Auteur: Ben Gilot
Gepubliceerd op: 10-06-2022
Belfius onderzocht in haar jaarlijkse studie van de lokale financiën in welke mate de gemeentelijke meerjarenplannen die eind vorig jaar werden aangepast bestand zijn tegen de grote financiële schok die voorkomt uit de energiecrisis en de inflatie. Een schok die de gemeenten eind vorig jaar niet konden voorzien en dus ook niet verwerkt hadden in hun aangepaste meerjarenplan.
Belfius verwacht dat de uitgaven van de Vlaamse gemeenten in 2022 465 miljoen euro hoger zullen liggen dan verwacht. Dat is te wijten aan onvoorziene loonkostenstijgigingen (+250 miljoen euro), hogere dotaties (+110 miljoen euro) en extra energiekosten (+105 miljoen euro). Gemeenten ondervinden volgens de bank dan ook een sterker effect van de inflatie dan huishoudens. Ze raamt de prijsstijgingen specifiek voor de gemeenten dit jaar op 9,7%. Belfius berekende daarvoor een indexkorf gebaseerd op o.a. de gezondheidsindex, indexen voor asfaltering en bouwmaterialen en energie-indexen.
De ontvangsten stijgen slechts met vertraging. Het huidige hoge inflatiepeil zorgt pas tegen 2023 en 2024 voor hogere ontvangsten voor de twee belangrijkste gemeentelijke belastingen, de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de aanvullende personenbelasting. Het Gemeentefonds stijgt daarentegen niet mee met de inflatie, de jaarlijkse groeivoet ligt vast op 3,5%, wat in dergelijke inflatoire tijden een reëel verlies betekent. De VVSG vroeg de Vlaamse regering dan ook om het Fonds voortaan met 3.5% te laten groeien en minstens gelijklopend met de inflatie.