Gerda werkt op de dienst psychosociale begeleiding. Tijdens de coronacrisis krijgt ze meer dan eens telefoon van mensen die op het tandvlees zitten. Voor velen komt de extra druk, de vele beperkingen, gebrek aan school of opvang voor kinderen, inkomensverlies, bovenop een reeds moeilijke situatie. Dat geldt dubbel voor mensen, zoals Samira, die psychologische begeleiding nodig hebben.
Samira neemt zelf het initiatief om contact op te nemen, maar wanneer het concreet wordt klapt ze dicht. Op psychologische problemen en hulpverlening plakt voor sommigen nog een zeer groot taboe. “Ik ben toch niet zo iemand die…,” zeggen en denken ze. “Iemand die zot is.” En blijven er dan zelf mee rondlopen. Anderen vallen terug op vrienden en familie, maar Samira is gescheiden, en beheerst de taal niet goed; letterlijk aan het einde van haar Latijn.
Gerda probeert haar gerust te stellen. “Bel me maar als je je bedenkt.” Ze vraagt aan Samira of ze haar huisarts mag inlichten. Op die manier kan ze in de toekomst ook daar terecht. Alles om de drempel tussen cliënt en hulp zo laag mogelijk te maken.
Samira kon via het OCMW al enige werkervaring opdoen, maar de combinatie van lockdown, werk en kinderen drijft haar langzaam maar zeker richting zenuwinzinking. Ze neemt opnieuw contact op met Gerda. Vanwege corona kan een face-to-face ontmoeting momenteel echter niet.
Technologie brengt redding. De tolkendienst van de stad stelt een aangepaste dienst voor: een videochat met drie personen. De tolk belt de cliënt al even op voorhand om alles uit te leggen en te testen. Dan kan het echte werk beginnen. Gedurende twee sessies van een uur slaagt Gerda erin het taboe van de psychologische hulp te doorbreken. Samira is gerustgesteld. Een eventuele doorverwijzing naar een centrum voor geestelijke gezondheidszorg valt onder het beroepsgeheim. Alles vindt plaats in vertrouwen.
Gerda legt –online– uit hoe een en ander verder gaat na de corona: hoe het intakegesprek bij de psycholoog zal verlopen. Ze brengen de administratieve demarche in orde zodat halverwege mei, wanneer de centra terug openen, Samira al op de lijst staat, klaar en bereid om geholpen te worden.