“Ik heb om te beginnen een referentieadres geregeld,” zegt Sandra. “Daarna kunnen ze een bankrekening openen, en pas dan kan er een vervangingsinkomen gestort worden, huur betaald…”
Erik is 36 jaar, Melisa 28; ze hebben beide moeilijke jaren achter de rug. De kinderen werden al een tijdje geleden geplaatst, nog voor ze het dak boven hun hoofd verloren. Erik betrok een caravan, tot die door brand verwoest werd. Melisa doorliep een niet minder onfortuinlijk parcours.
“Zonder inkomen of recht op ziekte- of werkloosheidsuitkeringen werd de situatie langzaam maar zeker precair.” Sandra lenigt de eerste noden; een beetje cash om de eerste maand te overbruggen, tot de gemeente nieuwe identiteitskaarten kan uitvaardigen, een referentieadres aangevraagd, een bankrekening geopend kan worden, en ze een eerste leefloon ontvangen. De zoektocht naar een eigen woning, dicht bij hun kinderen, is niet eens de grootste uitdaging.
Erik en Melisa kampen met een verslaving. Daarvoor krijgen ze ambulante hulp, maar Sandra dringt aan op een intensiever programma. “Jobs liggen sowieso al niet voor het oprapen. Erik was ooit actief in de bouw. Melisa werkte hier en daar. Maar eerst afkicken dus.” Sandra overlegt met het koppel, en ze spreken af om niet meteen op zoek te gaan naar werk, zodat ze zich 100% op het clean worden kunnen concentreren.
Sandra bezorgt lijsten met sociale woningen, zodat ze zich op de wachtlijst kunnen zetten. Ze informeert hen over allerlei vormen van hulp, zoals een installatiepremie en een huurwaarborg van het Woningfonds. Ze ontwart het bureaucratische kluwen, en geeft morele steun. Over de zoektocht naar een woning is Sandra optimistisch: “Voorlopig gaan ze co-housen bij de zus van Melisa en haar partner. Deze laatsten hebben een goed inkomen en bieden een stabiel kader. Bij hun zoektocht naar een eigen woning staan Erik en Melisa er met andere woorden niet alleen voor.” Over de werkkansen op korte termijn is Sandra minder optimistisch. To be continued…
Het is Sandra’s tiende maand bij het OCMW, en deze casus was meteen een grote uitdaging. “Het is een goed voorbeeld van hoe intensief zo’n proces kan zijn. Je gaat echt stap voor stap te werk, van het regelen van het referentieadres tot het verkrijgen van financiële steun en zo verder,” vertelt ze. “Elk obstakel is een leermoment. Maar uiteindelijk geraak je er toch uit, en het is die vooruitgang, stapje bij beetje met de cliënten, die me elke dag opnieuw motiveert.”