Gepubliceerd op: 06-12-2022
Steden en gemeenten investeren in 2022 drie keer meer in fietsbeleid dan vijf jaar geleden. Het gaat dan vooral om de aanleg van fietsinfrastructuur, fietsnetwerken, aanpassingen aan kruispunten en het monitoren van het fietsgebruik en -gedrag. Dat blijkt uit een bevraging die de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en Fietsberaad Vlaanderen deden bij de steden en gemeenten. De verdere uitbouw van fietsinfrastructuur moet samen met alle andere overheden en instanties (Vlaamse overheid, provincies, NMBS,...) gebeuren.
Meer investeringen
Steden en gemeenten investeren in 2022 naar schatting tussen de 15 en 20 euro per inwoner aan fietsbeleid. Dat is drie keer meer dan in 2017. Hoe meer inwoners een gemeente heeft, hoe meer middelen er voor fietsbeleid vrijgemaakt worden, al weegt dat bedrag voor een kleinere gemeente vaak zwaarder door. Het mediaanbedrag voor investeringen in fietsinfrastructuur is 300.000 euro/jaar; voor fietsparkeren is dat 15.000 euro. ‘De fiets wint duidelijk aan belang bij onze leden en daar zijn we zeer blij mee; dit past ook in de klimaatdoelstellingen waar onze steden en gemeenten zich toe engageren,’ aldus Wim Dries, voorzitter van VVSG en burgemeester in Genk.
Safety first
Verkeersveiligheid is voor de respondenten de belangrijkste beweegreden om eigen middelen te blijven investeren in de fiets. Daarna volgt de shift naar duurzame mobiliteit en de leefkwaliteit in de publieke ruimte. ‘‘Een fietser is erg kwetsbaar. Het is een taak van de gemeenten om te zorgen voor goed aangelegde en onderhouden wegen, fietspaden en buurten, waar het comfortabel fietsen is. Op die manier moedigen we onze inwoners ook aan om zich met de fiets te verplaatsen,’ bevestigt Marianne Verhaert, burgemeester in Grobbendonk.
Meer dan fietspaden
De Vlaming neemt steeds meer de fiets en wil betere fietsroutes, vooral op de korte afstanden binnen de kernen van steden en gemeenten. Dat staat niet gelijk aan het massaal aanleggen van fietspaden. ‘Fietspaden kosten heel veel geld, en soms is dat ook niet de juiste oplossing. Op veel plaatsen kan met een fietsstraat of een zone 30 en beperkter autoverkeer veel resultaat geboekt worden. Dat bewijzen heel wat steden en gemeenten, zegt Jan Vermeulen, voorzitter van Fietsberaad Vlaanderen en burgemeester in fietsstad Deinze. Zone 30 moeten we leesbaarder maken, al kost het tijd en middelen. Ook fietsparkeren is belangrijk. ‘Naast veilig kunnen fietsen, is het net zo belangrijk dat mensen hun fiets met een gerust hart kunnen achterlaten in veilige fietsstallingen. Hier is een inhaalbeweging nodig, zeker ook in de buurt van de grote stations,’ aldus Dries.
Meer info
Lees het volledige rapport dat op 6 december wordt voorgesteld op de studiedag FietsDNA in Mechelen.
Perscontact VVSG: Nathalie Debast, VVSG-woordvoerder, 0497 31 80 77
Perscontact Fietsberaad Vlaanderen: Wout Baert, programma manager Fietsberaad Vlaanderen, 0478 29 26 34