Auteur: Ben Gilot
Gepubliceerd op: 04-06-2021
De VVSG bekwam onderstaande extra informatie over de fiscale fiche 281.99 die besturen moeten opmaken voor lokale steunmaatregelen aan natuurlijke personen in het kader van de COVID-19-pandemie. Meer algemene informatie vindt u terug in ons nieuwsbericht van 10.3.2021.
1. Wat wordt begrepen onder een ‘indirecte vergoeding’ voor de levering van goederen of diensten? Wat bijvoorbeeld met de terugbetaling van werkelijk gedragen kosten?
"De dienstverlening door zelfstandigen bestaat in de regel uit een totaalpakket van geleverde goederen en/of verleende diensten en in het kader daarvan gemaakte kosten. Als zij door de COVID-19 pandemie bijkomende kosten hebben moeten dragen (bv. voor de aankoop van mondmaskers, handgel, ontsmettingsproducten, plexischermen, signalisatie, enz.) en die bijkomende kosten geheel of gedeeltelijk worden vergoed volgens een gewestelijke, gemeenschaps-, provinciale of gemeentelijke regelgeving, dan is die vergoeding te beschouwen als een (indirecte) vergoeding in ruil voor het verlenen van diensten en is de vrijstelling bedoeld in artikel 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie niet van toepassing."
2. Op wiens hoofde dient de fiscale fiche te worden opgemaakt in geval van (onrechtstreekse) derde begunstigden? Denk aan een tegenprestatie geleverd door de ontvanger van de vergoeding, ten voordele van derden die de uiteindelijk begunstigden zijn.
"De fiscale fiche dient in dit geval opgemaakt te worden in hoofde van de uiteindelijke begunstigde, m.a.w. de persoon die het werkelijk genot van de coronasteun ontvangt."
3. Een toelage aan vennootschap XYZ betreft een korting op een bij de stad afgesloten abonnement middels een creditnota. Stel dat deze toelage boekhoudkundig wordt verwerkt als #7 diverse opbrengst (dus niet als correctie van de relevante kostenpost #6). Fiscaal zal de abonnementskost dan integraal als kost worden aangemerkt en de bekomen toelage wordt vrijgesteld. Op die manier bekomt de vennootschap een ‘bijkomende aftrek’ onder de vennootschapsbelasting. Dienen de openbare diensten hiervan abstractie te maken bij de opmaak van de fiscale fiches?
"In dergelijk geval dient een fiche 281.93 te worden opgesteld. De algemene regels voor het opstellen van deze fiche zijn hier van toepassing."
4. Vormt een (gedeeltelijke) kwijtschelding van belasting ingevolge Covid-19 eveneens een op fiche te rapporteren vergoeding?
"In afwijking van de artikelen 24, eerste lid, 1°, 25, 6°, 27, tweede lid, 1° en 4°, 31, tweede lid, 4°, 32, tweede lid, 2°, 183 en 235, WIB 92, worden de vergoedingen die overeenkomstig gewestelijke, gemeenschaps-, provinciale of gemeentelijke regelgeving worden toegekend voor de economische gevolgen die belastingplichtigen ondervinden naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, van inkomstenbelastingen vrijgesteld.
De kwijtschelding van belasting is geen dergelijke vergoeding en komt niet in aanmerking voor de hiervoor vermelde vrijstelling.
Gezien de bedoelde vrijstelling een afwijking vormt op de inkomsten die in principe belastbaar zijn (volgens de artikelen 24, eerste lid, 1°, 25, 6°, 27, tweede lid, 1° en 4°, 31, tweede lid, 4°, 32, tweede lid, 2°, 183 en 235, WIB 92), mogen dergelijke inkomsten niet worden vermeld op de fiche 281.99, maar zijn de normale regels inzake ficheverplichting van toepassing."
5. Wat betreft de vergoedingen betaald aan VZWs (in principe onderworpen aan de rechtspersonenbelasting (“RPB”) 3de categorie), wordt nergens concrete referentie gemaakt. Dit is strikt genomen niet vereist omdat dergelijke toelagen nooit begrepen worden in de belastbare basis voor RPB-plichtigen. De vraag stelt zich evenwel wat met betalingen aan een VZW die - al dan niet ingevolge een (eerdere) fiscale controle - aan de vennootschapsbelasting is onderworpen (aangezien niet louter een theoretisch risico - bv. voor concertorganisator VZW). Eenzelfde onbekend fiscaal statuut kan van toepassing zijn ten aanzien van feitelijke verenigingen, die al dan niet spontaan hebben geopteerd voor onderworpenheid aan de RPB (i.p.v. individuele taxatie van de leden). Op welke wijze dienen openbare diensten hiermee om te gaan?
"In dergelijk geval dient een fiche 281.93 te worden opgesteld. De algemene regels voor het opstellen van deze fiche zijn hier van toepassing, onafhankelijk het fiscaal statuut van de genieter."
6. In dit kader stelt men zich tot slot ook nog de vraag of men de begunstigden, al dan niet spontaan, een papieren en/of digitale kopie van de opgemaakte fiches dient over te maken, en dit onder expliciete voorbehoud (verantwoordelijkheid bij de begunstigen). Of zullen alle dergelijke fiches beschikbaar worden gesteld aan de belastingplichtigen - of hun gevolmachtigde - via bijvoorbeeld MyMinfin of Tax-On-Web?
"De fiches zijn voor de ontvangers beschikbaar in MyMinFin. Het is daarom onnodig spontaan een kopie van de fiche te bezorgen aan de begunstigde, tenzij de begunstigde expliciet om een kopie van de fiche vraagt."