De zee en het groen: met het Groene Lint biedt de stad Oostende het beste van twee werelden. In de 35 kilometer lange, verrassende buitenrand van de stad heeft Oostende de laatste jaren fors geïnvesteerd in de aanleg van nieuwe, 21ste-eeuwse parken. Hoe deze moderne groene ruimtes kunnen bijdragen tot een duurzame stad, zien we in de Tuinen van Stene.
Dit landbouwpark ligt in een historisch polderlandschap, aansluitend op het mooie dorpje Stene. De stad heeft er 16 hectare in eigendom en besloot daar een duurzame invulling aan te geven. Het uiteindelijke inrichtingsplan kwam tot stand in overleg met experts, betrokkenen en omwonenden. In dit park is het nu heerlijk wandelen en fietsen, maar je kunt er evengoed biogroenten plukken en schapen zien grazen. De groenten worden gekweekt in de Biopluktuin van de stedelijke vzw Buitengoed.
Zo’n 270 leden kunnen met hun jaarabonnement zelf hun groenten komen oogsten. Die lokale kweek heeft tal van voordelen: je leert nieuwe groenten kennen, je haalt ze kraakvers met de fiets of te voet op, er komt geen plastic verpakking aan te pas en je gaat gezonder eten. De beweging en de gezonde buitenlucht krijg je er gratis bij. Het veld verwelkomt een mix aan mensen en nodigt uit tot interessante ontmoetingen en pluktuinbabbels. Bovendien werkt de Biopluktuin samen met de sociale kruidenier Antenne, die kookworkshops met de bioproducten organiseert en voedselpakketten met verse groenten en fruit samenstelt.
Deze innovatieve interpretatie van een ‘park’ creëert ook werkgelegenheid. Voor nieuwe boeren, maar evengoed via sociale tewerkstelling en begeleidingstrajecten.
Het blijft trouwens niet bij groenteboeren. In 2020 begon er een proefproject voor ecologische sierbloemen via een zelfoogstsysteem. Voor de toekomst zijn er plannen voor een fruit- of bessenpluktuin en op de testakkers lopen experimenten met nieuwe teelten zoals eiwitrijke gewassen of vergeten graansoorten. Ook laten een drietal boeren hun schapen grazen op de weilanden. De weiden worden, net als de rest van het gebied, op een extensieve manier en zonder pesticiden beheerd. Alle landbouwgerelateerde aspecten worden momenteel verder uitgewerkt dankzij het Europese Horizon 2020-project FoodSHIFT waarvan de stad Oostende deel uitmaakt. Dit project wil nieuwe activiteiten en samenwerkingsverbanden opzetten, zodat het gebied nog relevanter wordt voor de hele stad. Enkele horecazaken nemen nu al groenten af, maar ook voor vlees, granen, bloemen, fruit en kruiden groeien ideeën.
Het Oostendse Sint-Andreasinstituut kijkt uit op de Tuinen. Het is niet enkel hun favoriete sportplek voor de lessen lichamelijke opvoeding, ze maken ook gebruik van de buitenklas, komen rondneuzen in de pluktuin en ontdekken het boerenleven. Ook voor andere scholen wordt een educatief aanbod uitgewerkt. Dankzij het interreg-2-Zeeën-project SCAPE (Shaping Climate Change Adaptive Places) speelt de inrichting een rol voor het lokale waterbeheer. Door water te bufferen in de Tuinen vermindert de kans op wateroverlast in het dorp Stene en in de bebouwde omgeving, terwijl het water gebruikt kan worden voor de landbouwactiviteiten. De stad neemt extra maatregelen om te zorgen voor goede waterkwaliteit, door bijvoorbeeld aandacht te hebben voor het zoutgehalte en de aanwezigheid van toxische algen in de zomer. SCAPE bekijkt ook het aspect van hernieuwbare energie in het gebied. Zo kunnen kleinschalige windmolens water overpompen en energie leveren voor de landbouw.
Veel Oostendenaars hebben het landbouwpark pas ontdekt tijdens hun dicht-bij-huis corona-uitstappen. Bij één bezoek zal het zeker niet blijven. •
Kathy Belpaeme is projectcoördinator Foodshift 2030 bij de stad Oostende, http://scape.oostende.be/
Voor Lokaal 03 | 2021