Auteur: Lotte Van Liefde
Gepubliceerd op: 21-02-2024
Op 9 februari 2024 heeft het Vlaams Parlement de definitieve tekst goedgekeurd en bekrachtigd van het decreet dat wijzigingen zal aanbrengen in het decreet van 16 januari 2004 over begraafplaatsen en lijkbezorging.
De wijzigingen zijn 15 maart 2024 in werking getreden.
Naast de wijzigingen in het decreet van 16 januari 2004, zijn er ook veranderingen doorgevoerd in:
- Het decreet van 12 juli 2013, dat subsidies toekent voor religieuze gebouwen, gebouwen voor niet-religieuze morele diensten en crematoria.
- Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
De aanpassing aan het decreet is het resultaat van een reeks eerdere besprekingen rond het voorontwerp van decreet tot wijziging van drie decreten rond begraafplaatsen, begrafenissen en crematoria, waarbij de VVSG met Burgerzaken Vlaanderen vzw en het Netwerk Begraafplaatsen Vlaanderen gesprekspartner waren.
Naar aanleiding hiervan maakten de organisaties toen ook een nota op. Die nota was een herhaling van eerder ingenomen standpunten op de toen vooropgestelde decreetwijziging, maar deed ook een aantal duidelijke voorstellen voor verregaandere wijzigingen aan het decreet, ingegeven door de lokale besturen. Helaas werden niet alle aanvullingen en standpunten overgenomen in de tekst die nu werd goedgekeurd.
Wat verandert?
- Private participatie in crematoria
Private rechtspersonen krijgen de mogelijkheid om te participeren in een intergemeentelijk samenwerkingsverband dat een crematorium exploiteert. Net zoals dat vandaag geldt voor de energie- en afvalsector, gaat het echter om een minderheidsparticipatie met maximum 25% van de stemrechten in de algemene vergadering, geen controle of blokkerende macht en een gezamenlijke inbreng van ten hoogste 49% van het maatschappelijke kapitaal.
- Crematoria zonder urnenveld, strooiweide en columbarium
Crematoria hebben niet langer de verplichting te voorzien in zowel urnenvelden, strooiweiden als columbaria.
- Vervoer stoffelijk overschot
Het wordt mogelijk om meer dan één niet-gecremeerd stoffelijk overschot tegelijk te vervoeren. Verder wordt ‘vervoer op een passende wijze’ voortaan gedefinieerd als ‘veilig, hygiënisch en respectvol voor de overledene’.
- Onderhoud alle soorten concessies
De wijziging breidt de onderhoudsverplichting uit naar alle vormen van concessies. Het gaat dus niet langer enkel om geconcedeerde graven.
- Toelating van concessies voor urnenvelden
Naast de graf- en columbariaconcessies wordt het mogelijk om concessies op urnenvelden te verlenen op (inter)gemeentelijke begraafplaatsen.
- Crematoria zonder openbaar gedeelte
Aansluitend bij de mogelijke private inbreng in crematoria verdwijnt de verplichting voor crematoria om ook in een openbaar gedeelte te voorzien.
- Mogelijkheid schenking lichaam aan de wetenschap in laatste wilsbeschikking
De wijziging voorziet de mogelijkheid om in het document met de laatste wilsbeschikking aan te geven om het lichaam aan de wetenschap te schenken. Daarom zal ook het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor uitvaart opgenomen in de laatste wilsbeschikking worden aangepast, vooral door de manier te beschrijven waarop de wetenschappelijke instelling hierover geïnformeerd moet worden.
- Afschaffing van de mogelijkheid van subsidies voor crematoria
De wijziging schaft de Vlaamse subsidies aan crematoria af. Er zullen dus geen subsidies meer zijn voor de nieuwbouw of verbouwing met het oog op het oprichten van een nieuw crematorium en de uitbreiding van de bestaande installaties.
- De term ‘geneesheer’ wordt vervangen door het woord ‘arts’
- Beslissingsverantwoordelijkheid over asbestemming uitgebreid naar persoon die in de lijkbezorging voorziet
De aanpassing aan het decreet legt de verantwoordelijkheid voor asbestemming in tweede orde (d.i. indien er geen laatste wilsbeschikking is en geen echtgenoot of persoon is die met de overledene een feitelijk gezin vormde, of geen bloed- of aanverwanten van de eerste graad) bij de persoon die in de lijkbezorging voorziet. Bovendien krijgt de persoon die in de lijkbezorging voorziet naast bovenvermelde personen ook de mogelijkheid om een gedeelte van de as van de overleden persoon mee te nemen.
- Bijzetting van huisdieren
Het wordt mogelijk gemaakt dat de as van een of meerdere al overleden en gecremeerde gezelschapsdieren samen met de (as van de) overleden eigenaar begraven of bijgezet wordt op de begraafplaats. Het is aan de gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het intergemeentelijk samenwerkingsverband om daartoe het initiatief te nemen, namelijk door die begraving of bijzetting op te nemen in het reglement op de begraafplaats(en).
- Bijzetting van partners
De mogelijkheid wordt gecreëerd dat de langstlevende partner in de laatste wilsbeschikking ook kan opnemen dat de as van de eerder overleden echtgenoot of persoon met wie hij of zij een feitelijk gezin vormde, samen met hem of haar begraven, bijgezet of uitgestrooid wordt. Bij gebrek aan een laatste wilsbeschikking is het gezamenlijk schriftelijk verzoek van alle bloed- en aanverwanten van de eerste graad vereist. Dat zal enkel mogelijk zijn in zoverre de eerder overleden echtgenoot of persoon die met de overledene een feitelijk gezin vormde, zich daartoe niet uitdrukkelijk heeft verzet in zijn laatste wilsbeschikking. De gemeenteraad of het bevoegde orgaan van het intergemeentelijk samenwerkingsverband kan hiertoe beslissen door dit op te nemen in het reglement op de begraafplaats(en).