Kan een schepen rechtstreeks een personeelslid aanspreken en die een opdracht geven?
Strikt gezien kan een schepen zich niet zomaar wenden tot een personeelslid en die een opdracht geven. Ook al ben je bijvoorbeeld “schepen van personeel” dat betekent niet dat je diensthoofd bent van de personeelsdienst. Als schepen heb je geen persoonlijke bevoegdheid en dus ook geen persoonlijke macht. Dat heeft enkel het college als orgaan.
Strikt gezien moet je formeel eerst de algemeen directeur aanspreken. Dat is natuurlijk praktisch onwerkbaar omdat je als schepen wel bepaalde verantwoordelijkheden hebt die je vlot moet kunnen uitoefenen. Altijd opnieuw langs de algemeen directeur passeren, zou een vlotte werking volledig blokkeren. Dat kan opgelost worden door duidelijke afspraken te maken. Want het is niet omdat je bepaalde verantwoordelijkheden hebt dat alles zomaar kan en mag.
We raden dan ook aan om in te zetten op duidelijke afspraken die ook bijgestuurd en aangepast kunnen worden tijdens de bestuursperiode. Door een duidelijk kader te voorzien kunnen onder bepaalde voorwaarden rechtstreekse contacten gelegd worden met personeelsleden. Bijvoorbeeld als het gaat over de terugkoppeling van een project dat je namens het college opvolgt, kan het wenselijk zijn een rechtstreeks contact met de medewerker die daarvoor instaat.
Belangrijk is ook goed te onthouden wat niet kan. Als politicus kan je bijvoorbeeld niet aan dienstbetoon doen. Je kan daarvoor ook zelf geen dossierbehandelaars contacteren. Als schepen zelf heb je immers geen individuele beslissingsbevoegdheid hierin en je mag de schijn niet doen ontstaan dat dit wel zo zou zijn. Ook mag je personeelsleden niet onder druk zetten. Het is dan ook belangrijk steeds te werken binnen de deontologische code(s).
Wat zijn de mogelijke gevolgen voor een schepen die de deontologische code schendt?
De voornaamste bedoeling van een deontologische code is een omgeving scheppen waarbinnen mandatarissen veilig kunnen werken. Wanneer de code echter manifest geschonden wordt, moet dat duidelijk gemaakt worden.
Het grote probleem daarbij is dat de decreetgever geen sanctiemogelijkheden voorziet voor deontologische inbreuken op de code. Wanneer men lokaal een duidelijk signaal wil geven aan mandatarissen die een inbreuk begaan tegen de code, dan moet men dat duidelijk regelen. Enkele belangrijke zaken waarmee men rekening moet houden:
- Tuchtmaatregelen tegen schepenen zijn mogelijk, maar ze kunnen enkel door de Vlaamse regering worden opgelegd. De raad kan geen tuchtsancties opleggen voor schepenen.
- Het DLB voorziet geen sancties tegen mandatarissen, waardoor sommigen stellen dat zelfs een terechtwijzing van gedrag niet mogelijk is. Dit omdat het dan een verdoken vorm zou zijn van een tuchtsanctie. We willen dat nuanceren. Het klopt dat een blaam, schorsing, ontslag, e.d. juridisch inderdaad niet mogelijk zijn. Maar wij zijn van mening dat de raad wel altijd kan vaststellen dat bepaald gedrag van een mandataris niet in overeenstemming is met de deontologische code. En wanneer een dergelijke inbreuk vastgesteld wordt, kan de raad de mandataris daar ook op wijzen. We adviseren wel om de vaststelling en beoordeling van inbreuken aan de gemeenteraad/OCMW-raad te laten, na advies van de deontologische commissie. De raad is immers juridisch het sterkste orgaan om daarover iets te zeggen.
- Wanneer het gaat om mogelijk strafrechtelijke inbreuken, dan is een melding bij politie, parket of Audit Vlaanderen steeds nodig.
- Een klacht bij het Agentschap voor Binnenlands Bestuur of de gouverneur kan ook, maar die kunnen niet optreden tegen een individuele schepen. Het toezicht kan hoogstens een moreel advies geven, maar niet sanctioneren. Dat kan enkel de Vlaamse regering.
- Wanneer alle vertrouwen weg is in een schepen, kan de raad de schepen afzetten via een individuele constructieve motie van wantrouwen. Ook een collectieve constructieve motie van wantrouwen kan daarvoor zorgen.
Voor deontologische standpunten vanuit de VVSG hebben we een reflectiekamer die binnen de VVSG opgericht is om deontologische vragen te bekijken. Bij deze reflectiekamer kunnen lokale besturen terecht voor morele dilemma’s. Dit adviesorgaan bestaat uit experts vanuit de steden en gemeenten, geschoold in de methodiek van het moreel beraad. Voor meer info kan je altijd contact opnemen op steunpunt.integriteit@vvsg.be.