Scroll naar beneden voor de lijst met documenten

Betere financiering en meer zekerheid moeten lokale besturen overtuigen om lokale opvanginitiatieven te openen

Op 20 juli heeft de Ministerraad een pakket maatregelen goedgekeurd die ertoe moeten leiden dat de lokale besturen meer opvangplaatsen in de lokale opvanginitiatieven (LOI) organiseren. Deze maatregelen worden van toepassing vanaf 1 november 2023.

Het streefdoel in het opvangnetwerk is 60% collectieve opvangcentra en 40% individuele opvang in de LOI. Die verhouding is nodig opdat het opvangmodel goed zou werken. Momenteel bedraagt het aandeel van de LOI in het opvangnetwerk slechts ongeveer 14%. Dat komt door een daling van het aantal LOI-plaatsen maar ook doordat er heel wat LOI-plaatsen niet beschikbaar zijn omdat de bewoners niet kunnen uitstromen omdat ze geen woning vinden. Intussen is het aantal collectieve opvangplaatsen juist sterk gestegen om het hoofd te bieden aan de actuele opvangcrisis. Toch is er maar weinig bereidheid bij de lokale besturen om bijkomende LOI-plaatsen te openen. Bij elke voorgaande opvangcrisis hebben de lokale besturen nochtans steeds op vrijwillige basis een belangrijke inspanning geleverd om bijkomende LOI-plaatsen te openen. Om die bereidheid te herstellen komen er maatregelen gericht op een verbeterde financiering van de LOI en op het verhogen van de stabiliteit en de zekerheid.

De reguliere betoelaging van de LOI wordt met 5% verhoogd. Als een LOI-plaats niet gebruikt kan worden of als er geen bewoner toegewezen wordt, bedraagt de betoelaging 50% (voordien 40%). Er komt een gedifferentieerd persoonsgebonden tarief voor LOI-bewoners met specifieke noden. Belangrijk is ook dat de subsidie duidelijk forfaitair wordt zodat er geen discussies meer ontstaan over reserves. Ingeval van een opzeg door Fedasil, bedraagt de opzegtermijn 1 jaar. Voor het OCMW blijft dat 6 maanden. De bestaande premies bij het openen van een LOI-plaats worden verhoogd. Daarnaast komen er ook premies voor het heropenen van een LOI-plaats na een langdurige schorsing en voor de renovatie van bestaande plaatsen.

Positief is dat de financiering versterkt wordt, dat de subsidie duidelijk forfaitair is en dat opzegtermijn verlengd wordt. Die maatregelen samen geven meer stabiliteit en zekerheid. Deze maatregelen zijn dus zeker een stap in de goede richting maar zullen waarschijnlijk niet volstaan om een betekenisvolle impact te hebben op het aantal LOI-plaatsen. Er blijven immers 2 belangrijke knelpunten ongewijzigd. Er komt geen gegarandeerde bezetting van de LOI en de uitstroomtermijn blijft ongewijzigd.

Het KB met de nieuwe regels is op 1 november 2023 in werking getreden.

Lees hier meer over dit pakket LOI-maatregelen en de beoordeling door VVSG.

Lees hier het Koninklijk Besluit van 24 september 2023.

Rechtspraak veroordeelt Fedasil tot opheffing code 207 – Impact OCMW-dienstverlening voor asielzoekers

Door de verzadiging van het opvangnetwerk voor verzoekers internationale bescherming (asielzoekers) krijgen heel wat verzoekers internationale bescherming (IB) niet de opvangplaats waar ze recht op hebben. De verzoeker IB kan dan een eenzijdig verzoekschrift indienen bij de arbeidsrechtbank. Aanvankelijk leidde dat in princiep tot een veroordeling van Fedasil om binnen de 24u of 48u opvang  te verlenen en dit onder dreiging van een dwangsom. Fedasil kon evenwel vaak geen opvangplaats aanbieden. Die situatie heeft de arbeidsrechters ertoe gebracht om hun veroordelingen aan te passen. Fedasil wordt nu meestal niet alleen veroordeeld tot het verlenen van opvang maar ook tot het opheffen van de code 207 no show. Verzoekers zonder code 207 in het wachtregister hebben recht op maatschappelijke dienstverlening door het OCMW als ze ook de andere voorwaarden vervullen. Zo zijn er al vele honderden veroordelingen van Fedasil.

In de praktijk wordt de code 207 no show echter niet zo vlot opgeheven. De veroordeling moet eerst betekend worden. Daarna pas zal Fedasil de code 207 no show opheffen. We stellen vast dat het aantal opheffingen beperkt blijft in vergelijking met het aantal veroordelingen.

De OCMW’s kunnen geconfronteerd worden met verzoekers IB die zo’n veroordeling voorleggen en een equivalent leefloon vragen. Het probleem is dat de OCMW’s geen partij zijn bij het geding waarbij Fedasil veroordeeld wordt en dat de veroordeling dus niet tegenstelbaar is aan het OCMW. Bovendien is het wachtregister een authentieke bron van informatie voor de OCMW’s en worden zij geacht om rekening te houden met de gegevens die in het wachtregister staan. Dus ook met de niet door Fedasil opgeheven code 207 no show. En verzoekers IB met een code 207 hebben geen recht op maatschappelijke dienstverlening (art. 57ter OCMW-wet). De verzoeker IB heeft dan geen andere optie dan een beroep in te dienen tegen de weigeringsbeslissing van het OCMW waarna de arbeidsrechter het OCMW zal veroordelen.

Om deze verspilling van middelen zowel voor justitie als voor de OCMW’s te vermijden, kan het OCMW dergelijke dossiers ook voorleggen aan de POD MI (zie Echo van 30 november 2022). Het OCMW moet dan de veroordeling  samen met vermelding van de naam en het rijksregisternummer van de hulpvrager aan de POD MI bezorgen. Let op, de veroordeling moet betekend zijn. Indien dat nog niet gebeurd is, moet de advocaat van de betrokkene daarvoor zorgen. De POD MI zal het dossier dan samen met Fedasil bekijken. Voor zover er geen tegenindicatie is, zal Fedasil de code 207 no show in de door de POD MI gesignaleerde dossiers prioritair behandelen en de code 207 no show op korte termijn opheffen. Zodra die opheffing gebeurd is, kan het OCMW een equivalent leefloon toekennen als ook de andere voorwaarden vervuld zijn. Als de opheffing toch niet gebeurt, kan het OCMW dat signaleren aan de POD MI. 

Intussen is er ook al rechtspraak waarbij het OCMW in het geding tegen Fedasil betrokken wordt en waarbij de rechter zowel Fedasil veroordeelt als het OCMW. Het OCMW wordt dan meestal veroordeelt tot het toekennen van maatschappelijke dienstverlening (equivalent leefloon) ongeacht het al dan niet opheffen van de code 207 no show en dat tot Fedasil opvang heeft verleend. In dat geval zal de POD MI de toegekende maatschappelijke dienstverlening ten laste nemen binnen de wettelijke grenzen.

Bezorg ons de veroordelingen die aan jullie voorgelegd worden zodat wij dit mee kunnen opvolgen.

Opvangmodel Verzoekers Internationale Bescherming

In het opvangmodel voor verzoekers internationale bescherming (IB) is collectieve opvang het uitgangspunt. Individuele opvang in onder andere lokale opvanginitiatieven (LOI) is ofwel het sluitstuk (de zgn.transitieopvang) ofwel eerder de uitzondering. Dit opvangmodel moet leiden tot een efficiënt(er) beheer van het opvangnetwerk en toelaten om meer in te zetten op de toewijzing van de meest aangepaste opvangplaats van bij het indienen van de verzoek IB. In werkelijkheid werd het opvangnetwerk de laatste jaren vooral geconfronteerd met crisissituaties die gepaard gingen met indrukwekkende opbouw gevolgd door al even indrukwekkende afbouw. Een groot aandachtspunt voor de OCMW’s is dan ook het tegengaan van de sterke schommelingen in het opvangnetwerk. Vooral de laatste opbouw-en-afbouw beweging in 2018 heeft het draagvlak bij de lokale besturen voor het openen van bijkomende LOI-plaatsen aangetast. Lokale besturen vragen meer stabiliteit op langere termijn gericht op het verzekeren en respecteren van hun rol in de opvang van verzoekers IB.

De federale overheid wil een stabiel en flexibel opvangmodel met voldoende bufferplaatsen en oog voor een langetermijnbeleid. Daarbij wordt gestreefd naar een nieuw evenwicht tussen collectieve opvangcentra en individuele opvangplaatsen. Voor de meeste verzoekers IB zal de opvang nog steeds collectief zijn maar er is ook sprake van individuele opvang voor gezinnen met kinderen naast de specifiek kwetsbare verzoekers en verzoekers met een hoge beschermingsgraad die nu al in de individuele opvang terechtkunnen. De federale overheid is zich er ook van bewust dat er ongenoegen en frustraties zijn bij de lokale besturen. Daarom wil de federale overheid een dialoog met de lokale besturen  aangaan om samen tot betere samenwerkingsverbanden te komen. Voorlopig is die dialoog evenwel nog steeds niet opgestart. Om het draagvlak voor bijkomende LOI-plaatsen te vergroten, verwachten de lokale besturen een helder antwoord op hun vragen. Zij hebben nood aan zekerheid m.b.t. hun rol in het toekomstige opvangbeleid zowel qua opgevangen personen, aantal LOI-plaatsen en bezettingsgraad als qua ruimere ondersteuning zoals het zoeken naar huisvesting, de beschikbaarheid van tolken en dergelijke meer.

 Voor de LOI betekent het opvangmodel concreet dat zij momenteel instaan voor:

◾ de transitie-opvang: de opvang van bewoners die al een positieve beslissing gekregen hebben (erkenning, subsidiaire bescherming, regularisatie ten gronde, enz. voor zover het een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden betreft) met als doel dat zij binnen de 2 maanden (2 keer verlengbaar met telkens 1 maand) het LOI kunnen verlaten voor een eigen woning;
 hoge beschermingsgraad: de opvang van verzoekers IB die afkomstig zijn uit een land waarvoor er een hoge beschermingsgraad geldt (concreet 80% positieve beslissingen), die op een beslissing ten gronde van het CGVS wachten en die al minstens 2 maanden in een collectief opvangcentrum verblijven;
specifieke kwetsbare groepen: In principe worden deze verzoekers IB  aan de NGO's toegewezen die specifieke opvangplaatsen voorzien hebben waar extra en/of specifieke begeleiding geboden wordt maar ook de LOI kunnen een specifiek aanbod hebben.

In tijden van hoge bezetting van het opvangnetwerk kan er afgeweken worden van dit opvangmodel.

Volgens de VVSG is de transitie-opvang een moeilijke opdracht waarvan het succes niet alleen bepaald wordt door de inspanningen die het LOI en de bewoner leveren maar ook door heel wat externe factoren. Daarom heeft de VVSG er van bij de start op aangedrongen dat de uitstroomtermijn moet toelaten om duurzame huivesting te vinden. Duurzame huisvesting betekent dat bewoners niet onder tijdsdruk in een te dure woning terecht komen of in een woning in slechte staat of tijdelijk opgevangen worden door familie en vrienden waarna de zoektocht in nog lastigere omstandigheden verdergezet moet worden. De uitstroomtermijn van 2 maanden kon uiteindelijk toch 2 keer met telkens één maand verlengd worden (in uitzonderlijke gevallen langer). Uit de recenste bevraging van de VVSG volgt evenwel dat een meerderheid van de LOI er niet in slaagt om de termijn van 4 maanden te respecteren. De VVSG pleit nog steeds voor een grondige evaluatie van de uitstroomtermijn waarbij niet alleen wordt nagegaan of de 4 maanden gehaald worden maar ook hoe vaak er duurzame huisvesting gevonden wordt.

Volgens de VVSG staat de voorwaarde dat verzoekers IB met een hoge beschermingsgraad pas naar een LOI kunnen als ze al minstens 2 maanden in een collectief opvangcentrum opgevangen werden, haaks op de doelstelling om deze groep verzoekers IB versneld te integreren. De VVSG pleit voor een toewijzing na maximaal 4 weken tenzij er duidelijke tegenindicaties zijn. Een andere bezorgdheid is dat er zo bijna geen verschil meer is tussen de transitie-opvang en de opvang hoge beschermingsgraad. Ten minste in de periodes dat het CGVS binnen de streeftermijn van maximaal 6 maanden een beslissing kan nemen, wat in periodes van verhoogde instroom niet altijd het geval is.

Voor de LOI is het nochtans belangrijk dat zij ook nog verzoekers IB in procedure gedurende een langere periode kunnen begeleiden en niet alleen voor de uitstroom van bewoners met een positieve beslissing moeten zorgen. Dat zijn ten slotte twee verschillende opdrachten. Als de LOI hoofdzakelijk instaan voor de uitstroom, dreigen opgebouwde expertise in het begeleiden van verzoekers IB en de rond het LOI uitgebouwde netwerken van andere hulpverleners, organisaties en vrijwilligers verloren te gaan. 

De VVSG pleit voor een evaluatie van het opvangmodel zodat er desgevallend bijgestuurd kan worden.

 

Instructies Fedasil en VVSG-nota's

Hier vindt u de meest relevante instructies van Fedasil alsook een aantal VVSG-nota's.

Recente items

Premie voor openen extra lokale opvangplaatsen overtuigt niet 1
Nieuws - 09-09-2022
Premie voor openen extra lokale opvangplaatsen overtuigt niet
# Vreemdelingen, Materiële opvang, Samenleving, gezin & welzijn Lees meer