Auteur: Nathalie Debast
Gepubliceerd op: 04-11-2020
Met een stijgend aantal besmettingen in de Vlaamse woonzorgcentra is het opnieuw alle hens aan dek. Ook in de 200 publieke woonzorgcentra is de bezorgdheid groot. Er is doorgaans wel voldoende beschermingsmateriaal, maar de nood situeert zich nu vooral bij het personeel. Heel wat medewerkers vielen de laatste weken immers uit omdat ze zelf besmet zijn, in verplichte quarantaine zitten of ten onder zijn gegaan aan de toenemende druk. Vervanging ligt niet voor het rapen. De VVSG hoopt dat een versoepelde inschakeling van andere werkkrachten door de diverse overheden in de praktijk snel voelbaar wordt. Zo kan de focus blijven liggen op zorg, leven en wonen in het woonzorgcentrum.
Draagkracht en wendbaarheid:
De medewerkers van de woonzorgcentra kunnen tegen een stootje. De wendbaarheid, de draagkracht en de teamspirit waarmee ze ook deze tweede golf aanpakken zijn bewonderenswaardig. Ze zijn gewapend met de inzichten uit de eerste golf, maar tegelijk waakzaam en bang. Zelfs in een huis zonder besmettingen, kan de situatie morgen helemaal anders zijn: "De vraag is niet of we het coronavirus binnen zullen krijgen, maar wanneer en hoe hard het zal toeslaan", zegt Inge Wittockx, directeur van WZC Meerminnehof in Morstel. Er is voldoende beschermingsmateriaal en testcapaciteit, maar dat maakt de uitdagingen van deze tweede golf er niet malser op.
Continuïteit van de zorg:
Personeel valt zowat overal uit door quarantaine of door ziekte. Het verderzetten van de zorg is een prioriteit, net als het welzijn van de medewerkers. Die combinatie is dezer dagen een ware uitdaging. "De rek is op", stelt Els Van Steen, directeur thuis- en ouderenzorg in Zele. De tijd van witte lakens en klappende handen ligt al ver achter ons. "Net nu het mentaal zo zwaar is, voelen medewerkers minder steun. Wie het goed meent met de ‘helden van de zorg’ mag de woonzorgcentra niet aan hun lot overlaten", klinkt het.
Inwisselbaarheid medewerkers:
Er is nog gelukkig nog steeds heel wat solidariteit. Die komt onder meer tot uiting in de manier waarop lokale besturen onderling medewerkers inzetten daar waar de noden het hoogst zijn. Net zoals tijdens de eerste golf, springen medewerkers uit de thuiszorg bij in de woonzorgcentra, al is er vandaag minder marge. Het is een troef van de publieke zorg, waar alles in één hand zit. Daarnaast werden platformen opgestart die de uitval van personeel kunnen counteren. Het platform ‘Help In de Zorg’ is daar een mooi voorbeeld van. En toch zijn er ondanks de grote noden weinig officiële vacatures. Het illustreert hoe organisatorische en psychosociale vraagstukken nu alle aandacht opeisen en er zeer weinig ruimte is om werk te maken van meer diepgaande oplossingen, zoals de zoektocht naar nieuwe medewerkers.
Deze crisis noopt tot snel handelen, al staan naast tijd ook regels in de weg. De VDAB speelt alvast in op de vraag van de VVSG om woonzorgcentra nu ook uit eigen beweging te contacteren, om zo hun behoeften naar personeel in kaart te brengen. Het federale parlement keurde ook de regeling goed waarbij studenten tot en met maart 2021 mogen bijklussen in de zorg zonder impact op hun sociale rechten. Dat was een vraag van alle zorgkoepels. We vragen ook om werk te maken van een regeling om medewerkers uit andere sectoren - denk aan dienstencheque-medewerkers die tijdelijk zonder werk zitten - soepel ter beschikking te stellen voor tijdelijke logistieke opdrachten in de zorg. Daar is immers ook nood aan, net als een outreachende houding bij heel wat mensen en diensten zoals interimkantoren. Ook psychologische bijstand is meer dan welkom.
Structurele maatregelen:
Parallel voert de VVSG gesprekken met de Vlaamse regering voor een betere verloning, werkbaar werk en meer zorgpersoneel. De Vlaamse regering en de sociale partners willen tegen het einde van het jaar tot een goed akkoord komen met structurele maatregelen. Goede en betaalbare zorg voor iedereen is onmisbaar, de zorgsectoren verdienen meer dan ooit een boost.