Auteur: Steven Verbanck
Gepubliceerd op: 22-04-2024
De onafhankelijkheid van de gemeente omgevingsambtenaar wordt versterkt. Daardoor mag een gemeente terug haar eigen omgevingsvergunningsaanvragen behandelen. Dat staat in het decreet van 19 april 2024 dat het omgevingsvergunningsdecreet wijzigt.
Wasserijsite-arrest
Vanaf oktober 2022 is het niet meer duidelijk bij wie de gemeente sommige van haar eigen vergunningsaanvragen moet indienen. Het gaat om projecten met een MER-screening, waar de vergunningverlenende overheid eerst moet beoordelen of een milieueffectrapport (MER) nodig is, bijvoorbeeld industrieterreinen, stadontwikkeling of nieuwe wegen (bijlage III bij het MER-besluit).
In het 'wasserijsite-arrest' oordeelde de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) dat een omgevingsambtenaar "redelijkerwijze niet 'op objectieve wijze' kan oordelen" of een MER nodig is in dossiers ingediend door de gemeente.
Sindsdien moeten de gemeenten volgens de Vlaamse overheid hun MER-screeningsplichtige aanvragen indienen bij de provincie, terwijl de provincies vinden dat ze daarvoor niet bevoegd zijn. Een kafkaiaanse situatie voor gemeenten die hun aanvragen geblokkeerd zagen.
Decreetswijziging
Personeelsleden van de gemeenten hebben als algemene deontologische plicht om "zich op een actieve en constructieve wijze in te zetten voor de realisatie van de opdracht en de doelstellingen van de gemeente" (artikel 188 decreet lokaal bestuur).
Het omgevingsvergunningsdecreet bepaalt voortaan uitdrukkelijk dat dat geen afbreuk mag doen aan de onafhankelijkheid en neutraliteit van een omgevingsambtenaar (art. 9 OVD). Daardoor kan hij voortaan wel oordelen of een MER nodig is bij screeningplichtige projecten van de gemeente en mag een gemeente terug haar eigen aanvragen behandelen. Alleen als een milieueffectrapport (MER) nodig is, moet de gemeente haar aanvraag bij de provincie indienen. (art. 15/1 OVD).
De decreetswijziging geldt voor aanvragen ingediend vanaf 20 mei. Dan treedt dit decreet in werking, tien dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad op 10 mei.
De VVSG is niet om advies gevraagd. Het decreet is als voorstel rechtstreeks in de plenaire vergadering van het parlement afgehandeld.