Bij verzelfstandiging krijgen bepaalde gemeentelijke of OCMW-diensten of -activiteiten meer onafhankelijkheid dan de andere (“eigenlijke”) lokale diensten. Die onafhankelijkheid houdt in dat er in de daarvoor gecreëerde verzelfstandigde entiteiten beslissingen kunnen worden genomen, zonder dat die telkens naar de centrale administratie (bv. de algemeen directeur) of de politieke organen (bv. raad, college van burgemeester en schepenen of vast bureau) moeten worden teruggekoppeld.
Vormen van gemeentelijke verzelfstandiging zijn:
Vormen van OCMW-verzelfstandiging zijn:
Intergemeentelijke samenwerking (IGS)
Via intergemeentelijk samenwerkingsverbanden kunnen gemeenten samen een doel realiseren. Vaak worden door deze "intercommunales" oplossingen gezocht voor zaken die voor elke gemeente afzonderlijk te duur zouden zijn of moeilijk te realiseren. Nog meer dan bij verzelfstandiging is het behouden van democratische controle hier een uitdaging. Er zijn verschillende vormen van intergemeentelijke samenwerking:
OCMW-verenigingen en OCMW-vennootschappen
Ook OCMW’s kunnen samenwerkingsverbanden oprichten met andere OCMW's. Anders dan bij de gemeenten zijn deze vormen geschikt om ook met andere entiteiten samen te werken: andere OCMW’s, andere openbare besturen (dus ook gemeenten) of met andere rechtspersonen zonder winstoogmerk. Ook hier geldt dat het bewaken van democratische controle meer nog dan bij verzelfstandiging een uitdaging blijft. Er zijn verschillende vormen van OCMW-verenigingen en -vennootschappen:
Belangrijk bij verzelfstandiging en samenwerking is dat deze beweging gepaard gaat met nodige waarborgen voor de blijvende democratische werking van het lokaal bestuur. De decreetgever heeft hiervoor verschillende waarborgen ingebouwd. Een probleem is wel dat die er voor elke vorm weer wat anders uitzien. Het is bijna onmogelijk om een goed overzicht te houden.
Het kan een goed idee zijn dat de raadsvoorzitter de taak krijgt om de democratische controle te bewaken. Verder is het aangewezen om met de mandatarissen die door het bestuur werden aangewezen om te zetelen in een orgaan (algemene vergadering of raad van bestuur) van de verbonden entiteit een engagement aan te gaan waarbij zij ook tijdens de raad aanspreekbaar zijn over die vertegenwoordiging.
Hoe beslis je als raad om over te gaan tot verzelfstandiging of samenwerking?
Binnen de veelheid aan lokale taken en mogelijkheden om samen te werken is het soms heel moeilijk te bepalen of een bepaalde taak het best binnen het bestuur blijft, dan wel beter buiten het bestuur verzelfstandigd wordt (al dan niet door samenwerking met derden). De VVSG heeft in het verleden een afwegingskader gemaakt voor verzelfstandiging. Dit kader is verouderd en zal aangepast en uitgebreid worden.