Gemeenten en OCMW’s kunnen vrijwel onbeperkt met elkaar samenwerken. In de loop van de voorbije decennia heeft dat ertoe geleid dat er tal van samenwerkingsverbanden (OCMW-verenigingen, intercommunales, …) zijn ontstaan voor telkens weer andere groepen van besturen. Voor buitenstaanders gaat het om een ondoorzichtig kluwen. Maar ook lokale besturen zelf zijn vaak het overzicht kwijt, en bestuurders hollen van het ene naar het andere overlegforum waar ze elkaar in steeds andere samenstellingen over steeds weer andere onderwerpen zien.
Met de ‘regiovorming’ wil de Vlaamse overheid hieraan wat doen. Ze streeft naar een sanering van het intergemeentelijke landschap, met zowel de door haarzelf opgerichte verbanden (bv. eerstelijnszones of vervoerregio’s), als die waar de gemeenten of OCMW’s zelf aan de basis van liggen. Het principe is dat samenwerking tussen gemeenten of OCMW’s voortaan maximaal binnen zogenaamde referentieregio’s moeten vallen, en dat bestaande verbanden de komende jaren maximaal binnen die referentieregio’s moeten worden georganiseerd.