2021Lokaal06 Regio's tegen verrommeling.png
Provider image

Met de regiovorming hoopt de Vlaamse regering een einde te maken aan de verrommeling van het bestuurlijke landschap, zeg maar de samenwerkingsverbanden die kriskras door elkaar lopen. Maar veel gemeenten ervaren de stad ook als slokop.

Tijdens de VVSG-ronde van Vlaanderen zetten per provincie twee burgemeesters hun visie over de regiovorming in het inleidende debat uiteen. Lokaal luisterde naar de mening van Christof Dejaegher uit Poperinge, Bart Tommelein uit Oostende, André Van de Vyver uit Zwijndrecht en Elsie Sierens uit Destelbergen.

De vier burgemeesters zijn het erover eens dat er wel degelijk sprake is van bestuurlijke verrommeling en dat die beter wordt weggewerkt. Volgens Christof Dejaegher klaagden de lokale besturen deze verrommeling al veel langer aan, vooral dan alle structuren die vanuit de Vlaamse instellingen gecreëerd werden, niet zozeer de organisch gegroeide samenwerkingsvormen. ‘Maar als het een stuk eenvoudiger wordt, dan is het een succes,’ zegt hij. Voor Bart Tommelein moet vooral de eigenheid van gemeenten gegarandeerd blijven, en het wederzijds respect tussen de landelijke gemeenten en de steden. ‘Geen enkele stad leeft op een eiland.’

Elsie Sierens hoopt op een vermindering van het aantal mandaten en intercommunale werkingen en samenwerkingsverbanden. ‘Ik kan die administratie niet bijhouden. Het mag goedkoper worden en een pak efficiënter zijn.’ Ook André Van de Vyver is voorstander om die verrommeling weg te werken. ‘We leven in een land van verrommeling, denk maar aan het aantal ministers en parlementen. Van verrommeling gesproken!’

 

Op zoek naar de logica

Dat Zwijndrecht bij de regio Antwerpen is ingedeeld, vindt burgemeester André Van de Vyver daarentegen aberrant: ‘75 procent van onze samenwerkingsverbanden zijn met de regio Waasland en die verbanden werken goed. Behalve geografisch maakt Zwijndrecht ook historisch deel uit van het Waasland. Wij hebben natuurlijk ook samenwerkingsverbanden met de Antwerpse regio maar die zijn vooral bepaald door de provinciegrens of door het gerechtelijk arrondissement. Wij vragen dus om tot de regio Waasland te horen.

We hebben hierover een gesprek gehad met het kabinet van minister Somers maar dat was spijtig genoeg een dovemansgesprek zonder gehoor voor onze bezorgdheden. Toch zijn er genoeg goede argumenten om de keuze voor het Waasland te staven. We worden daarin trouwens volop gesteund door de gouverneur van OostVlaanderen en door de negen andere Wase burgemeesters. Maar wat we nu horen is dat als we echt bij het Waasland willen horen, we faciliteiten en subsidiëring zullen mislopen. Volgens minister Somers moet de regiovorming van onderuit groeien, dat is een positieve instelling, maar onze stem wordt niet gehoord.’

Dat Destelbergen tot de regio Gent behoort, is voor burgemeester Elsie Sierens een logische beslissing. ‘Als randgemeente van Gent zijn we ook verbonden met Gent, van de middelbare scholen tot de bedrijven. Alleen was de timing erg strak en viel het hele proces ongelukkig, midden in de pandemie. We moesten snel schakelen en konden gelukkig terugvallen op de VVSG.’

Voor Bart Tommelein is de regio Oostende wel van onderuit gegroeid. ‘We hebben in West-Vlaanderen nu vijf regio’s en die zullen voortaan nog duidelijker samenwerken, nu de Vlaamse overheid en de provincie de structuren nog zullen vereenvoudigen. De facto is er al een goede samenwerking.’ De burgemeester van Oostende ziet vooral veel mooie kansen, in de buurgemeenten is er meer open ruimte dan in de stad, voor het vliegveld bijvoorbeeld. Christof Dejaegher is als West-Vlaming niet onverdeeld gelukkig. ‘Het is bovendien niet van onderuit gegroeid. Limburg wilde als provincie samen door het leven gaan, en in West-Vlaanderen wilden veertig gemeenten van de 64 dat ook. Als regio werken we in de Westhoek al bijna veertig jaar samen. Geografisch zijn we aaneengesloten, we kennen dezelfde problemen zoals financiële draagkracht en landelijkheid.’

 

Samen voor cultuur en welzijn

Voor de burgemeester van Poperinge zijn er veel voorbeelden van goede samenwerking die de gemeenten overstijgen, hij denkt daarbij aan taxicheques of uitpassen, maar ook aan het inspelen op onroerenderfgoedontwikkeling waarvoor via intergemeentelijke samenwerking specialisten in dienst genomen kunnen worden. ‘Een samenwerkingsproject verloopt ideaal als iedereen erbij wint, niet als de ene gemeente aan de andere moet toegeven. Op het vlak van mobiliteit, bedrijventerreinen en woonontwikkeling blijft het ieder bestuur op zich. Ik ben zeker niet tegen regiovorming, maar vrees dat wat nu op tafel ligt niet het juiste antwoord biedt op de problemen. Het wordt nog complexer.’

Ook André Van de Vyver heeft goede ervaringen met samenwerkingsverbanden, zoals met Zorgpunt Waasland. ‘Dat is een samenwerkingsverband van vier gemeenten met twaalf woonzorgcentra, het is onze eerstelijnszone, maar ook voor cultuur en sport werken we al jaren samen. Ik hoor Bart Somers altijd zeggen dat er uitzonderingen mogelijk zijn, maar als je 75 procent uitzonderingen moet vragen, dan is dat onlogisch. Natuurlijk kijken we ook naar Antwerpen, het heeft voordelen om vlak bij een stad gesitueerd te zijn, kinderen volgen onderwijs in Antwerpen, Beveren en Sint-Niklaas. We maken gebruik van cultuuraanbod in Antwerpen. Er is zeker een band met Antwerpen. Maar op bestuurlijk vlak is de samenwerking met het Waasland veel belangrijker en vooral ook veel logischer.’

 

De stadsparking

Antwerpen-Linkeroever hoorde een eeuw geleden nog bij Zwijndrecht, maar het werd toen bij de stad aangehecht. ‘Nu zijn we bang dat we helemaal worden opgeslokt, we maken nu al deel uit van de parking. Dat is letterlijk zo,’ zegt burgemeester André Van de Vyver. 

Mobiliteitsaspecten zijn voor Elsie Sierens juist belangrijk om in deze nieuwe regio aan te kunnen kaarten: ‘Het is heel goed dat er veel gemeenten zoals Destelbergen zijn rond Gent. Wij zijn de Davidjes. Wij grenzen aan Gent. Hun maatregelen geven ons de neveneffecten, zoals op het vlak van de parkeerproblematiek. Dankzij de regiovorming hopen we samen naar oplossingen te zoeken, met de andere kleinere gemeenten.

Mobiliteit stopt niet aan een grens, als Gent straten knipt, heeft dat invloed op onze bedrijven en worden we geconfronteerd met een mobiliteitsproblematiek. Nu al hebben we ons met drie randgemeenten gebundeld rond het brokkelviaduct en vragen we ervoor te zorgen dat de drukte van een Europese snelweg niet wordt afgewenteld op de R4.’ Voor Christof Dejaegher is de stad het addertje onder het gras. ‘Op termijn zijn stadsregio’s het doel en gaan de kleine gemeenten op in de stad. Maar onze regio telt geen stad.’

Voor Bart Tommelein blijft samenwerking met zestig gemeenten te ingewikkeld. Toch sluit hij samenwerking met andere regio’s niet uit. ‘Dat gebeurt nu al, onze hulpverleningszone is samen met Brugge, ook de ziekenhuizen kennen een groter netwerk. Onderling kunnen de regio’s uiteraard samenwerken. Maar over de gehele lijn is er weinig affiniteit tussen pakweg Oostende en Avelgem.’ Hij is zeker geen voorstander van een aparte bestuurslaag. ‘We moeten samenwerken in overleg, altijd zoeken naar win-win. En de middelen krijgen om de hindernissen te overwinnen. Daarnaast moeten we als stad ook naar ons zelf kijken: hoe kunnen we onze werking verbeteren?’ •

 

Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Voor Lokaal 06 | 2021