Auteur: Ben Gilot
Gepubliceerd op: 30-01-2024
Net als vorig jaar wijzigen 95% van de gemeenten (284 van de 300) de tarieven van de belangrijkste gemeentelijke belastingen, de aanvullende personenbelasting (APB) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV), niet. De voorlopige resultaten uit een bevraging van de VVSG worden hiermee bevestigd.
Als er al een wijziging is in de tarieven, dan is het in de meeste gevallen een daling. 11 besturen laten het tarief van de APB dalen, 3 besturen die van de OOV. Sommige dalingen zijn het gevolg van gemeenten die in 2025 fuseren, waarbij het tarief wordt vastgesteld op die van de ‘goedkoopste’ gemeente. Daarnaast zet één gemeente het APB-tarief terug op het ‘oude’ tarief, nadat het deze vorig aanslagjaar liet dalen om haar inwoners te ondersteunen in tijden van hoge inflatie. Een andere gemeente wijzigt traditioneel het OOV-tarief naar het Vlaamse gemiddelde, wat in dit verkiezingsjaar een kleine stijging inhoudt.
Het gemiddelde APB-tarief daalt zo naar 7,17%, bij een mediaan die gelijk blijft op 7,50%. Het gemiddelde OOV-tarief daalt ook, meer bepaald naar 898,08, bij een mediaan van 882.
Meerdere besturen passen een gedifferentieerd OOV-tarief toe. Vorig jaar waren dat er acht, dit aanslagjaar komen er daar twee gemeenten bij, die een ander tarief heffen voor industrieel onroerend goed.
Je vindt de tarieven voor 2024 op onze website.