Auteur: Bart Palmaers
Gepubliceerd op: 24-11-2021
Vanaf 2 december 2021 krijgen gemeenten de mogelijkheid om aan de hand van een gemeentelijke verordening de termijn in te korten om een gebouw waarin in hoofdzaak een economische activiteit plaatsvond als leegstaand te kunnen beschouwen.
Sinds de decentralisatie van het leegstandsbeleid voor woningen en gebouwen (Grond- en pandendecreet, nu geïntegreerd in de Vlaamse Codex Wonen, boek 2) hadden gemeenten al veel vrijheid op het vlak van de aanpak van leegstaande woningen en gebouwen. Met deze wijziging biedt de Vlaamse regelgever nog een extra optie aan de gemeenten.
Kortere termijn, snellere activatie
Gebouwen die in hoofdzaak gediend hebben voor een economische activiteit én die onder het toepassingsgebied vallen van de Codex Wonen (met name: gelegen op een perceel of verzameling van percelen van minder dan 5 aren) én waarvan meer dan 50% van de vloeroppervlakte gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend, worden als leegstand beschouwd.
Vanaf 2 december 2021 kan een gemeente deze termijn inkorten via een gemeentelijke verordening (artikel 2.10). Deze kortere termijn kan, op voorwaarde van een zorgvuldige motivering, zowel gelden voor het ganse grondgebied, als voor (een) afgebakende zone(s).
Deze aanpassing is ingegeven door de nood om gericht sneller te kunnen reageren op leegstand, denk bij voorbeeld aan leegstaande winkels in kernwinkelgebieden. Gemeenten die snel wilden ingrijpen met een leegstandsheffing moesten minstens 12 maanden geduld uitoefenen om effectief te kunnen belasten. Met deze wijziging kan deze termijn ingekort worden. Enkele gemeenten lieten ons al verstaan snel aan de slag te gaan met deze nieuwe mogelijkheid.
Opgelet: ook een snellere schrapping
Door deze inkorting komt een pand sneller op het leegstandsregister. Gemeenten kunnen dan na het verstrijken van die termijn, de leegstandsheffing onmiddellijk laten ingaan. Echter, als een gemeente de termijn voor de opname in het leegstandsregister inkort, zal automatisch ook de termijn verkorten waarbinnen een pand terug geschrapt wordt uit het register. Standaard bedraagt de schrappingstermijn nu 6 maanden.
Aan artikel 2.11 wordt immers volgende zin toegevoegd: "Als een gemeente met toepassing van artikel 2.10, § 1, vierde lid, een kortere termijn bepaalt, wordt een gebouw uit het leegstandsregister geschrapt binnen een termijn die hoogstens de helft van die kortere termijn bedraagt.".
Praktijkvoorbeeld:
Een gemeente kort de opnametermijn in tot 6 maanden. Als de pandeigenaar aantoont dat het pand gedurende 3 maanden een invulling (overeenkomstig de functie) heeft, wordt het pand geschrapt uit het leegstandsregister.
Tot slot willen we nog even opmerken dat sinds 20 september in artikel 2.9 volgende zin werd toegevoegd: “Het gemeentelijke leegstandsregister is de enige mogelijke grondslag van een belasting op leegstaande woningen en gebouwen.”
Voor meer informatie kan je terecht op de toegewijde VVSG-webpagina of via mail.