De keuze voor de werkbezoeken aan Mechelen en Aalst lag voor Halle voor de hand. Jan De Winne: ‘Mechelen gaat al jaren in de goede richting, we hebben er de lokale economie bekeken, hoe ze leegstand bestrijden met pop-ups van startende ondernemers (MEST) en acties opzetten voor kindvriendelijkheid. Aalst heeft grote stappen vooruit gezet in de vorige legislatuur. Tijdens ons bezoek daar lag de klemtoon op het dienstverleningsconcept en de bibliotheek. Onze problemen komen ook in andere steden voor, dus zijn we gaan kijken hoe ze het elders oplossen. Centrumsteden beschikken bovendien over meer middelen, zij hebben een voorbeeldfunctie, wij kunnen van hen leren. In onze aloude winkelstraat, de Basiliekstraat, hebben we ook leegstand, we hebben in Mechelen vernomen welke valkuilen zij zijn tegengekomen, zodat we sommige problemen al kunnen ondervangen.’
Ook de sprekers werden goed onthaald. Burgemeester Marc Snoeck vond het zeer goed hoe duidelijk werd dat de duurzameontwikkelingsdoelstellingen de rode draad kunnen vormen in het meerjarenplan. ‘Vanuit de VN hebben we een duidelijk kader gekregen. Peter Wollaert vertaalde wat er al in grote bedrijven gebeurde naar de lokale besturen, hij situeerde alle doelstellingen en wat de finaliteit ervan was. Als gemeente kun je op dat vlak iets betekenen.’
Daarnaast wil Halle ook een smart city worden. ‘Op 1 september begint er een voltijds innovatiemedewerker. Dat zal het beginpunt zijn,’ zegt Jan De Winne. ‘Innovatie is een van onze vier transversale doelstellingen, naast kindvriendelijkheid, toegankelijkheid en duurzaamheid, die we dus op alle vlakken nastreven.’ Die doelstellingen zullen door het meerjarenplan lopen, elk initiatief moet de toets van die vier doelstellingen doorstaan. Toch wordt het nog een moeilijke oefening. ‘In eerste instantie zullen we de behoeften van de burgers in kaart brengen. Voordat je een oplossing zoekt, moet je de dagelijkse ergernissen kennen. Je moet een duidelijk zicht hebben op de problemen voor je de oplossingen en de prioriteiten daarin bepaalt.’
Aan elk thema geeft Halle een eigen invulling. Marc Snoeck geeft als voorbeeld TOPdesk waarmee Halle in mei is begonnen: ‘Dankzij TOPdesk krijgen we meer inzicht in welke vragen er binnenkomen en wat we ermee doen, dat is interessant voor het college, het managementteam en de diensten. Zo kun je zien wat je structureel moet veranderen. Hiermee willen we de burgers ook meer aanspreken en hun transparantie bieden. Ze moeten weten waarom ze soms twee weken moeten wachten voor er iets aan een melding wordt gedaan. Dikwijls zit er een cascade van vragen en prioriteiten achter.’
Sinds de inspiratieweek gebruikt Halle meer sociale media in de communicatie. ‘De communicatiedienst is daar meteen mee begonnen,’ zegt burgemeester Snoeck. ‘Ze schakelen de sociale media nu heel constructief in. Zo worden in Halle op dit moment veel bruggen gebouwd, wat de nodige problemen geeft voor het verkeer. Nu heeft de communicatiedienst bijvoorbeeld twee filmpjes gemaakt voor twee bruggen, ze staan ook op de website.’ Volgens Gaëlle Saelens kreeg de communicatiedienst tijdens de inspiratieweek bevestiging in wat hij al wilde doen. ‘Nu hoeven ze hun collega’s niet meer te overtuigen, iedereen heeft het toen ingezien, de andere diensten zijn nu bereid om communicatie al vanaf het begin in het project op te nemen.’
Algemeen directeur De Winne heeft nu de ambitie om elk jaar een inspiratiedag te laten doorgaan om zo over de transversale doelstellingen na te denken. ‘In plaats van te kiezen voor gemakkelijk onderhoud willen we als stad beleving brengen zodat er altijd iets te ontdekken valt.’ Als voorbeeld denkt burgemeester Snoeck meteen aan het bespeelbaar ruimteschip dat binnenkort landt op het zwembadplein. ‘Dat is een van de zeven kunstwerken die we binnenkort realiseren.’