Auteur:

Gepubliceerd op: 07-11-2022

Na veel voorbereidend werk (o.a. een eerste wetsontwerp in april 2022 – zie Gemeentelijke bestuurlijke handhaving van ondermijnende criminaliteit: eindelijk wettelijk kader?) heeft de federale Ministerraad op 14 september 2022 het wetsontwerp “betreffende de gemeentelijke bestuurlijke handhaving, instelling van gemeentelijk integriteitsonderzoek en houdende oprichting van een Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen” goedgekeurd. De Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden heeft opnieuw een advies gevraagd over dit wetsontwerp aan de Verenigingen van Steden en gemeenten.

Na het consulteren van het werkveld via de VVSG-werkgroep bestuurlijke handhaving, een overleg met de burgemeesters van de Vlaamse centrumsteden en het bespreken binnen de Bestuurlijke Commissie Veiligheid heeft de Raad van Bestuur van de VVSG op 19 oktober een standpunt ingenomen en aanbevelingen geformuleerd. De nota van de Raad van Bestuur werd aan de Minister bezorgd, samen met nog twee nota’s met juridisch-technische opmerkingen en suggesties. In het advies worden onderstaande krachtlijnen, toetsstenen en aanbevelingen gedetailleerd beschreven. 

Het wetsontwerp omtrent de “gemeentelijke bestuurlijke handhaving” omvat vier krachtlijnen. Het voorziet in:

  1. een wettelijke omkadering van het integriteitsonderzoek door een gemeente
  2. de oprichting van een Directie Integriteitsbeoordelingen Openbare Besturen (DIOB)
  3. de oprichting van Arrondissementele Informatie- en Expertise Centra (ARIEC)
  4. bijkomende bestuurlijke maatregelen voor de lokale besturen en de burgemeesters via de aanpassing van de Nieuwe Gemeentewet.

Het wetsontwerp werd door de VVSG onderworpen aan zes toetsstenen. Zie hiervoor VVSG werkt aan een advies over wetsontwerp gemeentelijke bestuurlijke handhaving

Na de lokale bestuurlijke (handhavings)toetsen op het wetsontwerp te hebben losgelaten, formuleert de VVSG vijf aanbevelingen:

  1. Ondermijn de bestaande lokale barrièrewerking niet
  2. Ontgrendel de zware procedurele grendels van het wetsontwerp
  3. Behoud van de huidige lokale handhavingsmogelijkheden
  4. Zorg voor een duidelijke wettelijke omkadering en het belang van het subsidiariteitsbeginsel en proportionaliteitsbeginsel bij het integriteitsonderzoek
  5. Zorg voor een versterking van de informatiepositie van de lokale besturen

De VVSG hoopt dat de Minister zoveel als mogelijk rekening houdt met de aanbevelingen en de juridisch- technische bedenkingen van onze burgemeesters en lokale handhavers en is steeds bereid tot verder constructief overleg.

Bjorn Cools