Ze hebben hulp nodig, maar krijgen het nauwelijks uitgelegd. Het is te zeggen, Aadila staart onresponsief voor zich uit. Gul springt van de hak op de tak, vliegt uit, staat weigerachtig bij de idee om een tolk in te schakelen. Wie weet aan wie die hun verhaal verder vertelt. Ze geraken geen stap verder.
Elsa kan hen uiteindelijk toch overtuigen om een telefoontolk te bellen –daarmee bewaren ze hun anonimiteit. Stapje bij beetje vertelt Gul wat hij en zijn vrouw hebben meegemaakt in Afghanistan. Een verhaal geschreven in inkt dat geen papier verdraagt, elk woord een marteling om te vertellen. Aadila is zwanger nu, waardoor ze de kalmeermiddelen die ze kreeg om de psychologische gevolgen van het trauma draaglijk te maken niet meer kan nemen. Spreken doet ze niet. Niet met Elsa, maar ook niet met haar man of haar kinderen.
Elsa stelt een psycholoog voor om Aadila bij te staan. Een wat? Gul en Aadila zijn niet vertrouwd met het concept. Gemakshalve valt wat onbekend is onder de noemer ‘taboe’. Elsa graaft een beetje verder, baant zich een weg langsheen culturele gevoeligheden. Babbelen met een wildvreemde over je diepste zielenroerselen, trauma… Zowel Gul als Aadila voelen zich meer op hun gemak als die ‘wildvreemden’; psycholoog en tolk, ook vrouwen zijn. Het is geen sinecure iemand te vinden die snel kan opstarten, gespecialiseerd in oorlogstrauma, laat staan een vrouwelijke tolk die hun zeldzame taal spreekt. Een verhaal van naalden en hooibergen, en een vindingrijke en volhardende integratieconsulent.
Zoals de meeste erkend vluchtelingen, komen Gul en Aadila eerst onder de hoede van een maatschappelijk assistent. Die regelt leefloon, financiën en administratie tot ze op eigen benen kunnen staan. Wanneer er extra noden zijn –psychologische problematiek gelieerd aan oorlogssituaties zijn schering en inslag– wordt Elsa in stelling gebracht. De functie van integratieconsulent bestaat sinds de komst van vele getraumatiseerde Syriërs in 2016. De begeleiding die Elsa voorziet, meestal ter voorbereiding en in tandem met een psycholoog, is intensief, en duurt van een half tot drie jaar. Naargelang de nood. Bij Gul en Aadila is die hoog.
Intussen is Aadila bevallen. Dankzij de psycholoog gaat het ook mentaal stukken beter. Elsa stelt verdere hulp in het vooruitzicht; opvang voor de baby, kraamzorg, gezinshulp, materiaal uit de Babybazaar. Het koppel, trots als ze zijn, wikt en weegt elk item. De kinderen worden ingeschreven voor zomeractiviteiten, zodat moeder en vader zich kunnen focussen op de baby, Aadila op haar mentale gezondheid. Gul meldt zich nog steeds wekelijks bij Elsa, voor hulp met praktische zaken, maar ook hij blijft nood hebben aan een luisterend oor. De oorlog heeft diepe wonden geslagen. Maar tijd heelt wanneer mensen mensen helpen.