Mireille, een Congolese dame van begin de 30, belandt eind 2015 in de woning van een Lokaal Opvanginitiatief in een middelgrote stad. Ze is alleen in België, op de vlucht voor geweld, kent niemand in het land van onbarmhartig novemberweer. Hafiza, een lotgenote uit Irak, woont in hetzelfde opvanghuis. Samen zoeken ze hun weg in een niet-vertrouwde omgeving.
Maatschappelijk werker Lieve staat onder meer in voor de praktische omkadering van vluchtelingen; de zoektocht naar een woning wanneer hun asielaanvraag wordt goedgekeurd. Maar de grootste nood waarmee mensen geconfronteerd worden, ver van huis, is de nood aan contact. Hiervoor wordt, na het uitbreken van de Syrische burgeroorlog en de toevloed van vluchtelingen uit dat land in 2015, het zogenaamde asielbuddy-systeem in het leven geroepen: vrijwilligers, veelal gepensioneerden, springen massaal in de bres.
Lieve vraagt aan Mireille en Hafiza of ze het zien zitten om samen met een ‘local’ de stad te verkennen. Ze stemmen in. Lieve lanceert de oproep via een email-poule. Vele stadsgenoten stellen zich kandidaat, vooral op basis van mond-aan-mond reclame. Alles begint met een babbel, samen wandelen, luisteren en vragen beantwoorden. Het belangrijkste is dat het tussen gids en nieuwkomer klikt.
Twee dames, Monique en Marie-Paule, bieden zich aan om Mireille en Hafiza op sleeptouw te nemen. Op een winterse namiddag is het zover: de kennismaking. Men blaast zich in de handen, vanwege de temperatuur, en een zekere nervositeit. Maar alles verloopt vlot. Lieve volgt vanop afstand. Via wekelijkse updates, van cliënten of van de buddy’s, hoort ze over uitstapjes naar Ieper of Brugge, en hun deelname aan activiteiten in en om de eigen stad. De dames ‘bonden’, delen euforie bij de positieve asielbeslissing van Mireille, een troostende schouder bij de uiteindelijke negatieve beslissing voor Hafiza.
Voor Mireille is de positieve beslissing het startschot voor de zoektocht naar een woning. Dit loopt niet van een leien dakje, maar Monique en Marie-Paule staan met raad en daad bij. Met hun hulp vindt Mireille uiteindelijk een klein maar fijn huisje met een tuin. Bij de inrichting ervan tekenen de buddy’s ook present. Monique haalt haar naaimachine boven en begint aan de gordijnen. Marie-Paule doneert een ouwe stofzuiger.
Bij de aankomst van Mireille’s dochter Hélène die via gezinshereniging naar België komt, maken Monique en Marie-Paule deel uit van het ontvangstcomité. Ook zes jaar later, iedereen is intussen zijn eigen weg gegaan, blijven ze vrienden. Meer dan dat, ze zijn familie, een ‘warm nest’. De buddy’s verzetten bergen, zonder het te beseffen. Monique, Marie-Paule, Mireille, en Hélène hechten veel belang aan de connectie die ze hebben opgebouwd. Ze blijven bellen en elkaar bezoeken.
Het buddy systeem bestaat nog steeds, ook al laat de acute nood van 2015 zich minder voelen. De werking is nu op een formelere leest geschoeid, met bijbehorende deontologische code, een intakegesprek voor aspirant buddy’s, het aftoetsen van verwachtingen, en de mogelijkheid tot vorming. De sociale functie staat nog steeds centraal, complementair met het werk van de maatschappelijk werker. Het merendeel van de buddy’s bestaat nog steeds uit gepensioneerden, veelal uit het onderwijs, maar ook mensen die nooit een sociaal beroep uitoefenden. Sommigen zijn nieuwsgierig naar andere culturen. Opvallend: steeds vaker zoeken ook studenten naar een zinvolle invulling van hun vrije tijd. Een hoopvolle noot voor de toekomst.