Rechten en plichten als raadslid en als lid van college

Als burgemeester ben je ook raadslid van gemeente en OCMW. Je hebt dus dezelfde rechten en plichten.

In de feiten zijn er wel een aantal verschillen:

  • Aangezien het o.a. de taak is van het college om de punten voor te bereiden van de gemeenteraad, zal je bijvoorbeeld veel sneller dan de raadsleden toegang hebben tot die stukken. Idem wat betreft de OCMW-raad (als lid van het vast bureau).
  • In tegenstelling tot de raadsleden heb je niet het recht om zelf nog punten aan de vastgestelde agenda’s toe te voegen. Wel kunnen tijdens de vergadering door iedereen punten bij hoogdringendheid toegevoegd worden. Maar dan moeten die toegevoegde punten goed gemotiveerd zijn, en moet twee derden van de raadsleden daarmee akkoord gaan.
  • Theoretisch gezien kan je ook gebruik maken van het recht om mondelinge en schriftelijke vragen te stellen aan het college en vast bureau. Maar als lid van beide organen is dat merkwaardig. Het gaat immers om collegiale organen. Zit je met vragen voor het college of vast bureau, dan kan je die best daar stellen om dan samen naar antwoorden en oplossingen te zoeken.

Beslissen

Omdat aan het burgemeestersambt specifieke bevoegdheden verbonden zijn er ook specifieke verplichtingen voor jou als burgemeester.
Je zal tijdens je mandaat ongetwijfeld lastige beslissingen moeten nemen. Je kan uiteraard overleggen maar is het jouw beslissing dan kan alleen jij ze nemen en er de verantwoordelijkheid voor dragen.

Om goede en rechtsgeldige beslissingen te nemen moet je dus goed geïnformeerd zijn. Dat geldt ook wanneer het dringend is. Dat is vaak het geval als het gaat om situaties m.b.t. veiligheid. Zorg voor rechtstreekse communicatielijnen met de algemeen directeur, de ambtenaar noodplanning, de communicatieverantwoordelijke, de korpschef van de politie en de zonecommandant van de hulpverleningszone.

Het recht om geïnformeerd te worden door de politie

De wet op het politieambt verplicht de korpschef van de lokale politie om bij de burgemeester verslag uit te brengen over de veiligheidsproblemen in de gemeente, over de vervulling van de opdrachten van bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en over de gerealiseerde en geplande uitvoering van het zonale veiligheidsplan.

Maar ook wanneer er gewichtige feiten die de openbare rust, veiligheid of gezondheid in de gemeente kunnen verstoren informeren de korpschef van de lokale politie, de bestuurlijke directeur-coördinator en de gerechtelijke directeur van de federale politie de burgemeester onverwijld. Zonder informatie kan de burgemeester niet optreden.

Beginselen behoorlijk bestuur

Elke beslissing van een gemeente, dus ook van de burgemeester, moet niet alleen overeenstemmen met de wet maar ook met “het recht”. Behoorlijk besturen wil zeggen dat je rechtmatige en degelijke beslissingen neemt. Waarom en hoe neem je een beslissing. Maar ook wanneer je niets zou doen dan moet je dit kunnen uitleggen.

De beginselen van behoorlijk bestuur zijn gedragsvoorschriften ontwikkeld door rechtspraak. Ze zijn te begrijpen vanuit het feit dat een bestuur bijzondere voorrechten heeft en rechtsbescherming dus des te wenselijker is. Anderzijds worden de burgers mondiger. Het gaat om: hoorplicht; zorgvuldigheidsbeginsel; vertrouwensbeginsel; fair play; redelijkheidsbeginsel; motiveringsplicht; …

De motiveringsplicht is zo belangrijk dat dit in een wet gegoten werd en dus wettelijk verplicht is. Afdoende motiveren wil zeggen:

  • juiste feitelijke en juridische motivering gebruiken
  • rekening houden met het belang van de beslissing
  • geen tegenstrijdigheden

De motieven moeten relevant, concreet, precies en volledig zijn.  Gebruik geen standaardformules en let dus op bij het hergebruiken van eerdere beslissingen. Let extra op bij afwijking van bv. een niet bindend advies, een beleidslijn of eerdere beslissing en van normale procedures (spoed).

Enkele voor de hand liggende beginselen zijn:

  • Hoorplicht: Wanneer een maatregel tegen iemand, of iemands eigendom, overweegt dan moet die persoon de kans krijgen om er zijn gedacht over te geven. In geval van hoogdringendheid mag je hiervan afwijken maar ook dat moet je motiveren.
  • Zorvuldigheidsbeginsel: Je moet je beslissing op een zorgvuldige wijze voorbereiden en alle relevante factoren en omstandigheden afwegen. Het besluit zelf moet je op het gepaste moment nemen en zorgvuldig opstellen. Is iets dringends, wacht dan geen maanden met je beslissing.
  • Redelijkheidsbeginsel: Neem geen willekeurige beslissingen. De beslissing en de feiten moeten in verhouding staan. Of anders gezegd: schiet niet met een kanon op een mug

Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en discretieplicht

Als tegenhanger voor het ruime inzagerecht men de vele informatie die je als burgemeester hebt, moet je vertrouwelijke gegevens uit de openbaarheid houden. Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en discretieplicht zijn termen die vaak door elkaar gebruikt worden. Ze worden door de wet- en decreetgever ook niet duidelijk gedefinieerd. Rechtsleer en rechtspraak proberen zoveel mogelijk te verduidelijken, maar zorgen ook voor tegenspraak. Het is in de praktijk dan ook niet vanzelfsprekend om deze begrippen van elkaar te onderscheiden. We zien het als volgt:


Beroepsgeheim en geheimhoudingsplicht
Met de termen ‘beroepsgeheim’ en ‘geheimhoudingsplicht’ wordt vaak hetzelfde bedoeld. Toch zijn er verschillen. Het beroepsgeheim wordt opgelegd door art. 458 van het Strafwetboek, waardoor inbreuken strafrechtelijk vervolgd kunnen worden (ook al is er geen schade bij derden). Het decreet lokaal bestuur bevestigt dat dit beroepsgeheim van toepassing is op zowel lokale politici als personeelsleden. Ook legt dit decreet de geheimhoudingsplicht op. Wat een ‘geheim’ is, wordt niet gedefinieerd. We mogen aannemen dat dit gaat om informatie die:

  • je enkel kent door de uitoefening van je mandaat of functie;
  • niet gaat over publieke feiten en dus niet gekend is door derden;
  • toevertrouwd of vastgesteld werd in het kader van een vertrouwensrelatie (bijvoorbeeld een hulpverleningsvraag)

Naast een mogelijke strafsanctie kan een inbreuk op het beroepsgeheim ook schade berokkenen en aanleiding geven tot een schadevergoeding.

Discretieplicht
Discretieplicht is een verzamelbegrip waarvoor soms een wettelijke basis bestaat en soms niet. Het gaat om informatie die:

  • je enkel kent door de uitoefening van je mandaat of functie
  • niet over publieke feiten gaat en dus niet gekend is door derden.

Het verschil met de geheimhoudingsplicht is dat het bij de discretieplicht niet alleen gaat om informatie die wordt verkregen in het kader van een vertrouwensrelatie.

Communiceer voorzichtig. Wanneer er door jouw toedoen zaken uit de beslotenheid gehaald worden, die niet publiek gemaakt kunnen worden, dan maak je mogelijk een fout die eventueel schade berokkent en die zo aanleiding kan geven tot een schadevergoeding.

Aanwezigheid in het BCSD?

Enkel wanneer je voorzitter van het comité of de voorzitter vervangt, mag je aanwezig zijn op de vergaderingen van het comité.

Taalkennis

Het decreet lokaal bestuur legt op dat je als burgemeester moet beschikken over de kennis van de bestuurstaal, het Nederlands dus, die vereist is voor de uitoefening van het mandaat.

Rechten en plichten uit de sectorale regelgeving

Net zoals de sectorale regelgeving je als burgemeester bepaalde bevoegdheden geeft, geeft dezelfde regelgeving je uiteraard ook bepaalde rechten én bepaalde plichten. We verwijzen hiervoor naar de uitleg bij de sectorale bevoegdheden.

Ook interessant:

Deontologische bepalingen