Aanpak en resultaten
Op twee derde van de scholen voorziet de stad Sint-Niklaas momenteel buitenschoolse opvang. De stad is dus niet alleen regisseur, maar zelf ook een belangrijke actor in de buitenschoolse kinderopvang. Sint-Niklaas krijgt vanaf 2026 heel wat minder subsidies vanuit Vlaanderen voor BOA. Om dit complexe vraagstuk aan te pakken, schakelden ze de procesbegeleiding van Contutti in.
De eerste jaren van de uitrol zetten ze in Sint-Niklaas vooral in op het interne draagvlak. Het duurde meer dan een jaar om de interne diensten sport, jeugd en cultuur te overtuigen om mee aan de BOA-kar te trekken. Via presentaties over BOA en brainstormsessies zetten ze een overlegstructuur op.
Regie = BOA-regisseur
De stuurgroep met de bevoegde schepenen neemt beslissingen op basis van voorstellen van de kerngroep of het lokale samenwerkingsverband.
De kerngroep zorgt voor de interne samenwerking en het optimaliseren van kind- en jeugdvriendelijke stad.
Het lokaal samenwerkingsverband adviseert en zet pilootprojecten op.
Via het nieuwe proces komen ze tot ‘nieuwe’ settings (die zijn nog in ontwerp), waarbij het duidelijk wordt welke groep welke taken opneemt. Een voorbeeld is de groep ‘basisvoorwaarden’, zij staan daarvoor in. Een andere setting zijn de wijkgroepen, die lokaal de noden en opportuniteiten uitwerken.
"Jong Wild Goud" is het lokale label waaraan je alle projecten en initiatieven voor kinderen en jongeren gemakkelijk kan herkennen in Sint-Niklaas. De werkgroepen geven regelmatig een stand van zaken aan het platform zodat zij mee zijn met het BOA proces.
Ze tekenden een tijdslijn uit waarop de belangrijkste stappen in het BOA-traject een plaats krijgen.
Sint-Niklaas zet sterk in op participatie van ouders, kinderen, scholen, kinderopvanginitiatieven als andere partners. Zij zijn essentiële schakels in de uitrol van het BOA-decreet.
In samenwerking met het onderzoeksbureau Indiville en het communicatiebureau King George bevroegen ze ruim 1.850 ouders, kinderen en jongeren. Per wijk maakten ze een omgevingsanalyse van de demografische gegevens, de buitenschoolse opvang en van de partners die buitenschoolse activiteiten organiseren. De gegevens zetten ze op kaart. Zo zien scholen en ouders goed welk aanbod er is in elke wijk. Op hun website brengen ze zowel het eigen vakantieaanbod als dat van partners samen.
Omdat door het BOA-decreet de financiële middelen voor buitenschoolse opvang verminderen, organiseerde de stad een BOA-denkdag samen met de scholen, buitenschoolse kinderopvanginitiatieven, vrijetijdspartners en andere stakeholders.
Daarnaast bevroegen ze apart de scholen om een goed zicht te krijgen op de huidige situatie. Vanuit die bevraging schatten ze het huidige aanbod, de huidige kost en de noden in en werken aan een goed afgestemd subsidiebeleid. Ze schreven samen aan de strategie en de visie.
Sint-Niklaas plant een oproep voor werkgroepen en pilootprojecten te lanceren eind 2024.
Sterktes en succesfactoren
-
Het decreet geeft kansen om meer en concreter samen te werken met partners om tegemoet te komen aan de huidige opvangnoden en in te spelen op het moeilijk vinden van het personeel voor de buitenschoolse opvang (bijvoorbeeld door de opstart van combi-jobs).
-
Vertrek van een wit blad en maak een uitgebreide analyse. Door alles in kaart te brengen, krijg je een mooi overzicht hoeveel kinderen er zijn en het aanbod (willen) gebruiken, welke actoren er zijn, hoe toegankelijk en kwalitatief het aanbod is en welke drempels weggewerkt moeten worden.
-
Start met de partners die fan zijn en geloven in de geest van het decreet.
-
Vertrek vanuit de kinderrechten en de speel- en ontwikkelingskansen voor kinderen en focus minder op de financiële middelen.
Knelpunten en uitdagingen
-
Ouders bereiken en overtuigen om de bevraging in te vullen, vroeg veel tijd en een sterke dosis creativiteit. Ze ontwierpen leuke affiches die ze via verschillende kanalen verspreidden: via de opvang, de scholen, sociale media.
-
Om de bevraging zo representatief mogelijk te maken richtte Sint-Niklaas zich op verschillende doelgroepen: ouders, kinderen (vierde leerjaar tot tweede middelbaar) en jongeren (derde middelbaar tot zesde middelbaar)
-
Om kwetsbare ouders te bereiken verspreidden ze fysieke folders bij alle welzijnspartners zoals de voedselbank, internationaal comité, opvoedingswinkel en Huis van het Kind.
-
Om anderstalige ouders te bereiken maakten ze de bevraging op in zeven talen.
-
Het decreet heeft weinig draagvlak: veranderend personeel, overbevraagde sectoren, te weinig kennis over het decreet en het lage urgentiebesef liggen aan de basis daarvan.
-
Personeelswissels (zowel intern als extern) zorgen ervoor dat stappen eventueel opnieuw gedaan moeten worden. Toch is dat belangrijk om iedereen mee te hebben.
Meer weten?
Sanne De Clerck, sanne.declerck@sintniklaas.be, T 03 778 32 85