Lea, 31, werd jong moeder. Haar oudste dochter, Maja,12, woont voltijds in. Zus Lien, 10, verblijft vooral bij de vader, behalve weekends en gedeelde vakantieperiodes. Lea kan terugvallen op haar eigen moeder, hoewel die zelf in een sociale woning woont en met gezondheidsproblemen kampt. Lea geraakt maar niet verder in het leven, mankeert een realistische kijk op de dingen. Met opvolgen van goede adviezen heeft ze de grootste moeite. Mannen komen en gaan. Wat een geschenk moet zijn; een nieuwe zwangerschap, wordt een race tegen de klok. Ook voor de sociale diensten die zich om haar kommeren.
Ook Lea zelf komt en gaat. Maatschappelijk werker Rebecca, Lea’s steun en toeverlaat, volgt de rollercoaster op de voet. Lea gaat van de woning van het Sociaal Verhuurkantoor in de ene gemeente, die ze zelf opzegt, terug naar haar moeder in een andere gemeente. Daarop trekt ze in bij een vriend in stad X, naar een pand in stad Y, om te belanden in een opvanghuis, terug bij haar moeder, bij vrienden her en der en, wanneer ze nergens meer terecht kan, op straat en in de crisisopvang… in Brussel.
Rebecca stelt vast, doet wat ze kan, vermijdt erger. Preciezer: bij elke verhuis hoort het dossier Lea te volgen, zo stellen de bevoegdheidsregels. Bij elke nieuwe gemeente een ander OCMW en maatschappelijk werker die zich in het dossier moet inwerken, Lea’s vertrouwen moet winnen om haar te helpen de juiste beslissingen te nemen. Het kindje komt over twee maanden al. Bureaucratische rompslomp, extra stress kan Lea, die nog steeds geen definitieve woonoplossing heeft, missen als kiespijn. Rebecca, de enige constante in haar leven, beslist van de regel af te wijken, en verklaart zich verder bevoegd voor Lea’s dossier en status: ‘Her en der verblijvende en nog een band met haar thuisstad’.
Het is de enige manier om Lea’s langlopende dossier doelmatig en coherent op te volgen. Lea gaat af en toe aan de slag via het interimkantoor, maar steunt vooral op het leefloon gezinshoofd dat eerst via de collectieve schuldbemiddelaar passeert. Met het weinige dat na aftrek van vaste kosten overblijft probeert ze het boeltje draaiende te houden. Ze koopt kleren en schoolgerief voor dochter Maja, maar de laptop die het kind nodig heeft om in corona-tijden online lessen te volgen zit er niet in.
Rebecca slaagt erin om geld te mobiliseren voor een eenvoudige laptop. Lea mist niets aan inzet, maar wel de juiste skills om Maja de volwaardige opvoeding te geven die ze nodig heeft. Lea’s eigen moeder wordt te oud om in te springen. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding beslist hulp te vragen bij het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg. Er wordt een motivatie-document opgesteld. Dat bundelt meningen en wensen van alle betrokkenen, probeert er een evenwicht in te zoeken. Dat was een pak moeilijker geweest met een stuk of vijf gemeente/dossierwissels. De oplossing die voor Maja uit de bus komt bestaat erin dat ze vanaf september haar eerste middelbaar op internaat begint. Weekends zal ze bij haar moeder verblijven. Rebecca blijft verder een oogje in het zeil houden.