Auteur:

Gepubliceerd op: 30-06-2022

In uitvoering van het Vlaamse regeerakkoord voert het door de Vlaamse Regering recent principieel goedgekeurd  ontwerp van decreet een uitgebreidere vermogenstoets in voor de sociale huurder. Vandaag wordt enerzijds nagegaan of het inkomen van een (kandidaat) sociale huurder onder de huidige inkomensgrenzen valt en anderzijds de (kandidaat) sociale huurder een woning of een bouwperceel in (mede-) eigendom heeft.

Het ontwerpdecreet vult deze vermogenstoets verder aan met ook een toets van de beschikbare middelen. Beschikbare middelen zijn middelen die het huishouden direct kan aanwenden om te voorzien in hun woonbehoefte. Het gaat dan om de positieve saldi op een bank, spaar- of beleggingsrekening. De gecumuleerde beschikbare middelen zullen niet meer mogen bedragen dan de overeenstemmende inkomensgrenzen voor het huren van een sociale woning. 

De memorie van toelichting geeft aan dat die toets zal gebeuren via een getrapt systeem:

1.       Bij de inschrijving zal de kandidaat huurder een verklaring op eer moeten afleggen over de middelen op zijn rekening(en).  Het gecumuleerd vermogen op de bank-, spaar- en beleggingsrekeningen van de kandidaat- huurder(s) mag niet boven de grens liggen van de desbetreffende categorie waartoe de kandidaat-huurder(s) behoort.

2.       Bij de toekenning van de woning, zal de verhuurder de saldi op de rekening(en) nagaan aan de hand van recente rekeningafschriften.

3.       Als uit dat nazicht blijkt dat de realiteit niet strookt met de afgelegde verklaringen of als er een vermoeden van fraude is, kan de verhuurder een diepgaander onderzoek voeren om de werkelijke beschikbare middelen in kaart te brengen

De Vlaamse Regering moet de concrete uitvoeringsmodaliteiten (methodiek, toepasselijke grens, …) nog verder uitwerken. Ook de Raad van State moete zich nog uitspreken over deze regelgeving. Tot nog toe is dus enkel de decretale basis gelegd. Deze middelentoets zou in werking moeten treden vanaf 1 januari 2024.

De VVSG stelde in zijn eerdere analyse van het Vlaamse regeerakkoord zich te kunnen vinden in een middelentoets, maar wees toen ook op de nood aan een tools en instrumenten op bovenlokaal niveau om geen ongelijkheid te creëren. 

Er zijn dan ook nog heel wat vragen die opgehelderd moeten worden:

  • Worden de beschikbare middelen ook afgetoetst bij afloop van het huurcontract om te kunnen bepalen of het woonrecht wordt verlengd of niet?
  • Van welke leden van het huishouden worden de beschikbare middelen in rekening gebracht?
  • Wanneer is er sprake van fraude? Wie oordeelt daarover?  

Lees meer in

Joris Deleenheer