Auteur:

Gepubliceerd op: 12-06-2024

Laure Vanmarcke, stagiair bestuurskunde aan UGent, interviewde in opdracht van de VVSG in april en mei 17 lokale besturen. Ze onderzocht het ontstaan van de lokale samenwerkingsverbanden rond buitenschoolse opvang en activiteiten (BOA), hoe partners te motiveren, de structuur, succesfactoren en uitdagingen. Met deze inzichten willen we lokale besturen inspireren waar het samenwerkingsverband nog in de kinderschoenen staat.

De sterkte van het lokale samenwerkingsverband

Deelnemen aan het lokaal samenwerkingsverband heeft voordelen voor alle betrokken actoren. Het lokale samenwerkingsverband is het klankbord voor het lokale bestuur en het BOA-beleid. Door nauw samen te werken met de partners, krijgt het lokale beleid meer draagvlak.

Met hun adviezen dragen partners bij aan het BOA-beleid. Door de informatie-uitwisseling en samenwerking verbeteren ze samen het BOA-aanbod voor kinderen in de gemeente. Bovendien versterkt het samenwerkingsverband de onderlinge banden en is het een platform voor inspiratie, ondersteuning en gezamenlijke groei.

Partners motiveren

Maak het BOA-decreet breed bekend bij alle betrokkenen. Betrek partners zo veel mogelijk bij het proces om hen te motiveren om deel te nemen aan het lokale samenwerkingsverband.

  • Stel BOA voor op bestaande overlegstructuren zoals het lokaal overleg kinderopvang. Roep partners op om deel te nemen aan het samenwerkingsverband.
  • Communiceer duidelijk over de doelstellingen en verantwoordelijkheden van het samenwerkingsverband. Creëer duidelijke verwachtingen over de deelname (intensiteit, beslissingsmandaat, frequentie ontmoetingen) en de verwachte inbreng.
  • Benadruk de voordelen voor de partners en voor de kinderen in de gemeente.

Sterkere samenwerking via bestaande overlegstructuren

Potentiële leden (zoals scholen, kinderopvang, Gezinsbond) komen vaak al samen in overlegorganen zoals het Huis van het Kind, het lokaal overleg kinderopvang of het netwerk vrijetijdsparticipatie. Deze structuren zijn een goede basis voor het samenwerkingsverband BOA.

Wil je het aantal overlegmomenten beperken? Breid dan de samenstelling en de opdrachten van een bestaande overleggroep uit om de bijkomende taken voor BOA te dekken. Start het overleg met een plenair gedeelte voor alle betrokkenen, waarna de leden die niets met BOA te maken hebben, vertrekken.

Uitdagingen

Ouders betrekken bij het lokale samenwerkingsverband blijft moeilijk, ondanks de inspanningen van lokale besturen. Samenwerking met de lokale afdeling van de Gezinsbond of oudercomités in de gemeente kan daarvoor een oplossing zijn.

Partners langdurig en structureel motiveren en engageren voor het samenwerkingsverband is niet altijd eenvoudig. Enkele tips:

  • Bereid het overleg goed voor vanuit een kleinere werkgroep met de BOA-regisseur, de voorzitter en de schepen. Werk efficiënt en doelgericht.
  • Speel in op de noden en verwachtingen van de partners, zonder het kindperspectief uit het oog te verliezen.
  • Maak het overleg interessant. Gebruik verschillende werkvormen, bezoek de partners en nodig af en toe een deskundige uit.

Wat brengt de toekomst?

Het BOA-decreet startte in 2021. Vanaf 1 januari 2026 nemen lokale besturen ook de financiering van het BOA-aanbod over. In de voorbereidende fase is het samenwerkingsverband het ideale kanaal om het lokale BOA-beleid samen met de partners vorm te geven. Ook na 2026 blijft het samenwerkingsverband een waardevol instrument.

Gebruik het samenwerkingsverband om samen met de partners te reflecteren over het BOA-aanbod in de gemeente. Voldoet de realiteit aan de verwachtingen? Waar is bijsturing nodig? Het overleg blijft belangrijk om af te stemmen met en tussen de partners. Leg nu al de basis voor constructieve samenwerking in de toekomst.

Meer weten

Lees in de nota meer over de opdrachten, de samenstelling en de structuur van het lokale samenwerkingsverband BOA. Je vindt er ook tips om van het lokale samenwerkingsverband een succes te maken.

Heb je nog vragen? Contacteer Rika Verpoorten of Sara Schroé voor meer info over de regie-opdrachten van het lokale bestuur in het BOA-decreet.

Rika Verpoorten