Auteur: Bart Palmaers
Gepubliceerd op: 16-05-2024
Als je gegiste dranken of sterke drank wilt schenken in een drankgelegenheid (zoals een café, restaurant, pop-up of proeverij), moet je een geldige drankvergunning hebben. Vanaf 20 mei 2024 hoeft het gemeentebestuur bij de beoordeling van een vergunningsaanvraag alleen nog maar de moraliteit van de aanvrager te controleren. Hygiënevereisten zijn vanaf die datum niet meer van toepassing.
Deze verandering is het gevolg van het Koninklijk Besluit van 26 april 2024, dat de inwerkingtreding van de artikelen 5 tot en met 9 van de wet van 25 april 2007 regelt (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 10 mei 2024). Hiermee wordt Hoofdstuk II 'Hygiënische eisen voor slijterijen van gegiste dranken' (artikelen 5 tot 7) van de samengeordende wetsbepalingen van 1953 opgeheven. Deze opheffing geldt ook voor het schenken van sterke drank, aangezien de wet van 1983 naar dezelfde hygiënebepalingen verwijst.
Verouderde hygiënevoorwaarden op de schop
De VVSG pleit al langer voor een grondige hervorming van de drankvergunningregels, inclusief de afschaffing van de sterk verouderde hygiënevereisten.
Volgens de samengeordende wetsbepalingen en het KB van 1953 moet een drankgelegenheid aan de volgende voorwaarden voldoen: een minimumhoogte van 2,75 meter, een minimale cilinderinhoud van 90m³, een verwarmings-, verlichtings- en ventilatiesysteem, en sanitaire voorzieningen. Het voldoen aan deze eisen leidt tot een zogenaamd hygiëneattest.
Hoe relevant deze bepalingen destijds ook waren, vandaag gelden er voldoende en meer relevante voorwaarden vanuit bijvoorbeeld de brandveiligheids- en voedselveiligheidsregelgeving.
Concreet betekent dit dat een gemeentebestuur bij de beoordeling van een aanvraag voor een drankvergunning (voor gegiste dranken en/of sterke drank) enkel nog een moraliteitscontrole kan en moet uitvoeren. Zo’n controle gebeurt aan de hand van een uittreksel uit het strafregister (model ‘art. 596.1-8 Sv’) op basis van de uitsluitingsgronden die in de wet van 1953 (gegiste dranken) en de wet van 1983 (sterke drank) geformuleerd zijn.
Wat met eigen gemeentelijke hygiënebepalingen voor horecazaken?
Meerdere gemeenten hebben hun eigen horecaregels ontwikkeld om alle voorschriften en vereisten te integreren in één horecavergunning. Deze vergunning omvat niet alleen de voorwaarden uit de drankvergunningwetgeving, maar ook andere relevante toelatingen en regels voor horecazaken, zoals voedselveiligheid, terrassen en muziek.
Bij zo'n horecavergunning kan een gemeente nog steeds hygiënevoorschriften opnemen, zoals het bepalen van een minimaal aantal toiletten. Centrale regelgeving verplicht horecazaken namelijk niet om toiletten voor klanten te voorzien, alleen voor personeel.
Belangrijk: het niet voldoen aan hygiënevoorwaarden kan geen reden meer zijn om de federaal bepaalde drankvergunning te weigeren.
Nog werk op de plank voor de volgende federale regering
De VVSG is blij dat er een einde komt aan deze overbodige administratieve procedure. We betreuren wel dat er in deze legislatuur geen poging is gedaan om de volledige regelgeving over drankvergunningen te moderniseren. Ook het moraliteitsluik is verouderd. Zo ontbreken essentiële uitsluitingsgronden zoals veroordelingen voor drugsfeiten of sociale fraude.
Bij de volgende federale regering zal de VVSG aandringen op een grondige vereenvoudiging en modernisering van de drankvergunningen, afgestemd op de nieuwe wet over de gemeentelijke bestuurlijke handhaving. Zie de fiche ‘Eenvoudiger economische regelgeving’ uit het VVSG-memorandum 2024.
Verder dringen we aan op een uniek aanspreekpunt op federaal niveau voor alle vragen over deze regelgeving en de toepassing ervan. De VVSG ontvangt al jarenlang dagelijks een vraag over de drankvergunningen, omdat binnen de federale administratie niemand beschikbaar is voor interpretatievragen.
Alle gerelateerde VVSG-documenten (FAQ en productfiches drankvergunningen) kregen de nodige update.