Nicole is niet enkel hoogbegaafd. Ze lijdt ook aan een erge vorm van autisme, communiceert slecht of helemaal niet met anderen. Dat heeft ze geërfd van haar moeder. Ze praten weinig, maar onderhuids broeit een onuitgesproken conflict. Op een dag komt de koude oorlog tot ontploffing. Er ontstaat een handgemeen. In het heetst van de strijd halen Nicole’s ouders er de politie bij. Nu hangt haar een rechtszaak voor intra-familiaal geweld boven het hoofd. Ze wordt opgenomen in een psychiatrische instelling, krijgt zware medicijnen voorgeschreven. Terugkeren naar huis is geen optie.
Karien ontvangt haar aanvraag voor een leefloon via de stad waar Nicole op kot zit. De papieren zijn te laat opgestuurd. Karien en het OCMW waar zij werkt, zijn eigenlijk niet bevoegd maar ze beslist om de papiermolen te stoppen voor hij goed en wel op gang komt. Ze overtuigt haar comité. Daarna overtuigt ze ook de ouders van Nicole om in te staan voor het onderhoudsgeld van Nicole. Zij betalen het OCMW, het OCMW betaalt Nicole. Het gaat over meer dan geld. Met deze werkwijze behouden Nicole’s ouders een, indirecte, band met hun dochter. “Het alternatief is alles opblazen, handenwrijvende advocaten, onherstelbare schade.” Karien ziet zichzelf als bemiddelaarster. “Het heeft geen zin om de dingen op de spits te drijven. Tijd heelt.”
Maar eerst is er die rechtszaak. Nicole weigert een advocaat. Karien zit aan haar zijde, maar mag niets zeggen. Monden vallen open wanneer Nicole, nochtans geen studente rechten, het woord voert. “Zoals Matlock, of Ally McBeal,” herinnert Karien zich. De rechter ziet de uitzonderlijke situatie in waarin de uitzonderlijke jongedame zich bevindt, en is mild. Ze moet zich laten begeleiden. Karien van haar kant verwacht dat Nicole, in ruil voor haar leefloon, andere studenten chemie bijstaat.
Karien is trots op de weg die ze met Nicole heeft afgelegd. Nicole doctoreert in het Verenigd Koninkrijk en werkt aan nieuwe chemische stoffen die een mogelijke doorbraak betekenen voor meerdere wetenschappelijke disciplines. “Ik hoop dat ik het nog mag meemaken,” zegt Karien. “Maar dat meiske gaat nog een Nobelprijs winnen.”