Uitzendarbeid

Auteur:

Gepubliceerd op: 29-03-2019

Uitzendarbeid bij lokale besturen is vandaag strikt genomen enkel mogelijk voor de tijdelijke vervanging van contractuele medewerkers maar daar komt verandering in. Op 16 mei werd het decreet van 27 april 2018 betreffende de uitzendarbeid in de Vlaamse overheidsdiensten en de lokale besturen in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Dit decreet maakt meerdere vormen van uitzendarbeid toegankelijk voor lokale besturen en zal de tiende dag na de bekendmaking in werking treden.

Het decreet breidt de motieven uit waarvoor besturen uitzendkrachten kunnen inschakelen. Vanaf 26 mei kunnen lokale besturen voortaan bijvoorbeeld ook beroep doen op uitzendarbeid voor de tijdelijke vervanging van een contractueel personeelslid met deeltijdse loopbaanonderbreking of met vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van het zorgkrediet, de tijdelijke vervanging van een statutair personeelslid dat zijn ambt niet of slechts deeltijds uitoefent, voor een tijdelijke vermeerdering van het werk, enz.

Uitzendarbeid is toegelaten voor een periode van maximaal 12 maanden, met inbegrip van eventuele verlengingen.

Indien een lokaal bestuur gebruik wenst te maken van uitzendkrachten, komt het aan de raad toe om een kader vast te stellen. In toepassing van het syndicaal statuut moet hierover voorafgaand onderhandeld worden met de vakorganisaties. Het uitvoerend orgaan heeft de bevoegdheid om een beroep te doen op uitzendarbeid binnen het kader dat door de raad wordt opgesteld. Indien het uitvoerend orgaan deze bevoegdheid verder wenst te delegeren dan kan zij dat doen aan het hoofd van het personeel maar een subdelegatie is niet mogelijk.

Het ACV Openbare Diensten diende in 2018 een beroep tot vernietiging van het decreet in. Volgens de vakorganisatie is het decreet onwettig en maakt het een schending uit van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. Dit omdat het decreet, aldus de vakbond, de lokale besturen niet verplicht om voorafgaande onderhandelingen te voeren met de vakorganisaties. De memorie van toelichting bij het decreet stelt uitdrukkelijk dat besturen voor het vaststellen van het kader van uitzendarbeid voorafgaand met de vakorganisaties moeten onderhandelen. Het Grondwettelijk Hof heeft het beroep in een arrest van 14 november 2019 verworpen.

Kujtime Pajazitaj