974 gelegd. Bewoners van de SintJozefwijk konden financieel bijdragen aan de bouw van ‘hun’ kerk. ‘Dat werd indertijd ook massaal gedaan,’ zegt de Eeklose schepen van Kinderopvang Ann Van den Driessche, die zelf al haar hele leven in de wijk woont. ‘Er is de voorbije vier decennia een hechte parochieploeg gegroeid. Heel wat inwoners zijn in de Sint-Jozefkerk gedoopt, gehuwd, ten grave gedragen. Voor veel wijkbewoners was het onttrekken van de kerk aan de eredienst en de herbestemming uiteraard een gevoelige zaak.
We hebben hen bij het proces betrokken, ze konden deel uitmaken van een werkgroep die de plannen en de uitvoering van nabij opvolgde. Er waren ook verschillende informatiemomenten voor alle inwoners.’ Erfpacht De Sint-Jozefwijk is de voorbije decennia fors gegroeid, er kwamen veel nieuwe woningen bij voor vaak jonge gezinnen. De buitenschoolse kinderopvang De Meibloem, in het vroegere postkantoor van de wijk, was met zijn erkenning voor zestien kinderen te klein. Voor de plus-tienjarigen werd een tijdelijke oplossing gevonden met een ‘stille opvang’ in de Sint-Jozefschool, waar spel aan studie werd gekoppeld.
Het stadsbestuur zocht intussen een blijvende oplossing en liet zijn oog vallen op de Sint-Jozefkerk. De eerste contacten met de kerkraad dateren van vele jaren terug, maar de geesten moesten nog rijpen. De verdere terugloop van het kerkbezoek bracht dat proces in een stroomversnelling. De kerk kon een herbestemming krijgen als buitenschoolse kinderopvang, de stad sloot een langlopende erfpachtovereenkomst met de kerkelijke overheid die eigenaar blijft van het gebouw.
Kerkbanken
Het architectenbureau Denc! stond voor de moeilijke opgave om de verwachtingen van de stad en de kerkfabriek te verzoenen. Ann Van den Driessche: ‘Er moest een evenwicht zijn tussen het respecteren van de historische en architecturale waarden van het gebouw en de behoeften van een hedendaagse kinderopvang. De kinderopvang moest te gast zijn in de kerk, zoals voormalig stadsarchitect Filip De Pau het omschreef, maar anderzijds moest het gebouw kindvriendelijk zijn, speelkansen bieden, voldoende bergruimte hebben.’
Op de plek waar vroeger het altaar stond, onder een grote koepel met veel lichtinval, is nu een cirkelvormige speelruimte gecreëerd. De kerkbanken stonden in een halve cirkel rond het altaar. De eerste twee rijen kerkbanken zijn behouden, er is een tafel tussen geplaatst. Hier kunnen kinderen zitten, praten, lezen, een gezelschapsspel spelen. Is er een activiteit, dan kunnen de banken dienst doen als gelijkvloerse tribune voor de toeschouwers. Achter die eerste rijen kerkbanken is de hele ruimte verhoogd.
Die oplossing heeft het architectenbureau uitgedokterd om tegemoet te komen aan een opmerkelijke voorwaarde van de kerkfabriek. Die wilde niet dat de kerkbanken werden weggenomen, zodat het gebouw na afloop van de erfpachtovereenkomst weer een kerkelijke functie zou kunnen krijgen, als dat nodig en wenselijk zou zijn. De banken bestonden uit een betonnen sokkel met daarop een zitvlak van kurk en een rugleuning. De rugleuningen zijn verwijderd, maar op de betonnen sokkels zijn houten platforms gebouwd.
Zo zijn twee grote, open en multifunctionele podia gecreëerd waaronder de basis van de kerkbanken behouden bleef. Er is plaats voor actief spel, themahoekjes, een keuken met tafels. Rond de podia zijn er veel opbergruimtes voor alle speelgerief. De wand aan de achterzijde van het atrium waar het altaar stond, verbergt twee trappen die toegang geven tot twee lokalen die vroeger als vergaderruimtes dienst deden. De ene plek is nu een volledig uitgeruste crearuimte, waar ook gestudeerd en gelezen kan worden.
De andere ruimte staat in het teken van dans, muziek, theater, bewegen. De voormalige sacristie van de kerk is een personeelsruimte, de kleinste kinderen kunnen er verzorgd worden. ‘Ook de buitenruimte wordt een grote troef,’ zegt schepen Van den Driessche. ‘In de lente moeten onze kinderen naar buiten kunnen. Er komen een terras, een grasveld, een zandbak, speeltoestellen, fruitbomen, een moestuin. Elke dag wordt in @bij verse soep gemaakt, samen met de kinderen, en vanaf volgend jaar zoveel mogelijk met groenten uit de tuin. En als we over enkele jaren ook eigen fruit hebben, zal er confituur gemaakt worden.’
Netoverschrijdend
De verbouwingswerken gingen eind 2018 van start. Het werd een moeilijk parcours met failliete onderaannemers, de ontdekking van verborgen gebreken, onvoorziene werken. Bij de start van de herfstvakantie, op 3 november, kon @bij de deuren openen. De kinderopvang loopt van 6.45 uur tot de start van de school en tot 18.45 uur na schooltijd. Tussenin kan de naastgelegen Sint-Jozefschool het gebouw gebruiken voor lessen en voor het eten van boterhammen ’s middags.
Ze krijgt daarvoor huursubsidie van het departement Onderwijs. @bij heeft een erkenning voor honderd kinderen, van drie scholen: de Sint-Jozefschool, de methodeschool Het Droomschip verderop in de straat en het wijkschooltje Sint-Janneke. ‘Dit is een netoverschrijdende realisatie. De stad heeft de volledige verbouwing gefinancierd, het project kwam niet voor subsidies in aanmerking,’ besluit de schepen. •
Bart Van Moerke is redacteur van Lokaal
Voor Lokaal 12 | 2020
Herbestemming van kerken
Vlaanderen telt 1800 kerken. Door de terugloop van het kerkbezoek en van het aantal priesters neemt het aantal erediensten snel af. Veel gebouwen komen leeg te staan of zijn veel te groot, gemeenten en kerkfabrieken kijken uit naar een her- of nevenbestemming. Het Projectbureau Herbestemming Kerken heeft de voorbije vijf jaar al voor zo’n 150 kerken een haalbaarheidsstudie uitgevoerd.
Het Projectbureau Herbestemming Kerken is een initiatief van zeven partners: de Vlaamse Agentschappen Binnenlands Bestuur en Onroerend Erfgoed, de Vlaams Bouwmeester, de VVSG, het Kenniscentrum Vlaamse Steden, Vlinter en het Expertisecentrum voor Religieuze Kunst en Cultuur Parcum. Gemeenten en kerkbesturen kunnen bij het projectbureau een aanvraag indienen voor een begeleid haalbaarheidsonderzoek voor de volledige herbestemming of de nevenbestemming van een parochiekerk.
Coördinator Niek De Roo: ‘We kiezen die projecten waarbij kerkfabriek en gemeente op dezelfde golflengte zitten en samen een zinvol idee verder willen laten onderzoeken. Ze moeten ook aantonen dat ze er echt werk van willen maken, er moet een engagement zijn om tot uitvoering over te gaan.’ Onder het voorzitterschap van de Vlaams Bouwmeester zijn vijf jaar geleden zes ontwerpbureaus geselecteerd.
Via een raamovereenkomst begeleiden zij elk een aantal gemeenten en kerkbesturen die al een idee of enkele ideeën hebben over de toekomst van een kerk. De bureaus voeren ontwerpend onderzoek uit om de ruimtelijke haalbaarheid van de ideeën na te gaan en maken ook een volledige financiële raming. Intussen is de zevende en laatste projectoproep afgesloten. Tegen eind volgend jaar zullen in totaal ongeveer 150 kerken de revue gepasseerd zijn. De zeven partners denken na over hoe de werking vanaf 2022 kan worden voortgezet.
Publiek en privaat
Het projectbureau buigt zich enkel over projecten voor een publieke invulling van een kerk, niet over een commerciële of private herbestemming. Niek De Roo ziet na vijf jaar werking enkele grote lijnen. ‘Sommige gemeenten willen nieuwe dienstverlening aanbieden en plannen hiervoor investeringen in een nieuwbouw of ze willen bestaande dienstverlening verhuizen omdat het huidige gebouw niet meer volstaat. Ze willen onderzoeken of de kerk een optie is.
In De Panne bijvoorbeeld komt het sociaal huis in het gemeentehuis, de bibliotheek moet plaatsmaken. Het projectbureau heeft onderzocht of een kerkgebouw een goede locatie kan zijn voor de bibliotheek. Wortegem-Petegem heeft geen feestzaal en plant een nieuwbouw, maar misschien is een kerk die vrijkomt een alternatief. In Kemmel werd een nieuwe plek gezocht voor het gemeenschapshuis.
Onderzoek laat zien hoe een nieuw volume ingeschoven kan worden in de wederopbouwkerk, met oplossingen voor typische problemen zoals de hoogte van de kerkruimte, de pilaren, de niveauverschillen, duurzaamheidsnormen. Elders, zoals in Eeklo, heeft de buitenschoolse kinderopvang te kampen met plaatsgebrek en opent een leegstaande kerk mogelijkheden. Dit zijn dossiers die vrij snel richting uitvoering gaan, omdat de gemeente weet wat ze wil en al budget heeft vrijgemaakt voor een nieuw gebouw of een verhuizing.
In een tweede reeks projecten wil een gemeente meer zicht krijgen op de mogelijkheden van een vrijkomende kerk. Die dossiers gaan meer in de richting van polyvalent gebruik, met ruimte voor verenigingen, voor de scholen in de buurt. In de kerk of een deel ervan komt dan basisinfrastructuur: sanitair, een keuken, een bar, een bergruimte, mobiel meubilair. Er komen allerlei functies in terecht, de gemeente neemt het gebouw op in haar reguliere patrimonium.
Een derde vraag die we niet zo dikwijls kregen, is te onderzoeken of een kerkgebouw niet volledig of gedeeltelijk kan worden weggenomen om de instandhoudingskosten te beperken of nieuwe ruimte te creëren.’ Niek De Roo is ervan overtuigd dat de vraag naar de her- en nevenbestemming van kerken de komende jaren alleen maar zal toenemen. Lokale overheden zullen geen oplossing kunnen vinden voor al die gebouwen.
De private sector zal, zeker in steden, steeds vaker in beeld komen. ‘We hebben al een eerste golf gehad met semipublieke paters- en kloosterkerken die zijn omgebouwd tot woningen, lofts, fitnesscentra. Bij de parochiekerken die altijd een publieke betekenis hebben gehad, ligt dat veel gevoeliger. Maar ook daar zal de private sector onvermijdelijk een steeds belangrijkere rol gaan spelen.’
Bart Van Moerkerke
Een toekomst voor de parochiekerken in Vlaanderen
Op vele tientallen plaatsen in Vlaanderen brainstormen werkgroepen over de toekomst van hun kerk. Of het nu om een bescheiden dorpskerk of een indrukwekkende stadskerk gaat, om een modernistische Sint-Jozefs- of om een beschermde Onze-Lieve-Vrouwkerk: het discours rond de tafel is vrij gelijklopend. Velen (her)ontdekken de kracht en de potenties van het kerkgebouw. Publieke functies als schoolkantines, gemeenschapscentra, kinderopvang, toeristisch onthaal of bibliotheken zijn dan ook de gedroomde wensbeelden voor de toekomst van een kerkgebouw. Dit boek is geschreven door Niek De Roo en te bestellen bij Politeia.