Auteur: Fabienne Crauwels
Gepubliceerd op: 19-06-2023
Heel wat tijdelijk beschermden vluchtelingen uit Oekraïne doen een beroep op het OCMW. Om de OCMW’s te ondersteunen voorzag de federale overheid aanvankelijk tot 3 maart 2024 een verhoogd terugbetalingspercentage van het equivalent leefloon (wet van 18 mei 2022). Gedurende de eerste 4 maanden een terugbetaling aan 135% van het toegekende equivalent leefloon. Vanaf de vijfde maand aan 125% voor de volledige duur van het dossier equivalent leefloon als tijdelijk beschermde.
Tijdens het begrotingsconclaaf werd evenwel beslist om deze verhoging van de betoelaging vanaf 1 oktober 2023 stop te zetten en te vervangen door een betoelaging aan 110% op voorwaarde dat er een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) is. Zowel bestaande GPMI in lopende dossiers als nieuwe GPMI in lopende of nieuwe dossiers komen in aanmerking. Deze wetswijziging wordt voorzien in de programmawet die momenteel het wetgevend proces aan het doorlopen is.
De VVSG betreurt beslissing van de federale regering
Ten eerste is de bijkomende opdracht van de OCMW’s om de tijdelijk beschermde vluchtelingen te begeleiden en te ondersteunen bij hun maatschappelijke integratie nog niet afgerond. Lopende dossiers vragen nog extra aandacht en er komen ook nog steeds vluchtelingen uit Oekraïne toe. Deze mensen hebben net zoals hun voorgangers extra begeleiding nodig. Bovendien zijn deze recent toegekomen mensen vaak meer getraumatiseerd door de oorlog die ze meegemaakt hebben.
Vanop het terrein wordt bevestigd dat het aantal kwetsbare profielen de laatste tijd toeneemt. Ook het vinden van opvang is door een schaarste aan plaatsen lastiger geworden.
Woordbreuk door de federale overheid
De verhoogde betoelaging was bij wet toegezegd tot 3 maart 2024. Weegt de budgettaire winst van deze beslissing echt op tegen de negatieve gevolgen van deze woordbreuk? Bovendien hebben de OCMW’s hun budgetten voor 2023 opgemaakt rekening houdend met de verhoogde betoelaging. OCMW’s met heel wat dossiers tijdelijk beschermden hebben extra personeel aangeworven en ingezet op opvanglocaties.
Door deze beslissing komt een deel van die kosten nu op rekening van het OCMW. Als de betoelaging dan absoluut verminderd moet worden, zou het correcter zijn om die daling dan ten minste pas op 1 januari 2024 te laten ingaan.
Ongelijkheid en extra werk maatschappelijk werkers
De verhoging met 10% ingeval van een GPMI enkel alleen voor deze dossiers valt moeilijk te verdedigen vanuit een perspectief van gelijke behandeling.
Waarom wel voor deze dossiers en niet voor bijvoorbeeld iemand die vanuit oorlogsgebied via gezinshereniging naar hier komt? Voor beide types dossiers zijn er bijkomende inspanningen nodig qua begeleiding en dus extra kosten. Temeer nu er overal wachtlijsten en tekorten zijn in andere sectoren zoals sociale huisvesting.
Uiteraard is de verhoging met 10% zeker welkom voor het dossier van de tijdelijk beschermden maar de OCMW’s bepleiten deze verhoging voor alle dossiers om wat meer ademruimte te krijgen bij het uitvoeren van hun opdracht.
Bovendien betekent ook het opstellen van alle GPMI, zowel in de lopende als in de nieuwe dossiers, opnieuw extra werk voor de maatschappelijk werkers.