Tijdens de opleiding wordt er ingegaan op de ‘soorten zelfstandigen’ die er kunnen zijn, op relevante begrippen die hiermee verband houden en op de inkomstenberekening voor deze mensen. Concreet komt het volgende aan bod:
- Begrippenkader met o.a. sociaal statuut zelfstandige, schijnzelfstandige eenmanszaak-vennootschap, de structuur van de verschillende soorten vennootschappen, onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid,…
- Inkomstenonderzoek zelfstandige met vennootschap: theoretische aspecten en casus
- Inkomstenonderzoek zelfstandige met eenmanszaak: theoretische aspecten en casus
- Mogelijke samenwerkingen tussen het OCMW en Dyzo.
Het is de bedoeling de deelnemers basisinformatie mee te geven, hen wegwijs te maken in de verschillende situaties die zich kunnen voordoen, te bekijken wat men als OCMW-medewerker al kan doen en betekenen, welke documenten er nodig voor zijn en hoe deze documenten te bekomen, enz.
Uit onderzoek blijkt ook dat ruim één op de zeven zelfstandigen in hoofdberoep een inkomen aangeeft dat onder de armoedegrens ligt. Misschien hebben deze mensen wel financiële ondersteuning nodig? Dat kan verder bekeken worden.
Zoals hierboven ook aangegeven, komen er, naast de theoretische aspecten, ook casussen aan bod.
Deze casussen kunnen ook aangebracht worden door de cursisten zelf, graag op voorhand.
Als OCMW-medewerker is het belangrijk dit te weten en te kunnen bekijken of zelfstandige recht zouden kunnen hebben op een leefloon / aanvullende financiële steun.
Medewerkers (maatschappelijk werkers) van lokale besturen/OCMW’s die in aanraking komen met zelfstandigen, in het kader van individuele hulpverlening
Prijs op aanvraag.
Deze prijs omvat:
- Uren: 1 dag opleiding van 9u30 tot 16u30
- De voorbereiding door en de inzet van beide lesgevers tijdens de lesdag
- De verplaatsingskosten voor de lesgevers
- Documentatie: elektronisch ter beschikking gesteld
- Aantal deelnemers: max 20 deelnemers
Wat moet het organiserende bestuur zelf voorzien?
De lesgever vraagt het volgende:
- voldoende ruim lokaal
- tafels en stoelen in U-opstelling
- een beamer/projector
- witte muur of scherm
- bord of flip-chart.
Het is aangenaam als de organisatie een broodje kan voorzien voor de lesgever, tijdens de lesdag.
De lesgever brengt zelf een laptop mee.