Op bestuurlijk vlak schuift minister Somers twee belangrijke pijlers in zijn beleid naar voren: de fusie van gemeenten en de regiovorming. Dat een vrijwillige fusie van gemeenten, geïnitieerd door de betrokken lokale besturen zelf, geen taboe meer is, werd in de afgelopen bestuursperiode al door vijftien gemeenten aangetoond. De regiovorming is een complexer dossier. Lokale besturen werken op allerhande vlakken samen. Tijdens de coronacrisis werd duidelijk hoe noodzakelijk dat is.
De Vlaamse regering presenteert voor de regiovorming een aantal positieve elementen: de bestaande burgemeestersoverleggen worden de spil van de regio en de regio moet van onderuit worden gevormd. Maar de regelgeving en subsidiemechanismen houden dikwijls nog geen rekening met deze van onderuit opgebouwde samenwerkingsverbanden. De afstemming tussen een algemene bestuurlijke visie op de regiovorming en het beleid in de verscheidene Vlaamse sectoren zal een kritische succesfactor zijn om stappen vooruit te kunnen zetten. Een belangrijke testcase zal de bestuurlijke reorganisatie van het sociale woonbeleid zijn.
Belangrijker nog dan de vraag hoe we met bestuurlijke hervormingen omgaan, is de stelling van minister Somers dat antwoorden en oplossingen niet meer van het landelijke, maar van het lokale niveau komen. Laat dat het uitgangspunt zijn voor alles wat centrale overheden doen. Wees terughoudend met regels en richtlijnen en geef de lokale besturen de ruimte om op creatieve manieren pragmatische oplossingen te zoeken. We hebben die oplossingen nodig.
Kris Snijkers is algemeen directeur van de VVSG
Voor Lokaal 10 | 2020