Auteur:

Gepubliceerd op: 01-12-2021

Begin dit jaar besprak het Vlaams parlement het voorstel van Instrumentendecreet. Dit decreet moet de overheid méér instrumenten geven om de bouwshift te realiseren. De bouwshift houdt in dat er minder en minder bijkomende ruimte wordt ingenomen voor de mens, zodat er meer ruimte overblijft voor voedsel en natuur.

Zuhal Demir, Vlaams minister van Omgeving besloot naar aanleiding van de stevige discussies in het parlement tot de oprichting van een Taskforce. Die mocht uitzoeken op welke wijze de bouwshift best wordt doorgevoerd. Ook vertegenwoordigers van de VVSG werden in de Taskforce opgenomen.

Begin december kwam de Taskforce met het eindrapport. Daarin staat een aantal opvallende conclusies:

De ‘opgave’ is om zo’n 30.000 ha slecht gelegen bouwgrond te herbestemmen. De Taskforce stelt voor dat Vlaanderen een planinitiatief neemt om de gronden die het meest prioritair zijn om niet te bebouwen vanuit natuuroogpunt te herbestemmen. Het gaat dan onder andere om de watergevoelige gebieden en de grotere bossen die zich niet in een gepaste bestemming situeren. Samen goed voor zo’n 11.000 ha. Voor het overige deel, dus zo’n 19.000 ha ziet de Taskforce een belangrijke taak weggelegd voor de regio. Op regionaal vlak zou eerst moeten worden nagegaan welke gronden best niet meer worden bebouwd én welk overheidsniveau daar dan een planinitiatief voor neemt. Omdat Vlaanderen ongetwijfeld al heel wat moeite zal hebben om haar prioritaire gebieden te herbestemmen, is te vermoeden dat het planinitiatief hier met name op de schouders van de gemeenten en de provincies zal komen.

Om te voorkomen dat een planinitiatief te laat komt, stelt de Taskforce voor de stolp te zetten. Weliswaar enkel over de gebieden die op het gewestplan beschouwd worden als woonreservegebieden, niet over de slecht gelegen woongebieden. Bovendien kent de stop slechts een tijdelijk karakter. Het idee van een algemene stolp tot 2040 wordt dus niet overgenomen.

De Taskforce is van mening dat het op dit moment onvoldoende duidelijk is waar verdichting wél of niet is aangewezen. Ze adviseert dan ook om 1) de kernen via een grenslijn af te bakenen én 2) om vervolgens per kern de verdichtingsmogelijkheden aan te geven. Wat dit betreft lijkt het erop dat de Taskforce de complexe realiteit onderschat. Met het afbakenen van kernen dreigt de planningscapaciteit van de lokale besturen gekaapt te worden, zonder dat dit in de praktijk ook maar wat wijzigt. Bovendien dreigt vooraf het bepalen van de verdichtingsmogelijkheden het maatgericht werken juist weer te bemoeilijken. 

Daarnaast becijfert de Taskforce dat ook in de open ruimte zélf tal van functies die daar eigenlijk niet thuishoren ruimte innemen. De Taskforce stelt dan ook -terecht- voor maatregelen te nemen die stimuleren dat de open ruimte meer daadwerkelijk wordt gebruikt voor landbouw en natuur.

Last but not least gaat de Taskforce in op een aanpassing van de planschaderegeling zelf. Ten eerste wijst de Taskforce erop dat het juridisch helemaal niet nodig is om de bestaande planschaderegeling te wijzigen in een meer ruimhartige vergoeding. De Taskforce berekende dat -afhankelijk aan welke knoppen wordt gedraaid- het herbestemmen van 30.000 ha slecht gelegen bouwgrond tussen de 1,8 miljard en 31,5 miljard euro aan planschade kost. De Taskforce doet géén aanbeveling aan welke knoppen best wordt gedraaid. Dat is immers een politieke keuze, zo wordt gesteld. Bovendien wordt ook geen keuze gemaakt over wie of hoe de factuur van de planschade wordt betaald. Wel worden er suggesties gedaan over hoe Vlaanderen de gemeentelijke inkomsten ten behoeve van de bouwshift kan vergroten. Daarbij wordt gedacht aan het -weliswaar geoormerkt- voorzetten van het Open Ruimtefonds, het aanpassen van de open ruimtecriteria van het Gemeentefonds, de oprichting van een Bouwshiftfonds, gespijst met de recurrente ontvangsten uit de registratierechten en tot slot een invoering van een heffing het bijkomend ruimtebeslag buiten de kernen.

Hoewel u hierboven al een eerste reactie leest, is de VVSG voornemens een formeel standpunt in te nemen op het advies van de Taskforce. Wilt u eraan meewerken als lokaal mandataris of personeelslid? Neem dan contact op met Xavier Buijs.

Xavier Buijs