Coronacrisis
Werking advies- en bestuursorganenSamenvattend overzicht
Decreet over het lokaal bestuur
Decreet over het lokaal bestuur van 21 december 2017 titel 6 participatie van de burger met meer info over klachtenbehandeling, voorstellen van burgers, verzoekschriften en volksraadpleging
- Klachtenbehandeling: Decreet Lokaal Bestuur titel 6, hoofdstuk 1
- Inspraak, voorstellen van burgers en verzoekschriften: Decreet Lokaal Bestuur titel 6, hoofdstuk 2
- De gemeentelijke volksraadpleging: Decreet Lokaal Bestuur titel 6, hoofdstuk 3
- VVSG-contactpersoon: Marian Verbeek
Planlastdecreet
De regelingen waarbij periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen worden opgelegd, in voorkomend geval subsidieregelingen, zijn onderworpen aan de voorwaarde dat lokale besturen moeten aantonen dat ze lokale belanghebbenden en/ of bevoegde adviesraden hebben betrokken bij de opmaak van de strategische meerjarenplanning. (art. 6, 4°)
Uiterlijk op 31 juli van elk jaar rapporteert het lokale bestuur over de uitvoering van zijn engagementen. De relevante onderdelen worden aan de bevoegde adviesraden meegedeeld. (art. 10)
Lokaal sportbeleid
De Cultuurpactwet is de wettelijke grond voor de organisatie van inspraak en participatie in het gemeentelijk sportbeleid. De gemeentelijke sportraad is niet meer verplicht. De gemeente moet wél inspraak en participatie met alle lokale belanghebbenden organiseren bij de voorbereiding en uitvoering van het sportbeleid.
- VVSG-contactpersoon: Pieter Demyttenaere
Lokaal jeugdbeleid
Decreet over het jeugd- en kinderrechtenbeleid en de ondersteuning van het jeugdwerk (art. 48)
De gemeentelijke jeugdraad is een verplicht adviesorgaan om de betrokkenheid en de inspraak van kinderen en jongeren te verzekeren bij de beleidsvoorbereiding, bij de uitwerking van de gemeentelijke dienstverlening en bij de evaluatie ervan, inzonderheid de voorbereiding en uitvoering van het meerjarenplan van de gemeente. Geïnteresseerde plaatselijke jeugdwerkinitiatieven en geïnteresseerde kinderen en jongeren uit de gemeente zijn lid van de jeugdraad.
Het college van burgemeester en schepenen moet kunnen aantonen aan dat ze advies vraagt aan de jeugdraad over alle aangelegenheden die betrekking hebben op het jeugdbeleid, ook bij de opmaak van het meerjarenplan.
- VVSG-contactpersoon: Pieter Demyttenaere
Cultureel-erfgoedbeleid
De Cultuurpactwet is de wettelijke grond voor de organisatie van inspraak en participatie in het lokaal cultureel erfgoedbeleid. Gewijzigd Decreet houdende het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid van 24 februari 2017. Dit decreet bevat geen richtlijn meer voor gemeenten met betrekking tot de organisatie van inspraak en participatie
- VVSG-contactpersoon: Lieselot Decalf
Lokaal cultuurbeleid
De Cultuurpactwet is de wettelijke grond voor de organisatie van inspraak en participatie in het gemeentelijk cultuurbeleid. De gemeentelijke cultuurraad is niet meer verplicht. De gemeente moet wél inspraak en participatie met alle lokale belanghebbenden organiseren bij de voorbereiding en uitvoering van het cultuurbeleid.
- VVSG-contactpersoon: Lieselot Decalf
Gemeentelijk mobiliteitsbeleid
Het decreet basisbereikbaarheid (Inforum 330014) bepaalt:
Afdeling 4 | Participatie mobiliteitsplannen en -projecten, artikel 31 (22/06/2019-...)
- Op gewestelijk niveau [...]
- Op regionaal niveau [...]
- Op lokaal niveau bepaalt het college van burgemeester en schepenen de participatie. In voorkomend geval kunnen betrokken colleges van burgemeester en schepenen samen het participatietraject vaststellen.
Als daartoe wordt besloten in het kader van participatie, kunnen de vergaderingen van de projectstuurgroep worden opengesteld voor vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de bevolking.
Als er geen regels worden vastgesteld voor de participatie, onderwerpt het college van burgemeester en schepenen het voorlopige ontwerp van lokaal mobiliteitsplan minstens aan een openbaar onderzoek. De Vlaamse Regering kan de minimale regels bepalen voor het participatie-traject, vermeld in het eerste lid.
De Omzendbrief van 17 mei 2019 betreffende de opstart en werking van de vervoerregio's, geeft meer toelichting.
Het decreet gaat niet enkel uit van participatie tijdens het planningsproces, maar wil de burgers ook tijdig en doeltreffend betrekken bij het uitvoeren, opvolgen en evalueren van basisbereikbaarheid en het mobiliteitsbeleid in het algemeen. Zo wordt de vervoerregioraad verantwoordelijk gesteld voor de structurele participatie van burgers en middenveld in het mobiliteitsbeleid van de vervoerregio.
- VVSG-contactpersoon: Erwin De Bruyne
Gemeentelijk milieubeleid
Decreet algemene bepalingen milieubeleid en Bijlage(n) Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (afdeling 4, onderafdeling 1, art. 2.1.21)
De gemeenteraad kan in de loop van de tweede helft van het jaar dat volgt op de verkiezingen voor de gemeenteraad een gemeentelijk milieubeleidsplan vaststellen met het oog op de bescherming en het beheer van het milieu op het grondgebied van de gemeente. (art. 2.1.21 § 1)
Bij het ontwerpen van het milieubeleidsplan worden de naar zijn oordeel meest belanghebbende overheidsorganen, instellingen en privaatrechtelijke organisaties betrokken. De Vlaamse regering kan nadere regels vaststellen in verband met de raadpleging en betrokkenheid van de organen, instellingen en organisaties. (Art 2.1.22.)
Bij het ontwerpen van de gemeentelijke milieubeleidsplannen zorgt het college van burgemeester en schepenen, voor inspraak door de naar zijn oordeel meest belanghebbende overheidsorganen, instellingen en privaatrechtelijke organisaties te betrekken. Zij verenigt deze te consulteren instanties in een gemeentelijke milieuraad, waarvan de leden van de gemeenteraad geen stemhebbend lid of voorzitter kunnen zijn, evenmin als de milieuambtenaar van de gemeente.
De Vlaamse minister, bevoegd voor leefmilieu, kan aan een gemeente, die op het ogenblik van de aanvraag minder dan 5 000 inwoners telt, een vrijstelling geven voor het hebben van een milieuraad.
De milieuraad brengt advies uit over het ontwerp van milieubeleidsplan. Het college van burgemeester en schepenen motiveert zijn van dit advies afwijkende beslissingen in een begeleidende nota bij dit plan.
- VVSG-contactpersoon: Steven Verbanck
Gemeentelijk veiligheids- en preventiebeleid
Omzendbrief 11 maart 1998 nieuw model van reglement betreffende de gemeentelijke consultatieve Preventieraad. De oprichting van een preventieraad voor de opmaak, uitvoering en evaluatie van de strategische veiligheids- en preventieplannen is niet meer verplicht.
Ministerieel besluit van 24 december 2013 (art 10, §1, 9°)
Ministerieel besluit van 27 december 2017
De gemeente kan buurtinformatienetwerken ontwikkelen om zijn strategische doelstellingen te bereiken. Voor de coördinatie van het plan, moet de gemeente informatie naar de bevolking verzekeren. (art. 10, §1, 9°)
- VVSG-contactpersoon: Melissa Rasschaert
Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking
Kaderdecreet inzake ontwikkelingssamenwerking van 22 juni 2007
Noot: De vroegere expliciete verplichting een adviesraad ontwikkelingssamenwerking op te richten is met de integratie van de sectorale subsidies in het Gemeentefonds vervallen.
- VVSG-contactpersoon: Hanne Albers
Lokaal ouderenbeleid
Decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen van 7 december 2012 (hfst 5, art. 9 en 10)
De Vlaamse Regering stimuleert lokale besturen of ouderen op het terrein voor het ontwikkelen van een lokaal inclusief ouderenbeleid en voor het nemen van initiatieven die de inspraak van ouderen in dat beleid realiseren of versterken. Op basis van een oproep erkent de Vlaamse Regering daartoe een of meer relevante partnerorganisaties. Binnen de beschikbare begrotingskredieten verleent de Vlaamse Regering aan de erkende relevante partnerorganisatie(s) jaarlijks een subsidie-enveloppe. (art. 9)
De Vlaamse Regering maakt uiterlijk tegen het einde van het derde jaar na de inwerkingtreding van dit decreet een evaluatie over de wijze waarop de lokale besturen een lokaal inclusief ouderenbeleid realiseren en daarin de participatie van de ouderen waarborgen. (art. 10)
- VVSG-contactpersoon: Iris De Mol
Lokaal integratie- en inburgeringsbeleid
Decreet betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid van 7 juni 2013 (hfst 5 art. 12)
De steden en gemeenten coördineren de relevante actoren in de eigen stad of gemeente en betrekken de personen, vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° en 2°, en hun organisaties bij dat beleid. Dit zijn personen die legaal en langdurig in België verblijven en die bij hun geboorte niet de Belgische nationaliteit bezaten of van wie minstens een van de ouders bij geboorte niet de Belgische nationaliteit bezat, in het bijzonder diegenen die zich in een vaststelbare achterstandspositie bevinden. Daarnaast ook personen die legaal in België verblijven en die wonen of woonden in een woonwagen of waarvan de ouders dat deden. (art. 3)
- VVSG-contactpersoon: Sabine Van Cauwenberge
Lokaal sociaal beleid
Decreet betreffende het lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 (art. 5)
Het beleid dat het lokaal bestuur voert inzake betrokkenheid en inspraak van burgers houdt in het kader van het lokaal sociaal beleid rekening met de meest kwetsbare burgers met inachtname van participatiemethodieken die afgestemd zijn op de doelgroep. (art. 5)
- VVSG-contactpersoon: Peter Cousaert
Preventieve gezinsondersteuning
Decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning (afdeling 2, art. 11 en afdeling 3 art. 14)
Op het niveau van de organisatie van het aanbod, beoogt de Vlaamse Gemeenschap met de oprichting van Huizen van het Kind de totstandkoming van een geïntegreerd aanbod preventieve gezinsondersteuning dat afgestemd is op de lokale noden en behoeften. Daarvoor voorzien de Huizen van het Kind in participatie voor gebruikers. (art. 11)
Het samenwerkingsverband Huis van het Kind moet concreet aantonen dat het concrete initiatieven neemt om gebruikersparticipatie structureel en maximaal te verankeren binnen het Huis van het Kind. (art. 14, §1, 4°)
Noot van de VVSG: Er is geen verplicht lokaal overleg opvoedingsondersteuning meer. Het decreet van 13 juli 2007 houdende de organisatie van de opvoedingsondersteuning, en dus ook de verplichting, werd opgeheven met de komst van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning.
- VVSG-contactpersoon: Ann Lobijn
Lokaal beleid kinderopvang
Kinderopvang baby en peuter/huis van het kind en preventieve gezinsondersteuning:
Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 houdende het lokale beleid kinderopvang (art. 3, 4, 5 en art. 9, 10)
Het lokaal bestuur richt een Lokaal Overleg Kinderopvang op dat advies geeft over materies die relevant zijn voor kinderopvang, en dat samengesteld is uit minstens een vertegenwoordiging van de lokale actoren, de gebruikers en het lokaal bestuur. (art. 3)
Het lokaal bestuur bepaalt zijn beleidsdoelstellingen voor kinderopvang en laat zich daarbij adviseren door het Lokaal Overleg Kinderopvang. (art. 5)
Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters van 20 april 2012 (art. 13)
Het lokaal loket kinderopvang krijgt gestalte doordat binnen het Lokaal Overleg Kinderopvang een initiatiefnemer wordt aangewezen of een structuur wordt gecreëerd om het lokaal loket kinderopvang te organiseren. (art. 13).
- VVSG-contactpersoon: Sofie Delcourt
Kinderopvang schoolkinderen:
inwerkingtreding vanaf 1 januari 2021!
Binnen het grondgebied van het lokaal bestuur wordt er door de actoren die relevant zijn voor buitenschoolse activiteiten samengewerkt in één lokaal samenwerkingsverband. Het lokaal bestuur neemt het initiatief voor het lokaal samenwerkingsverband en organiseert het.
Het lokaal samenwerkingsverband heeft de volgende opdrachten:
1° het niet-bindend adviseren, op vrijwillige basis, van het lokaal bestuur bij de regie-opdrachten en bij het uitvoeren van de meerjarenplanning;
2° het ontwikkelen van gezamenlijke operationele doelstellingen en het coördineren van operationele acties binnen de beschikbare middelen,
Wettelijke basis: Decreet houdende de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten - 03/05/2019
Ruimtelijke ordening
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 (hfst 3, afdeling 3, art. 1.3.3.)
De commissie voor ruimtelijke ordening is verplicht. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om gezamenlijk één intergemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening samen te stellen. De mogelijkheid voor kleine gemeenten om géén gecoro op te richten is daardoor verdwenen.
Elke burger kan opmerkingen maken over de plannen/verordeningen van ruimtelijke ordening tijdens het openbaar onderzoek. Deze opmerkingen worden behandeld door de gecoro. Bovendien kan de gecoro eigen opmerkingen maken. Minimum één vierde van de leden van de gecoro, waaronder de voorzitter, zijn deskundigen inzake ruimtelijke ordening. De overige leden zijn vertegenwoordigers van de voornaamste maatschappelijke geledingen binnen de gemeente. Vertegenwoordigers van de politiek fracties mogen de vergadering bijwonen, maar maken eigenlijk geen deel uit van de commissie. Openbare onderzoeken en het advies van de gecoro is verplicht bij de opmaak van ruimtelijke beleidsplannen, de aanpassing van ruimtelijke structuurplannen, de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkundige verordeningen. Specifiek bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen vindt er behalve het openbaar onderzoek ook een publieke raadpleging plaats. Deze raadpleging gebeurt in de beginfase van de opmaak van het plan. Niet de inhoud van het ruimtelijk uitvoeringsplan staat dan centraal. Wel de vraag of het plan voldoende breed wordt onderzocht. Tijdens de raadpleging vindt er ook een participatiemoment plaats met de bevolking.
- VVSG-contactpersoon: Xavier Buijs
Lokaal woonbeleid
Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode
Noot van de VVSG: voor lokale besturen zijn er geen verplichtingen inzake burgerparticipatie binnen de sector wonen.
- VVSG-contactpersoon: Joris Deleenheer
Economisch beleid
Er bestaat geen wettelijke of decretale verplichting over participatie van ondernemers aan het lokaal beleid. Toch is het uiteraard aangewezen om ondernemers te betrekken bij het gemeentelijk economisch beleid. Er zijn verschillende mogelijkheden om die betrokkenheid te organiseren, gaande van een klassieke adviesraad tot meer creatieve dialoogvormen. Meer info op het Kennisnetwerk, met onder meer een afwegingskader over de samenspraak met ondernemers.
Let op: indien een gemeente een (niet-verplichte) adviesraad voor ondernemers inricht, geldt wél de bepaling dat max. 2/3e van de leden van die adviesraad van hetzelfde geslacht is.
- VVSG-contactpersoon: Fabio Contipelli
Bestuursdecreet
Bestuursdecreet van 7 december 2018
TITEL II. Relatie tussen burgers en de overheid
Het bestuursdecreet regelt o.a. het recht om bestuursdocumenten te raadplegen en er een afschrift van te krijgen.
- VVSG-contactpersoon: Marian Verbeek