ondergrondse_containers.jpg
Provider image

Vind informatie over het opstarten van ondergrondse inzameling, het introduceren van nieuwe bestekken op de markt, en het evalueren of herzien van beleid omtrent sorteerstraten. Er is een algemeen scenario dat voor heel Vlaanderen toepasselijk is. Er is ook extra focus voor zeer toeristische zones (de kust) en sterk verstedelijkte gebieden (stadscentra). De belangrijkste keuzes en overwegingen die je moet maken worden gekoppeld aan de huidige praktijken in Vlaanderen.

Snel naar...

Algemene afwegingen

Voor de inzameling van huisvuil, papier en karton, pmd, glas, textiel en gft‐afval mogen de lokale besturen kiezen tussen een huis‐aan‐huisinzameling, een brengsysteem op korte afstand of een combinatie van beide systemen. Ondergrondse containers zijn het meest gebruikte type van brengsysteem op dit moment in Vlaanderen. In het lokale materialenplan (6.2.1) worden een aantal afwegingen gemaakt waarbij je moet rekening houden om te kiezen voor een brengsysteem versus een huis-aan-huisinzameling

Afbakening onderwerp: ondergrondse sorteerstraten

Deze informatie beperkt zich tot ondergrondse containers voor huishoudelijke afvalinzameling. Daar zijn semi-ondergrondse systemen en publiek toegankelijke ondergrondse glasbollen niet bij inbegrepen (wel ondergrondse containers voor glas).

Semi-ondergrondse systemen worden minder gebruikt in Vlaanderen voor de inzameling van huishoudelijk afval, maar zijn vaak wat goedkoper en vragen minder ruimte in de ondergrond.

In deze teksten werken we een heel aantal afwegingen verder uit op basis van de praktijkervaringen van lokale besturen in Vlaanderen. Deze informatie is dan ook bedoeld voor afvalintercommunales en andere lokale besturen die gebruik willen maken van ondergrondse containers om het huishoudelijk afval in te zamelen. 

Locatie ondergrondse containers

Ondergrondse systemen worden typisch geplaatst bij hoogbouw of verdichte bebouwing, waar de individuele afvalruimte beperkt is en andere collectieve systemen, zoals een afvalhok, ook een heel aantal beperkingen hebben (toepassing gebruiker betaalt, controle op kwaliteit…).

Soms wordt er ook gekozen om omliggende straten op deze ondergrondse sorteerstraten aan te sluiten om het aantal gebruikers te verhogen. Meestal wordt er gestreefd naar een 100-tal wooneenheden per sorteerstraat al ligt dat aantal in de praktijk soms veel lager (startend bij 25-tal wooneenheden), omdat gemeentes dit vragen. Als er slechts een klein aantal wooneenheden wordt aangesloten op een sorteerstraat, kunnen duocontainers overwogen worden (2 fracties in 1 ondergrondse container).

In sterk verstedelijkte of heel toeristische gebieden lopen de wooneenheden aangesloten op 1 sorteerstraat op tot maximaal 500.

Financiering investeringskosten

Vanaf 2023 zijn er via het subsidiebesluit geen subsidies meer voor ondergrondse afvalcontainers. Momenteel voorziet FostPlus wel een tegemoetkoming in de investering voor containers voor glas (50% van de aankoop en plaatsing). Er wordt momenteel gewerkt aan een regeling om de investeringskosten voor papier en karton en pmd-containers te financieren.

Er zijn vaak 2 manieren om de investeringskosten te financieren:

  • Voor nieuwbouw kan via de omgevingsvergunning de voorziening van ondergrondse sorteerstraten opgelegd worden en dan is de investeringskost voor de projectontwikkelaars (en later dus voor de eigenaars). Soms zijn de bouwheren zelf vragende partij om minder afvallokalen in het gebouw te moeten voorzien.
  • Bij bestaande hoogbouw komt de vraag meestal van de gemeentes die dan de investeringskost dragen. Soms komt de vraag ook van de VME (vereniging van mede-eigenaars) of syndicus zelf, dan wordt de kost gedragen door de eigenaars. 

Om de volledige kostprijs van een project in kaart te brengen, is het zinvol om een totale cost of ownership voor het hele project te berekenen: niet alleen de aanvankelijke investeringen, kosten voor onderhoud en opvolging, ledigingskosten… Er zijn ook minder zichtbare kosten, zoals de kosten voor de verwijdering van sorteerstraten op het einde van een project die sterk kunnen oplopen. Of kosten voor parkeerborden als een parkeerverbod zou nodig zijn bij elke lediging.