Gepubliceerd op: 01-02-2023
284 van de 300 gemeenten houden het belastingtarief van hun belangrijkste belastingen, de aanvullende personenbelasting (APB) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV), in 2023 stabiel. Uit een analyse van de aangepaste meerjarenplannen die de gemeenten eind vorig jaar opmaakten bleek al dat de gemeenten ondanks de opeenvolgende crisissen en uitdagingen zelf de tering naar de nering zetten.
In tien gemeenten daalt de belastingdruk. Negen besturen laten het APB-tarief zakken. Eén bestuur combineert de daling van het APB-tarief met een stijging van het OOV-tarief, een lokale taxshift dus. Twee gemeenten laten de OOV dalen, in drie gemeenten stijgt enkel het OOV-tarief. Twee besturen laten zowel de APB als de OOV stijgen. In enkele gemeenten wordt een belastingstijging gecompenseerd met een afschaffing van de algemene gemeentebelasting.
Het gemiddelde APB-tarief blijft op 7,18%, het gemiddelde OOV-tarief stijgt naar 899, waarbij de mediaan gelijk blijft op 882. De APB en de OOV zijn goed voor 40% van de ontvangsten van de gemeenten.
Ben Gilot, stafmedewerker financiën