Els, aan een rolstoel gekluisterd, valt na een echtscheiding terug op een leefloon. Enigszins paradoxaal: er is geld. Bij de scheiding werd ze uitgekocht door haar ex-man. De verleiding om de mooie som op te souperen is groot. Maar de toekomst is onzeker. Met haar tweeënvijftig lentes en de fysieke beperking is de kans klein dat Els nog tewerkstelling vindt. Daar bovenop komen drie studerende kinderen, die ze graag verwent, in co-ouderschap. Aan het huidige tempo is straks al haar geld op en wordt de gewoonte om gemakkelijk te spenderen steeds moeilijker te breken.
Wanneer Els voor de eerste keer bij Maaike komt, is ze in alle staten. De scheiding is niet over een leien dakje gegaan. Opeens stond haar leven op z’n kop. In andere mensen, laat staan het OCMW, heeft Els geen vertrouwen. Wanneer ze uiteindelijk haar verhaal doet, komt alles er in één keer uit. Geen speld tussen te krijgen.
Maaike laat haar uitrazen, wacht het juiste moment af, zoekt de juiste woorden om Els’ vertrouwen te winnen. Dat moet je verdienen, elke dag, zegt de reclameslogan van de supermarkt. Daar draaien hun conversaties dan ook vaak om: tips om te besparen, afspraken over het leefgeld. Leven en winkelen zonder elke maand de aanlokkelijke spaarcenten aan te spreken.
Na een tijdje gaat de storm in Els’ persoonlijke leven liggen. Ze leidt een stabiel bestaan, is gelukkig als alleenstaande vrouw. De kinderen doen het goed. Els leeft alle afspraken na, is open over haar problemen, constructief. Ze is grotendeels zelfstandig geworden, en contacteert Maaike enkel als ze er zelf niet uitgeraakt. Geld blijft evenwel een zorgenkind.
Els blijkt zeer vindingrijk in het verantwoorden van onnodige aankopen. De kast die ze dringend nodig had. Een stapel boeken van de Boekenbeurs. Nieuwe kleren. Van het ene winkelcentrum naar het andere. Een enkele keer komt ze –fier– rond met het wekelijkse leefgeld… omdat ze de spaarcenten gebruikt heeft om inkopen te doen. Ok. Maaike bewaart het geduld, stelt hulp voor van de budgetdienst. Els weigert. Ze kan het wel alleen.
En dan komt de lockdown. Maaike belt Els om te vragen hoe het gaat. “Dit geloof je nooit,” zegt Els. Met de gesloten winkelcentra, restaurants, en cinema’s is ze voor het eerst in jaren toegekomen met het vooropgestelde budget. Zonder aan het spaargeld te komen. De ervaring heeft haar ogen doen opengaan. “Ik mis het niet,” zegt ze. “Al die spullen. Ik heb ze niet eens nodig.”